ECLI:NL:RBNHO:2023:475

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 januari 2023
Publicatiedatum
24 januari 2023
Zaaknummer
10252942 \ CV EXPL 22-7397
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in een civiele zaak over (pre)contractuele informatieplichten tussen een handelaar en een consument

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de eisende partij, Specialistische Dierenkliniek Utrecht B.V., de gedaagde partij gedagvaard. De gedaagde partij is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De eisende partij vordert een betaling van € 1.128,75, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, alsook proces- en nakosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, waarbij de eisende partij moet voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet heeft aangetoond dat zij aan deze informatieplichten heeft voldaan. Er is geen concrete toelichting gegeven over de totstandkoming van de overeenkomst en hoe de informatieplichten zijn nageleefd. De kantonrechter benadrukt dat het aan de eisende partij is om relevante informatie uit de overgelegde producties te duiden, en niet aan de rechter om zelf naar deze informatie te zoeken.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat de eisende partij niet heeft voldaan aan de eisen van de dagvaarding en de vordering daarom wordt afgewezen. De proceskosten worden aan de eisende partij opgelegd, aangezien zij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitgesproken door mr. I. de Greef op 11 januari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10252942 \ CV EXPL 22-7397
Uitspraakdatum: 11 januari 2023
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Specialistische Dierenkliniek Utrecht B.V.
gevestigd te Utrecht
de eisende partij
gemachtigde: mr. C.G.C. de Bruin (Van Gorcom Advocaten)
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van
€ 1.128,75, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten en over de buitengerechtelijke incassokosten vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag van de algehele betaling.
2.2.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Dat aan deze plichten is voldaan, moet gemotiveerd worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.3.
De eisende partij heeft niet gesteld en onderbouwd dat zij heeft voldaan aan de op haar rustende (pre)contractuele informatieplichten. De eisende partij heeft immers nagelaten een concrete toelichting te geven op de wijze van totstandkoming van de overeenkomst en hoe zij in die situatie heeft voldaan aan de op haar rustende informatieplichten. De kantonrechter kan daarom niet vaststellen op welke wijze de overeenkomst tot stand is gekomen (op afstand, buiten de verkoopruimte of binnen de verkoopruimte) en of aan de gedaagde partij op duidelijke en begrijpelijke wijze de hiervoor bedoelde essentiële informatie is verstrekt. Weliswaar heeft de eisende partij producties bij de dagvaarding overgelegd, maar producties kunnen stellingen enkel ondersteunen. De partij die producties overlegt, moet namelijk inzichtelijk maken welke delen daarvan relevant zijn voor welk standpunt van die partij. Het is niet aan de kantonrechter om eigenhandig op zoek te gaan naar informatie. Het is dus aan de eisende partij om concreet aan te geven welke informatie in welke productie/welke schermafdruk te vinden is (door belangrijke onderdelen bijvoorbeeld te arceren).
Wat is hiervan het gevolg?
2.4.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet de dagvaarding de eis en de gronden daarvan vermelden en op grond van artikel 21 Rv moet de eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aanvoeren.
2.5.
De eisende partij heeft niet aan deze eisen voldaan. Daarom wordt de vordering afgewezen. Gelet op artikel 3.5 van het Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton wordt de eisende partij niet meer in de gelegenheid gesteld om haar vordering bij akte alsnog nader toe te lichten en te onderbouwen.
2.6.
De proceskosten komen voor rekening van de eisende partij, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt de eisende partij tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de gedaagde partij worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter