Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Feiten
‘barst van de medisch afspraken en overige aanverwante zaken.’
‘(…) Ik ben sinds eind voorjaar, begin zomer depressie vrij. (…)’
‘Ter aanvulling op mijn eerdere voortgangsrapportage d.d. 05-01-2023 kan ik u als volgt berichten ten aanzien van de verbeterde medische situatie: Sinds eind voorjaar/begin zomer 2022 is er geen sprake van arbeidsongeschiktheid op medische gronden. Ik adviseer medewerker en werkgever om de hervatting van het werk, waar mogelijk, te bespreken.’
voldoende.’
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
‘arbeidsongeschiktheid over de afgelopen periode waarbij betrokkene([eiser])
niet belastbaar te achten was voor arbeid c.q. re-integratieactiviteiten’. Naar in die rapportage staat vermeld, was dat oordeel gebaseerd op contacten met [eiser] en contacten met de behandelaar in de voorgaande periode. In de aanvullende rapportage van 11 januari 2023 oordeelt de bedrijfsarts echter dat sinds eind voorjaar/begin zomer 2022 geen sprake is van arbeidsongeschiktheid op medische gronden en adviseert zij [eiser] en G4S de hervatting van het werk, waar mogelijk, te bespreken. Uit die rapportage blijkt niet waarop de bedrijfsarts haar oordeel heeft gebaseerd.
Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113).
New Hairstyle)). De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
ernstigverwijtbaar handelen of nalaten van [eiser], zou de arbeidsovereenkomst in dat geval met toepassing van artikel 7:671b lid 9 aanhef en onderdeel a BW zijn ontbonden met ingang van 1 mei 2023 (uitgaand van datum indiening verzoekschrift 1 februari 2023 en een procedureduur van 2 maanden). In het laatste geval zou [eiser] (ongeveer) 3 en een halve maand (na 16 januari 2023) aanspraak hebben gehad op salaris.