Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[bedrijf]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 april 2023 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. T. van Uden, heeft de gedaagde partij gedagvaard, maar deze is niet verschenen. De eisende partij vorderde een betaling van € 912,46, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, alsook een veroordeling in de proceskosten.
De vordering was gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet heeft voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De eisende partij heeft nagelaten om voldoende informatie te verstrekken over de totstandkoming van de overeenkomst en de wijze waarop aan de informatieplichten is voldaan. Hierdoor kon de kantonrechter niet vaststellen of de gedaagde partij op een duidelijke en begrijpelijke manier is geïnformeerd.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de eisende partij niet aan de eisen van de dagvaarding heeft voldaan, zoals gesteld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Daarom werd de vordering afgewezen en werd de eisende partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die voor de gedaagde partij op nihil zijn vastgesteld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.