ECLI:NL:RBNHO:2023:976

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
8 februari 2023
Zaaknummer
10274790 \ CV EXPL 23-202
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van precontractuele informatieplichten in consumentenzaken met sancties bij schending

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 februari 2023 een verstekvonnis uitgesproken in een consumentenzaken tussen de vennootschap Coeo Securitisation Limited en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 247,90, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van een koopovereenkomst op afstand. De kantonrechter heeft ambtshalve de naleving van de (pre)contractuele informatieplichten getoetst, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.

De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij voldoende had aangetoond dat voldaan was aan de precontractuele informatieplichten, maar dat er een tekortkoming was in de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW. De eisende partij had geen concrete bestelbevestiging overgelegd, maar slechts een voorbeeld, wat niet voldeed aan de wettelijke eisen. Hierdoor werd de eisende partij niet in het gelijk gesteld en werd de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd, met een toewijsbare hoofdsom van € 185,93.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde partij in de proceskosten veroordeeld. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en rente werden afgewezen, omdat de eisende partij niet voldoende bewijs had geleverd. Dit vonnis benadrukt het belang van naleving van informatieplichten in consumentenzaken en de gevolgen van schending daarvan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10274790 \ CV EXPL 23-202
Uitspraakdatum: 1 februari 2023
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar vreemd recht
Coeo Securitisation Limited
gevestigd te Dublin (Ierland)
de eisende partij
gemachtigde: Deurwaarderskantoor Van Lith B.V.
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 247,90, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
2.2.
De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 onder a, b, c, e, f, g, h, i, j, o en p en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
De precontractuele informatieplichten
2.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de eisende partij voldoende heeft toegelicht en onderbouwd dat is voldaan aan de precontractuele informatieplichten van artikel 6:230m lid 1 BW.
2.4.
De in artikel 6:230m lid 1, onder a, e, o en p, BW genoemde informatie dient op een duidelijke en in het oog springende manier en onmiddellijk voordat de consument zijn bestelling plaatst te worden verstrekt (artikel 6:230v lid 2 BW). De eisende partij heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat aan deze wettelijke eis is voldaan. Hetzelfde geldt voor de verplichting die uit artikel 6:230v lid 3 BW voortvloeit.
De contractuele informatieplicht
2.5.
De eisende partij vindt dat zij heeft voldaan aan de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 onder a BW. Zij heeft echter geen bestelbevestiging van de bestelling van de gedaagde partij overgelegd, maar een voorbeeld van een bestelbevestiging en toegelicht dat een dergelijke bevestiging aan de gedaagde partij is verstuurd.
2.6.
De kantonrechter vindt het voorbeeld van de bestelbevestiging niet voldoende. Om te kunnen vaststellen dat is voldaan aan artikel 6:230v lid 7 onder a BW moet een aan de gedaagde partij verzonden bestelbevestiging van de webshop van de handelaar worden overgelegd die voldoet aan de eisen van dat artikel. Dat wil zeggen een concrete, daadwerkelijk aan de gedaagde partij verzonden bestelbevestiging. Die ontbreekt in dit geval. De stelling van de eisende partij dat de betreffende informatie (ook) is te raadplegen in het persoonlijke account van de gedaagde partij, is niet onderbouwd met stukken.
2.7.
De kantonrechter is daarom van oordeel dat de eisende partij niet aan de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW heeft voldaan en zal voor deze schending een sanctie toepassen.
Welke sanctie hoort hierbij?
2.8.
Gelet op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) en het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677) moet de kantonrechter aan de schending van de informatieplichten gevolgen verbinden door passende maatregelen te nemen die de consument effectieve rechtsbescherming bieden. Die maatregelen moeten doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig zijn.
2.9.
In deze zaak heeft de eisende partij de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW geschonden. Met het oog op voornoemde Europeesrechtelijke beginselen en jurisprudentie van het HvJ EU en de Hoge Raad, zal de kantonrechter de overeenkomst gedeeltelijk vernietigen, te weten voor 25% van de door de gedaagde partij verschuldigde koopprijs. Daarbij wordt (mede) toepassing gegeven aan de artikelen 3:40 lid 2 en 3:41 BW, en aan de artikelen 6:193b, 6:193d, 6:193f en 6:193j BW, omdat de schending van de informatieplichten ook een oneerlijke handelspraktijk is.
Wat is toewijsbaar?
2.10.
Gelet op het voorgaande is van de oorspronkelijke hoofdsom van € 247,9‬‬0, een bedrag van € 185,93 (€ 247,9‬0 x 0,75) toewijsbaar.
2.11.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen, omdat de eisende partij de aanmaning als bedoeld in artikel 6:96 lid 6 BW, waarop zij zich ter onderbouwing van de gevorderde buitengerechtelijke kosten beroept, niet heeft overgelegd. Daarmee is in strijd gehandeld met artikel 85 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het overgelegde afschrift van de e-mail is niet voldoende, nu daarin de zogenoemde header ontbreekt, zodat niet kan worden vastgesteld of de e-mail is verstuurd en naar welk adres.
2.12.
De vordering tot vergoeding van de verschenen rente zal worden afgewezen, omdat de eisende partij die rente (gelet op de toewijsbare hoofdsom) over een te hoog bedrag heeft berekend. De wettelijke rente zal worden toegewezen over de toewijsbare hoofdsom vanaf de dag van de dagvaarding.
2.13.
De gedaagde partij wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 185,93‬, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 december 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
€ 107,22 wegens dagvaardingskosten,
€ 128,00 wegens griffierecht en
€ 39,00 wegens salaris gemachtigde;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter