Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[bedrijf], mede handelende onder de naam
[bedrijf]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 januari 2023 een verstekvonnis uitgesproken in een consumentenzaak. De eisende partij, vertegenwoordigd door gerechtsdeurwaarders J. Schutte en M.C. Dirks van Gerechtsdeurwaarderskantoor Vermeer Schutte & Musen B.V., heeft de gedaagde partij gedagvaard, die niet is verschenen. De eisende partij vorderde een betaling van € 2.039,38, bestaande uit € 1.752,00 aan hoofdsom, € 24,58 aan rente en € 262,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 7 december 2022.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, waarbij de handelaar moet voldoen aan de informatieplichten van artikel 6:230l BW. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij voldoende heeft aangetoond dat aan deze informatieplichten is voldaan. De kantonrechter heeft ambtshalve gecontroleerd of de wettelijke voorschriften zijn nageleefd, ook al was er geen verweer van de gedaagde partij.
De kantonrechter heeft de vordering toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond werd bevonden. De gedaagde partij is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten vergoeden. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 105,09 voor dagvaardingskosten, € 244,00 voor griffierecht en € 187,00 voor het salaris van de gemachtigde. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.