Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[gedaagde/eiser2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 maart 2023 van WFC c.s. met producties 1 t/m 31
- de conclusie van antwoord van ECA en TOA, tevens inhoudende een eis in reconventie met producties 1 t/m 11
- de conclusie van antwoord van AITS, tevens inhoudende een eis in reconventie met producties 1 t/m 8
- de conclusie van antwoord van [gedaagde/eiser2], tevens inhoudende een eis in reconventie met producties 1 t/m 4
- aanvullende producties 32 t/m 34 van WFC c.s.
- de akte rectificatie (vermindering proceskosten) en aanvullende producties 34 a t/m 37 van WFC c.s.
- aanvullende producties 38 t/m 40 van WFC c.s.
- de brief van 11 mei 2023 van WFC c.s. met toelichting over het laattijdige indienen van processtukken en de vervallenverklaring
- de e-mail van 11 mei 2023 van WFC c.s. met het verzoek om verlengde spreektijd
- de mondelinge behandeling van 12 mei 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden
- de pleitnota’s van de advocaten van WFC c.s., ECA, TOA, AITS en [gedaagde/eiser2]
- de op zitting gedane mondelinge eiswijziging van ECA en TOA.
2.De feiten
Inleiding
Overeenkomst tot het verlenen van diensten
HUGIN zal voor onbepaalde tijd de verantwoordelijkheid nemen voor de realisatie van de software wensen van opdrachtgever.
HUGIN zal in de periode van 01-08-2007 tot 01-08-2008, gedurende een periode van 12 maanden, met een eventuele verlenging, op verzoek van de opdrachtgeversoftwareontwikkeling verrichten voor tenminste 40 uur in de week(…)
Due Dilligenceonderzoeken verricht door Ernst & Young. In de rapportages van Ernst & Young zijn over Cargonizer onder meer de volgende opmerkingen opgenomen:
Kales group business is managed through two version of a in house developed freight management application : Zebra and Cargonizer.”
an outdated business application based on local servers that are not well secured.”
Kales only uses an external developer a few weeks each year to upgrade the freight application.”
Zebra is the older version of the freight management software that allows booking, invoicing, …management. Its database structure was inefficient and therefore a new version called Cargonizer has been developed in 2009.”
Cargonizer is the new version of cargo application. lt is only deployed on 9 servers for 70 users. lt offers a semi- automated interface with Exact accounting software for invoices. Property of this software is said to belong to Kales group (contract not yet obtained).”
non-disclosure agreementmet WFC getekend, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
The confidential information covered by this Agreement (“Confidential Information”) can be described as and includes any information(…)
disclosed to Recipient(…)
The Recipient:
IT Support for Testing & Training Contractgetekend, waarin de volgende bepaling is opgenomen:
non-disclosure agreementmet AITS heeft getekend.
4.3. bepaalt dat nadat conserverende maatregelen zijn genomen de beslaglegging geen voortgang vindt voordat, binnen één uur nadat de deurwaarder voornoemde conserverende maatregelen heeft genomen, een advocaat of andere vertrouwenspersoon van gerekwestreerde sub 4[[gedaagde/eiser2]]
aanwezig is, (…)
dat de deurwaarder desgevraagd een proces-verbaal aan gerekwestreerden zal verstrekken dat een gedetailleerde beschrijving van de in beslag genomen broncode en database bevat,(…)
Beste [C.],
3.Het geschil in conventie
Non disclosure Agreementdie [gedaagde/eiser2] omstreeks juli 2020 heeft gesloten met AITS en alle e-mails en documenten die de heer [B.] in opdracht van [E.], [F.] en/of [G.] heeft verwijderd van een server binnen WFC, en een opgave van alle instructies aan [B.] om deze handelingen te verrichten;
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling
Dow/Organik(HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1775) maakt het voorgaande niet anders. Dit arrest heeft immers betrekking op artikel 1019c Rv lid 2 hetgeen bepaalt dat zodra in de hoofdzaak is beslist en deze beslissing in kracht van gewijsde is gegaan, het beslag van rechtswege vervalt. In het kader van artikel 1019c Rv geldt dat met de ‘hoofdzaak’ wordt gedoeld op een procedure waarin vorderingen gebaseerd op de gestelde onrechtmatige inbreuk geldend worden gemaakt, zoals een verbods- of schadeprocedure (vgl.
Dow/Organik, r.o. 6.1.2). 1019c Rv ziet echter op een andere situatie, namelijk de situatie waarin het beslag vervalt -voordat een beslissing in kracht van gewijsde gaat- als gevolg van een verklaring in de zin van artikel 1019i Rv. Zodoende kan niet zonder meer worden aangenomen dat de ‘hoofdzaak’ in 1019c Rv dezelfde ‘hoofdzaak’ is als in 1019i Rv. De Hoge Raad gaat in
Dow/Organikook verder niet in op artikel 1019i Rv.
AIB/Novisem)). De Hoge Raad heeft verder bepaald dat bij een inzagevordering de drempel voor de vereiste mate van aannemelijkheid van de beweerde inbreuk hoger ligt dan bij het leggen van bewijsbeslag, maar lager ligt dan bij toewijzing van een op een IE-inbreuk gebaseerde (verbods)vordering (HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1775 (
Dow/Organik). Degene die inzage of afschrift verlangt zal daarom gemotiveerd feiten en omstandigheden dienen te stellen en deze met eventueel reeds voorhanden bewijsmateriaal moeten onderbouwen. Bij de vraag of de rechtsbetrekking voldoende aannemelijk is geworden, komt het steeds aan op een waardering van de stellingen en verweren van partijen en de overtuigingskracht van het eventueel reeds overgelegde bewijsmateriaal (HR 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1251 (
Semtex).
copyright notice“Copyright© Kales Airline Service BV 2008-2015” die de IT-deskundige heeft aangetroffen in de broncode van Cargonizer.
copyright noticeopgenomen waarin KAS als auteursrechthebbende van de broncode wordt aangeduid. Aan een dergelijke copyright notice kan niet zonder meer een beroep op het vermoeden van artikel 4 Aw worden ontleend, aangezien KAS daarmee op zichzelf niet als
makervan de broncode wordt aangeduid hetgeen artikel 4 Aw wel vereist. [3]
SGAE/Rafael Hoteles). Een zo beperkte openbaarmaking als de onderhavige verdraagt zich ook slecht met de strekking van artikel 8 Aw, omdat het doel daarvan is dat de openbaarmaking leidt tot een min of meer ruime mate van kenbaarheid van het werk buiten de kring van de betrokkenen bij het creatie- en productieproces. [4]
hebbenvan informatie (Kamerstukken II 2017/18, 34821, nr. 3, p. 6). Of een partij daadwerkelijk beschikking heeft over de informatie is aldus doorslaggevend om te bepalen of iemand als houder van het bedrijfsgeheim is aan te merken. WFC c.s. heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij over de broncode beschikt, in die zin dat zij de broncode in bezit heeft. Sterker nog, zij vordert in deze procedure inzage in de broncode van Cargonizer die zich in beginsel uitsluitend onder AITS bevindt, althans welke broncode WFC c.s. zelf in eider geval niet heeft. WFC c.s. kan dus niet worden gevolgd in haar stelling dat zij in goederenrechtelijke zin de bezitter is van het bedrijfsgeheim, dat AITS voor haar houdt als houder.
non-disclosure agreementen een
IT Support for Testing & Training Contract. In beide overeenkomsten wordt de broncode niet uitdrukkelijk aangeduid als ‘confidential information’. WFC c.s. heeft bovendien nagelaten om onderbouwd te stellen hoe [gedaagde/eiser2] met het enkele
ontvangenvan de broncode van [B.]/AITS zijn geheimhoudingsverplichtingen jegens WFC heeft overtreden. [gedaagde/eiser2] heeft de broncode immers niet ontvangen van WFC in het kader van zijn werkzaamheden voor WFC, maar van AITS/[B.]. Daar komt bij dat [gedaagde/eiser2], naar het oordeel van de voorzieningenrechter, te goeder trouw was op het moment dat hij de broncode van AITS ontving. Op basis van de destijds voor hem beschikbare informatie, de omstandigheid dat alleen AITS toegang had tot de broncode (waartoe doorgaans alleen de rechthebbende toegang heeft) en het feit dat hij een
non-disclosure agreementmet AITS moest tekenen, mocht hij er redelijkerwijs op vertrouwen dat AITS over de rechten op Cargonizer beschikte.
ex partehet verlof te verlenen, na tegenspraak in de inzageprocedure tenminste even houdbaar of aannemelijk zijn. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is daarvan in deze zaak geen sprake, dit alleen al gelet op de steekhoudende verweren van gedaagden ten aanzien van de positie van KAS als vermeend rechthebbende.
ex parteverzoek tot het leggen van bewijsbeslag gepresenteerd als de enige rechthebbende op de auteursrechten op de broncode en database, zonder het verweer van gedaagden op dit punt inhoudelijk te behandelen of woorden te wijden aan de rol van [A.]. Ook heeft WFC nagelaten in dat verzoek melding te maken van feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat haar stellingen niet zo vanzelfsprekend zijn als zij daarin heeft doen voorkomen, zoals onder meer de opmerkingen van E&Y dat aangenomen wordt dat de rechten aan de ‘Kales group’ behoren maar geen contract is verstrekt, de omstandigheid dat vergoedingen worden betaald aan AITS, de betrokkenheid van [A.] als programmeur die werkte onder instructie van AITS, de informatie die er op wijst dat Cargonizer in 2009 is ontwikkeld en dat E&Y Cargonizer in 2011 heeft bestempeld als een ‘outdated business application’.
ex parteprocedure had het op de weg van WFC c.s. gelegen om de voorzieningenrechter met meer feitelijkheden en minder sfeerscheppende retorische stijlmiddelen omtrent de sterke en minder sterke punten van haar aanspraken te informeren. Op een partij die verlof vraagt voor een -naar zijn aard invasief- bewijsbeslag rust uit hoofde van artikel 21 Rv een zwaarwegende verantwoordelijkheid om de feiten evenwichtig, dus ook met vermelding van bekende contraire feiten, te presenteren. Dat is in casu volstrekt onvoldoende gebeurd. De voorzieningenrechter rekent WFC c.s. dat zwaar aan.
6.De reconventionele vorderingen
Opheffing beslag
an outdated business application”.
wipenvan de bij de beslaglegging gebruikte gegevensdragers, binnen zeven dagen na betekening van het vonnis door [gedaagde/eiser2] aan WFC c.s. Aan dit bevel zal de door [gedaagde/eiser2] gevorderde dwangsom worden gekoppeld, welke de voorzieningenrechter redelijk voorkomt.
- totdat de voorlopige getuigenverhoren in het grotere geschil zijn afgerond,
- zonder dat in het beslagrekest wordt ingegaan op het resultaat van die verhoren,
- zonder dat dit kort geding vonnis aan het rekest wordt gehecht en daaraan in het rekest aandacht wordt besteed,
- zonder dat in het rekest wordt vermeld dat er reeds tot tweemaal toe bewijsbeslag is gelegd en dat AITS wenst te worden gehoord.
7.Proceskosten
8.De beslissing
wipenvan de bij de beslaglegging gebruikte gegevensdragers, waaronder in ieder geval een harde schijf met serienummer WX71AB9LNOR4, dit op straffe van een dwangsom van € 10.000 per dag voor iedere dag dat WFC c.s. ter zake in gebreke blijven, met een maximum van € 250.000,-,
- totdat de voorlopige getuigenverhoren in het grotere geschil zijn afgerond,
- zonder dat in het beslagrekest wordt ingegaan op het resultaat van die verhoren,
- zonder dat dit kort geding vonnis aan het rekest wordt gehecht en daaraan in het rekest aandacht wordt besteed,
- zonder dat in het rekest wordt vermeld dat er reeds tot tweemaal toe bewijsbeslag is gelegd en dat AITS wenst te worden gehoord,
- aan de zijde van ECA en TOA tot op heden gezamenlijk begroot op € 26.667,95
- aan de zijde van AITS tot op heden begroot op € 26.667,95
- aan de zijde van [gedaagde/eiser2] tot op heden begroot op € 3.729,50