Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 16 juni 2023 in de zaak tussen
[verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker(gemachtigde: mr. J.J. van ’t Hoff),
de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, verweerster
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Deze bepaling bevat niet het vereiste van een bloedonderzoek. Het overschrijden van een grenswaarde is eveneens geen vereiste. Het vermoeden van rijden onder invloed levert het vermoeden van ongeschiktheid op en op basis daarvan legt verweerster met het oog op het algemene belang van de verkeersveiligheid een onderzoek op als bestuursrechtelijke maatregel. Juist het opgelegde onderzoek dient ertoe om te kijken of daadwerkelijk sprake is van ongeschiktheid. [1]
Verder is in het proces-verbaal vermeld dat de bij verzoeker afgenomen speekseltest een indicatie voor de stof cannabis (THC) aangaf.
Daarnaast is in dit proces-verbaal opgenomen dat verzoeker uiterlijke kenmerken vertoonde die passen bij het gebruik van drugs. Er is ten aanzien van de motoriek onrustig gedrag/bewegingsdrang waargenomen en het gedrag is beschreven als sloom.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om aan de juistheid van deze gegevens in dit op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal te twijfelen. De beschreven waarnemingen van de verbalisanten acht de voorzieningenrechter niet zonder meer tegenstrijdig. Bovendien heeft verzoeker tegenover de politie verklaard wiet te hebben gerookt.
De enkele stelling dat verzoeker zich prima voelde en zijn verklaring dat hij pas na 10 dan wel 12 uur na het roken van een joint is gaan rijden leiden niet tot een ander oordeel. Daarbij acht de voorzieningenrechter van belang dat THC, zoals verweerster heeft toegelicht, volgens Jellinek na 6 tot 8 uur niet meer aan te tonen is in het speeksel. Dit kan langer zijn bij personen die veel blowen of een zeer slecht gebit hebben. Nu gesteld noch gebleken is dat verzoeker een slecht gebit heeft, duidt dit erop dat verzoekers verklaring dat hij tweemaal per week drugs gebruikte en op de desbetreffende dag 1 joint heeft gerookt en dat dit 10 à 12 uur geleden was, niet klopt. Hij heeft ofwel korter voor de afname van de speekseltest geblowd of hij was een persoon die veel blowde. Gelet hierop, biedt het proces-verbaal voldoende gegevens om het vermoeden van rijden onder invloed te rechtvaardigen.
Belangenafweging