Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 13 december 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt. Tentoo heeft gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die zijn overgelegd.
2.De feiten
(€ 14.914,96), evenals de transitievergoeding (€ 15.048,30). In totaal heeft Tentoo (dus) een bedrag van € 29.963,26 aan Interim-Only gefactureerd. Het gaat om de volgende facturen:
- factuur van 13 december 2021 van € 327,38
- factuur van 13 december 2021 van € 2.619,02
- factuur van 20 december 2021 van € 1.636,89
- factuur van 28 december 2021 van € 1.636,89
- factuur van 3 januari 2022 van € 1.636,89
- factuur van 10 januari 2022 van € 1.680,45
- factuur van 17 januari 2022 van € 1.680,45
- factuur van 24 januari 2022 van € 1.680,45
- factuur van 31 januari 2022 van € 1.680,45
- factuur van 8 februari 2022 van € 336,09
- factuur van 1 maart 2022 van € 15.048,30.
3.Het geschil
4.De beoordeling
exclusiefeen reservering voor de transitievergoeding was, had het – gelet op de hoofdregel van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering – in het licht van de gemotiveerde betwisting van Interim-Only op haar weg gelegen die stelling nader te onderbouwen. Dit heeft Tentoo nagelaten. De enkele verwijzing naar (artikel 4.21 in verbinding met) artikel 4.13 van de collectieve inleenovereenkomst is hiertoe niet voldoende, aangezien het nu juist de vraag is óf het in rekening gebrachte tarief in- of exclusief een reservering voor de transitievergoeding was. Daar geeft deze (algemene) bepaling geen antwoord op.
inclusiefeen reservering voor een mogelijke transitievergoeding bij uitdiensttreding en het bevestigende antwoord daarop van Tentoo dat dit mogelijk is maar dat dan de omrekenfactor hoger is (productie 15 bij conclusie van antwoord). Dat deze aanvraag niet kan worden vergeleken met dit geval, zoals Tentoo ter zitting heeft verklaard, moge zo zijn, maar laat onverlet dat het op de weg lag van Tentoo om aan te tonen dat het ‘all-in’ tarief geen reservering voor een transitievergoeding bevatte.
[A.] heeft opgezegdbij zijn opdrachtgever per 1 oktober 2021, dat hij een maand opzegtermijn heeft en dus stopt per 1 november 2021. Op 6 oktober 2021 heeft [A.] echter aan Tentoo gemaild dat zijn contract
door Nationale Nederlanden niet meer wordt verlengd.Diezelfde dag heeft Tentoo aan Interim-Only gevraagd of het klopt dat het contract door Interim-Only of Nationale Nederlanden is opgezegd. Interim-Only heeft deze vraag wisselend (tegenstrijdig) beantwoord. Zo heeft Interim-Only op 8 en 12 oktober 2021 geantwoord dat [A.] heeft opgezegd. Op 14 oktober 2021 heeft Interim-Only echter aan Tentoo meegedeeld dat het
in overlegis gegaan. Intussen heeft Tentoo al bij herhaling aan Interim-Only laten weten dat [A.] een contract voor onbepaalde tijd heeft en dat dat contract vanuit de opdrachtgever niet zomaar kan worden opgezegd. Op 19 oktober 2021 heeft Tentoo bij Interim-Only aangedrongen op toezending van een verklaring vanuit Nationale Nederlanden omtrent het einde van de opdracht, om te kunnen vaststellen of het daadwerkelijk om een opzegging gaat. Op 25 oktober 2021 heeft Tentoo aan Interim-Only laten weten dat er ook bij een beëindiging met wederzijds goedvinden een vaststellingsovereenkomst moet worden opgesteld. Tentoo heeft op dat moment nog geen verklaring vanuit Nationale Nederlanden ontvangen van Interim-Only. Vervolgens heeft Tentoo op 29 oktober 2021 meegedeeld dat de wettelijke opzegtermijn in dit geval twee maanden is (en niet één maand).
5.De beslissing
30 kalenderdagen na de factuur van:
- 13 december 2021 over het bedrag van € 327,38
- 13 december 2021 over het bedrag van € 2.619,02
- 20 december 2021 over het bedrag van € 1.636,89
- 28 december 2021 over het bedrag van € 1.636,89
- 3 januari 2022 over het bedrag van € 1.636,89
- 10 januari 2022 over het bedrag van € 1.680,45
- 17 januari 2022 over het bedrag van € 1.680,45
- 24 januari 2022 over het bedrag van € 1.680,45
- 31 januari 2022 over het bedrag van € 1.680,45
- 8 februari 2022 over het bedrag van € 336,09
18 januari 2023.