In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 6 april 2023 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Budget Thuis B.V., Nutservices B.V. en Budgetenergie, hierna te noemen de eisende partij, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard en stelt dat deze uit hoofde van een tussen hen gesloten overeenkomst gehouden is om een bedrag van € 762,69 te voldoen. De eisende partij vordert daarnaast buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, maar beperkt haar vordering tot een bedrag van € 500,00, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, gesloten buiten de verkoopruimte. De eisende partij heeft voldoende onderbouwd dat zij heeft voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of aan deze informatieplichten is voldaan, ook al is er geen verweer gevoerd door de gedaagde partij.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisende partij recht heeft op de gevorderde opzegvergoeding van € 125,00, omdat de gedaagde partij de overeenkomst voortijdig heeft beëindigd. De totale toewijsbare hoofdsom bedraagt € 518,69, bestaande uit € 393,69 en de opzegvergoeding. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen, omdat de eisende partij onvoldoende heeft aangetoond wanneer de aanmaning is verzonden. De gedaagde partij is grotendeels in het ongelijk gesteld en wordt veroordeeld in de proceskosten.