ECLI:NL:RBNHO:2023:8474

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
26 augustus 2023
Zaaknummer
10568040 \ CV EXPL 23-2810
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Sanctie wegens schending van de contractuele informatieplicht in een overeenkomst op afstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 23 augustus 2023 een verstekvonnis gewezen in een civiele procedure tussen de vennootschap Alektum Capital AG, gevestigd te Zug (Zwitserland), en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 59,99, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van een overeenkomst op afstand. De kantonrechter heeft ambtshalve de naleving van de contractuele informatieplichten getoetst, zoals vastgelegd in artikel 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). De eisende partij diende te bewijzen dat zij aan deze informatieplichten had voldaan, wat essentieel is ter bescherming van de consument.

De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij niet voldoende bewijs had geleverd dat zij had voldaan aan de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW. De overgelegde stukken waren niet toereikend om aan te tonen dat de gedaagde partij een bevestiging van de bestelling had ontvangen. Hierdoor werd de eisende partij geconfronteerd met een sanctie, waarbij de kantonrechter besloot de overeenkomst gedeeltelijk te vernietigen, met een vermindering van 25% van de verschuldigde koopprijs. Dit besluit was in lijn met de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Hoge Raad.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 84,99, inclusief wettelijke rente over het toewijsbare bedrag van € 44,99, en heeft de proceskosten aan de zijde van de eisende partij vastgesteld. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.M. Kruithof in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10568040 \ CV EXPL 23-2810
Uitspraakdatum: 23 augustus 2023
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
Alektum Capital AG
gevestigd te Zug (Zwitserland)
de eisende partij
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder R. Slagman
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van
€ 59,99, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
2.2.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 onder a, b, c, e, f, g, h, i, j, o en p en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
De precontractuele informatieplichten
2.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de eisende partij met de door haar overgelegde stukken en toelichting daarop voldoende onderbouwd toegelicht dat bij het sluiten van de overeenkomst is voldaan aan de precontractuele informatieplichten van artikel 6:230m lid 1 BW.
2.4.
De in artikel 6:230m lid 1, onder a, e, o en p, BW genoemde informatie dient op een duidelijke en in het oog springende manier en onmiddellijk voordat de consument zich bestelling plaatst te worden verstrekt (artikel 6:230v lid 2 BW). De eisende partij heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat aan deze wettelijke eis is voldaan. Hetzelfde geldt voor de verplichting die uit artikel 6:230v lid 3 BW voortvloeit.
De contractuele informatieplicht
2.5.
De eisende partij vindt dat zij heeft voldaan aan de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 onder a BW. Zij heeft echter geen bevestiging van de bestelling van de gedaagde partij overgelegd, maar een
voorbeeldvan een bestelbevestiging en toegelicht dat een dergelijke bevestiging aan de gedaagde partij is verstuurd.
2.6.
De kantonrechter vindt het voorbeeld van de bestelbevestiging niet voldoende. Om te kunnen vaststellen dat is voldaan aan artikel 6:230v lid 7 onder a BW moet een aan de gedaagde partij verzonden bestelbevestiging van de webwinkel van de handelaar worden overgelegd die voldoet aan de eisen van dat artikel. Dat wil zeggen een concrete, daadwerkelijk aan de gedaagde partij verzonden bestelbevestiging. Die ontbreekt in dit geval.
2.7.
De stelling van de eisende partij dat de betreffende informatie (ook) is te raadplegen in het persoonlijke account van de gedaagde partij, is niet (voldoende) onderbouwd met stukken. De kantonrechter is daarom van oordeel dat de eisende partij niet aan de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 onder a BW heeft voldaan en zal daarvoor een sanctie toepassen.
Welke sanctie hoort hierbij?
2.8.
Gelet op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) en het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677) moet de kantonrechter aan de schending van de informatieplichten gevolgen verbinden door passende maatregelen te nemen die de consument effectieve rechtsbescherming bieden. Die maatregelen moeten doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig zijn.
2.9.
In deze zaak heeft de eisende partij de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW geschonden. Met het oog op voornoemde Europeesrechtelijke beginselen en jurisprudentie van het HvJ EU en de Hoge Raad, zal de kantonrechter de overeenkomst gedeeltelijk vernietigen, te weten voor 25% van de door de gedaagde partij verschuldigde koopprijs. Daarbij wordt (mede) toepassing gegeven aan de artikelen 3:40 lid 2 en 3:41 BW, en aan de artikelen 6:193b, 6:193d, 6:193f en 6:193j BW, omdat de schending van de informatieplichten ook een oneerlijke handelspraktijk is.
Wat is toewijsbaar?
2.10.
Gelet op het voorgaande is van de oorspronkelijke hoofdsom van € 59,99‬‬ een bedrag van € 44,99 (€ 59,99‬‬‬ x 0.75) toewijsbaar.
Ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden
2.11.
De bedingen die voor de beoordeling van de vordering relevant zijn, te weten artikel 15 lid 4 van de algemene en aanvullende voorwaarden en artikel 3.3 van de Algemene voorwaarden van Zalando, zijn door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.
2.12.
De buitengerechtelijke kosten zijn toewijsbaar over deze hoofdsom, tot een bedrag van
€ 40,00.
2.13.
De vordering tot vergoeding van de verschenen rente zal worden afgewezen, omdat de eisende partij die rente (gelet op de toewijsbare hoofdsom) over een te hoog bedrag heeft berekend. De wettelijke rente zal worden toegewezen over de toewijsbare hoofdsom vanaf de dag van de dagvaarding.
2.14.
De gedaagde partij wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 84,99‬‬, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 44,99 vanaf 14 juni 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
€ 106,73 wegens dagvaardingskosten,
€ 128,00 wegens griffierecht en
€ 39,00 wegens salaris gemachtigde;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter