ECLI:NL:RBNHO:2024:11232

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 januari 2024
Publicatiedatum
31 oktober 2024
Zaaknummer
10609665 \ CV EXPL 23-4390
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake ambtshalve toetsing van algemene voorwaarden in een huurovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 31 januari 2024 een tussenvonnis gewezen in een bodemprocedure tussen De Nederlandse Kluis B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde onder andere betaling van een bedrag van € 212,75, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van een kluis. De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden van de eisende partij getoetst aan de wettelijke informatieplichten die gelden voor overeenkomsten tussen handelaren en consumenten. De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij voldoende had aangetoond dat aan deze informatieplichten was voldaan. De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst werd toegewezen, maar de kantonrechter uitte ook zorgen over bepaalde bedingen in de algemene voorwaarden die mogelijk oneerlijk waren. De eisende partij kreeg de gelegenheid om zich hierover uit te laten. De beslissing over verdere stappen in de procedure werd aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10609665 \ CV EXPL 23-4390
Uitspraakdatum: 31 januari 2024
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
De Nederlandse Kluis B.V.
gevestigd te Rotterdam
de eisende partij
gemachtigde: AGIN Timmermans Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende in de gemeente [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 212,75, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 211,20 vanaf 27 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening. Ook vordert de eisende partij ontbinding van de huurovereenkomst en veroordeling van de gedaagde partij om de kluis met nummer 5-451, staande en gelegen te [plaats], aan het adres [adres] te ontruimen en met overgifte der sleutels ter vrije en algehele beschikking van de eisende partij te stellen, bij gebreke waarvan deze ontruiming gedwongen zal plaatsvinden door een gerechtsdeurwaarder. De eisende partij vordert eveneens veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 211,20 aan jaarlijkse huur, vermeerderd met de indexatie als overeengekomen, voor ieder jaar of gedeelte daarvan dat de gedaagde partij de kluis na 23 september 2023 in haar bezit mocht houden, of niet ter beschikking van de eisende partij mocht stellen. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
2.2.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, anders dan een overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte gesloten. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikel 6:230l aanhef en onder a, b, c, d en f van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de eisende partij voldoende heeft toegelicht en onderbouwd dat is voldaan aan de informatieplichten.
Ontbinding
2.4.
De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen.
Algemene voorwaarden
2.5.
Uit de overlegde stukken blijkt dat op de overeenkomst de Voorwaarden huurovereenkomst Safeloket De Nederlands Kluis B.V. versie september 2019 (hierna: de algemene voorwaarden) van de eisende partij van toepassing zijn verklaard. De kantonrechter is, gelet op het Dexia-arrest van het Hof van Justitie van 27 januari 2021, gehouden om onderzoek te doen naar (mogelijk) oneerlijke bedingen in de toepasselijke algemene voorwaarden. Volgens de Europese Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (Richtlijn 93/13/EEG) is een beding oneerlijk wanneer dit het evenwicht tussen de wederzijdse rechten en verplichtingen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. De kantonrechter moet in iedere procedure over ieder onderdeel van de vordering beoordelen of daarover in de algemene voorwaarden afspraken zijn gemaakt en of die afspraken al dan niet eerlijk zijn ten opzichte van de consument. Als de kantonrechter oordeelt dat een contractuele afspraak niet eerlijk is, moet het beding worden vernietigd en moet de vordering op dat onderdeel worden afgewezen, ook als de eisende partij in de procedure een beroep doet op wettelijke bepalingen in plaats van op die contractuele afspraak.
2.6.
Artikel 9 van de algemene voorwaarden ziet op ontruiming van het safeloket en daarin staat onder meer:

Huurder is verplicht het Safeloket voor afloop van de Overeenkomst (en in geval van ontbinding of vernietiging van de Overeenkomst binnen een maand nadat de Overeenkomst is ontbonden of vernietigd) te ontruimen, aan eventuele openstaande betalingsverplichtingen te voldoen en de sleutels aan Verhuurder te retourneren op een in overleg met Verhuurder vast te stellen dag en tijdstip.Bij gebreke van het tijdig ontruimen van het Safeloket, het voldoen aan eventuele openstaande betalingsverplichtingen en het teruggeven van de sleutels aan Verhuurder, is Verhuurder bevoegd in tegenwoordigheid van een notaris of deurwaarder het Safeloket te laten openen en de inhoud daarvan door die notaris of deurwaarder te laten vaststellen. De kosten die verband houden met het openboren, het vervangen van de sloten en de kosten van de notaris of deurwaarder, komen voor rekening van de Huurder.Onder de opschortende voorwaarde van het door Verhuurder openen van het Safeloket wegens het door de Huurder niet tijdig ontruimen van het Safeloket, en het in de macht van Verhuurder komen van goederen die zich in het Safeloket bevinden, krijgt Verhuurder, voor zover wettelijk toegestaan, een pandrecht (vuistpand) op die goederen. Verhuurder is bevoegd de goederen waarop het pandrecht rust in de macht te brengen van een door haar aan te wijzen derde, die de goederen voor Verhuurder als pandhouder onder zich houdt. Het pandrecht dient tot zekerheid voor al hetgeen de Huurder aan Verhuurder verschuldigd zal zijn. Voor zover nodig verleent de Huurder aan Verhuurder een onherroepelijke volmacht tot het verrichten van de in deze bepaling omschreven handelingen.De kosten voor het behoud en onderhoud, waaronder nadrukkelijk mede begrepen de kosten voor opslag, van de goederen die conform het vorige artikel in de macht van Verhuurder of een door Verhuurder aangewezen derde zijn gebracht, kunnen door Verhuurder aan de Huurder in rekening worden gebracht. De opslagkosten worden hierbij vastgesteld op de laatst geldende huurprijs vermeerderd met een opslag van 25% onverminderd het recht van Verhuurder op volledige schadevergoeding en ontruiming van het Safeloket.Het pandrecht van Verhuurder vervalt niet voordat de verkoop is geeffectueerd. Verhuurder is als pandhouder gerechtigd om in de periode na de ontruiming de inhoud van het Safeloket te verkopen om daaruit haar vorderingen, waaronder de verkoopkosten, te voldoen. Een eventueel overschot wordt aan de Huurder uitgekeerd op de door de Huurder opgegeven betaalrekening. Indien de goederen een geringe geldelijke waarde hebben is Verhuurder bevoegd de goederen te vernietigen. De kosten van vernietiging zijn voor rekening van Huurder. Indien zich contante gelden in het Safeloket bevinden zal Verhuurder zonder kennisgeving aan de Huurder haar vorderingen mogen verrekenen met deze gelden en een eventueel overschot uitkeren op de door de Huurder opgegeven betaalrekening.
2.7.
De kantonrechter is van oordeel dat dit beding niet oneerlijk is, behoudens het volgende deel van dit beding: “
De kosten voor het behoud en onderhoud, waaronder nadrukkelijk mede begrepen de kosten voor opslag, van de goederen die conform het vorige artikel in de macht van Verhuurder of een door Verhuurder aangewezen derde zijn gebracht, kunnen door Verhuurder aan de Huurder in rekening worden gebracht. De opslagkosten worden hierbij vastgesteld op de laatst geldende huurprijs vermeerderd met een opslag van 25% onverminderd het recht van Verhuurder op volledige schadevergoeding en ontruiming van het Safeloket.
Dit deel van het beding valt mogelijk onder artikel 3 lid 3 sub 1 onder ‘l’ van de blauwe lijst behorende bij Richtlijn 93/13/EEG, omdat hierbij aan de consument die zijn verbintenissen niet nakomt een onevenredig hoge schadevergoeding wordt opgelegd. Vooralsnog komt een bedrag gelijk aan de laatst geldende huurprijs vermeerderd met 25% voor de kosten van het behoud en onderhoud van de goederen van de consument de kantonrechter onevenredig hoog voor. Niet valt in te zien dat de kosten voor behoud en onderhoud, waaronder opslagkosten, gelijk zijn aan de laatst geldende huurprijs vermeerderd met 25%. In die huurprijs zit immers een winstmarge terwijl daar bij schadevergoeding geen sprake van kan zijn. Het beding is bovendien oneerlijk omdat naast de vaste schadevergoeding kennelijk ook een volledige schadevergoeding kan worden gevorderd en niet is toegelicht waar die uit bestaat. Gelet hierop wordt dit beding vermoed oneerlijk te zijn. De eisende partij krijgt de gelegenheid om zich hierover uit te laten.
Incassobeding
2.8.
Artikel 7 van de algemene voorwaarden bevat een beding over incassokosten en schadevergoeding. In dat artikel staat:

Betaling dient zonder korting of verrekening te geschieden binnen 14 dagen na factuurdatum, tenzij anders overeengekomen. Na het verstrijken van deze termijn is Huurder van rechtswege in verzuim.Verhuurder is gerechtigd (de incasso van) alle vorderingen van Verhuurder op Huurder over te dragen aan een Financiering of Incasso-instelling.Verhuurder is gerechtigd buitengerechtelijke en gerechtelijke incassokosten bij Huurder in rekening te brengen.Bij een achterstand in betaling van meer dan 2 maanden is Verhuurder gerechtigd de Overeenkomst te ontbinden en aanspraak te maken op schadevergoeding. Onderdeel van de schade is in ieder geval de overeengekomen huurprijs over de resterende looptijd van de Overeenkomst.
2.9.
Op grond van de wet is een consument pas een incassokostenvergoeding verschuldigd als hij een veertiendagenbrief heeft ontvangen die aan alle in artikel 6:96 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) genoemde eisen voldoet. De verschuldigde vergoeding is bovendien beperkt tot de tarieven in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Uit artikel 7 van de algemene voorwaarden blijkt niet dat de consument eerst nog kosteloos wordt aangemaand en ook is de omvang van de incassokosten onduidelijk. De kantonrechter heeft dan ook het vermoeden dat het beding onredelijk bezwarend is in de zin van de richtlijn.
2.10.
Dat geldt ook voor het laatste deel van dit artikel op grond waarvan de eisende partij aanspraak kan maken op een ongelimiteerd bedrag aan schadevergoeding, waaronder in elk geval de overeengekomen huurprijs over de resterende looptijd van de overeenkomst. De eisende partij kan dan op grond daarvan gederfde inkomsten vorderen over een mogelijk nog aanzienlijke resterende looptijd terwijl de gedaagde partij geen gebruik meer kan maken van de kluis. Bovendien kan de eisende partij die vrijgekomen kluis opnieuw aan een ander verhuren en zo haar schade beperken. Dit beding valt daarom mogelijk ook onder artikel 3 lid 3 sub 1 onder ‘l’ van de blauwe lijst behorende bij Richtlijn 93/13/EEG, omdat hierbij aan de consument die zijn verbintenissen niet nakomt een onevenredig hoge schadevergoeding wordt opgelegd.
2.11.
De eisende partij zal in de gelegenheid worden gesteld om toe te lichten waarom zij van mening is dat artikel 7 van de algemene voorwaarden in de gegeven omstandigheden niet onredelijk bezwarend is.
2.12.
Voor zover de eisende partij op grond van artikel 7 aanspraak kan maken op gerechtelijke kosten die boven het liquidatietarief uitkomen, is dit beding oneerlijk. Dit heeft echter geen gevolg voor de proceskostenveroordeling in deze procedure, omdat de (kanton)rechter op grond van de artikelen 237 j° 242 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ertoe gehouden is om de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten te veroordelen en deze proceskosten niet lager mogen worden vastgesteld dan het liquidatietarief.
Gevolgen niet voldoen aan het bevel
2.13.
Indien aan de hierboven bedoelde opdracht niet of niet volledig wordt voldaan, zal de kantonrechter daaraan op grond van de artikelen 22 en 139 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de gevolgen verbinden die zij geraden acht.
2.14.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
beveelt de eisende partij om bij akte op de rol van
28 februari 2024de stellingen in de dagvaarding nader toe te lichten door de inlichtingen te verstrekken zoals in punt 2.7, 2.9., 2.10 en 2.11. overwogen;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter