Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.De procedure
2.De feiten
{afbeelding 1}
uitbouw op ordentelijke wijze van de grond van cliënt te verwijderen. Het komt erop neer dat u de buitenste muur van de uitbouw geheel moet terugplaatsen, en wel zo dat cliënt wederom vrijelijk kan beschikken over zijn grond alsook dat de hiervoor bedoelde draagmuur weer vrijkomt.”
. Aan de achterzijde daarentegen bevindt de gevelbekleding zich op of iets over de perceelgrens. De dragende houtskeletwand van de aan- en opbouw bij nummer [adres 2] ligt hier dus geheel binnen de perceelgrens. Daarmee is dus sprake van een verloop van de dragende wand van de dakopbouw op de tweede van nummer [adres 2] langs de perceelgrens met nummer [adres 1]. Nabij de voorgevel ligt deze dragende wand ruim 10 cm voorbij de perceelgrens terwijl deze dragende wand ter hoogte van de achtergevel geheel op het eigen perceel ligt en de perceelgrens net raakt.
Kan de woning van [eisers] in de huidige staat van een opbouw worden voorzien? Zo neen, wat verhindert het aanbrengen van een opbouw, wat moet er gebeuren om het aanbrengen van een opbouw wél mogelijk te maken en welke kosten zijn daarmee gemoeid’ heeft de deskundige geantwoord:
Kan – in samenspraak met de landmeter of op basis van de wellicht reeds door hem gemaakte tekening(en) – worden vastgesteld of het pand van [gedaagde] grensoverschrijdend is gerenoveerd en zo ja, in welke mate en op welke plaatsen? Kan deze grensoverschrijding ongedaan worden gemaakt en zo ja, op welke wijze en tegen welke kosten?’ heeft de deskundige geantwoord:
en verzoek ik u om mij dit uiterlijk binnen veertien dagen na dagtekening van deze brief te bevestigen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
.Onder die omstandigheden kunnen [eisers] hun bevoegdheid verwijdering van de muur te vorderen niet inroepen.