ECLI:NL:RBNHO:2023:979

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 januari 2023
Publicatiedatum
8 februari 2023
Zaaknummer
10263510 \ CV EXPL 23-45
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering tot betaling in consumentenzaak met informatieplichten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 januari 2023 een verstekvonnis uitgesproken in een consumentenzaak. De eisende partij, vertegenwoordigd door gerechtsdeurwaarders J. Schutte en M.C. Dirks van Gerechtsdeurwaarderskantoor Vermeer Schutte & Musen B.V., heeft de gedaagde partij gedagvaard, die niet is verschenen. De eisende partij vorderde een betaling van € 2.039,38, bestaande uit € 1.752,00 aan hoofdsom, € 24,58 aan rente en € 262,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 7 december 2022.

De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, waarbij de handelaar moet voldoen aan de informatieplichten van artikel 6:230l BW. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij voldoende heeft aangetoond dat aan deze informatieplichten is voldaan. De kantonrechter heeft ambtshalve gecontroleerd of de wettelijke voorschriften zijn nageleefd, ook al was er geen verweer van de gedaagde partij.

De kantonrechter heeft de vordering toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond werd bevonden. De gedaagde partij is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten vergoeden. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 105,09 voor dagvaardingskosten, € 244,00 voor griffierecht en € 187,00 voor het salaris van de gemachtigde. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10263510 \ CV EXPL 23-45
Uitspraakdatum: 18 januari 2023 (bij vervroeging)
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser], handelende onder de naam
[bedrijf], mede handelende onder de naam
[bedrijf]
wonende te [woonplaats 1] en zaakdoende te [plaats]
de eisende partij
gemachtigde: gerechtsdeurwaarders J. Schutte en M.C. Dirks (Gerechtsdeurwaarderskantoor Vermeer Schutte & Musen B.V.)
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats 2]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 2.039,38 (€ 1.752,00 aan hoofdsom, € 24,58 aan rente en € 262,80 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.752,00 vanaf 7 december 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
2.2.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, anders dan een overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte gesloten. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikel 6:230l aanhef en onder a, b, c, d en f van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de eisende partij voldoende heeft toegelicht en onderbouwd dat is voldaan aan de informatieplichten.
2.4.
De vordering wordt toegewezen, omdat deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
2.5.
De gedaagde partij wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 2.039,38, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.752,00 vanaf 7 december 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
€ 105,09 wegens dagvaardingskosten,
€ 244,00 wegens griffierecht en
€ 187,00 wegens salaris gemachtigde;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter