ECLI:NL:RBNHO:2023:976
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Toepassing van precontractuele informatieplichten in consumentenzaken met sancties bij schending
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 februari 2023 een verstekvonnis uitgesproken in een consumentenzaken tussen de vennootschap Coeo Securitisation Limited en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 247,90, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van een koopovereenkomst op afstand. De kantonrechter heeft ambtshalve de naleving van de (pre)contractuele informatieplichten getoetst, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.
De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij voldoende had aangetoond dat voldaan was aan de precontractuele informatieplichten, maar dat er een tekortkoming was in de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW. De eisende partij had geen concrete bestelbevestiging overgelegd, maar slechts een voorbeeld, wat niet voldeed aan de wettelijke eisen. Hierdoor werd de eisende partij niet in het gelijk gesteld en werd de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd, met een toewijsbare hoofdsom van € 185,93.
De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde partij in de proceskosten veroordeeld. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en rente werden afgewezen, omdat de eisende partij niet voldoende bewijs had geleverd. Dit vonnis benadrukt het belang van naleving van informatieplichten in consumentenzaken en de gevolgen van schending daarvan.