ECLI:NL:RBNHO:2024:141

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 januari 2024
Publicatiedatum
9 januari 2024
Zaaknummer
10706493 \ CV EXPL 23-6029
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering wegens onvoldoende onderbouwing van (pre)contractuele informatieplichten

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 10 januari 2024 een verstekvonnis gewezen in de zaak tussen de besloten vennootschap Terberg Business Lease Group BV, eisende partij, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij had de gedaagde op 4 september 2023 gedagvaard, maar de dagvaarding bevatte een verkeerd adres van de rechtbank. Na een tussenvonnis heeft de eisende partij op 18 oktober 2023 een herstelexploot uitgebracht, waarna verstek is verleend tegen de gedaagde partij.

De eisende partij vorderde veroordeling van de gedaagde tot betaling van € 695,60, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 25 augustus 2023, en veroordeling in de proceskosten. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat zij heeft voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De eisende partij heeft nagelaten een leesbare versie van de tussen partijen gesloten overeenkomst over te leggen, waardoor de kantonrechter niet kon toetsen of aan de informatieplichten was voldaan.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet aan de eisen van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft voldaan, en heeft de vordering afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van de eisende partij, die ongelijk heeft gekregen, en zijn vastgesteld op nihil voor de gedaagde partij. Het vonnis is uitgesproken door mr. M.M. Kruithof in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10706493 \ CV EXPL 23-6029
Uitspraakdatum: 10 januari 2024
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Terberg Business Lease Group BV
gevestigd te Utrecht
de eisende partij
gemachtigde: TeRecht Gerechtsdeurwaarders en Incasso
tegen
[gedaagde 1]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij op 4 september 2023 gedagvaard. Deze dagvaarding bevatte het verkeerde adres van de Rechtbank Noord-Holland, kamer voor kantonzaken, locatie Haarlem. Naar aanleiding van het tussenvonnis van de kantonrechter heeft de eisende partij op 18 oktober 2023 een herstelexploot uitgebracht. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 695,60, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 augustus 2023. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
(Pre)contractuele informatieplichten
2.2.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Dat aan deze plichten is voldaan, moet gemotiveerd worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.3.
De eisende partij heeft naar het oordeel van de kantonrechter niet voldoende gesteld en onderbouwd dat zij heeft voldaan aan de op haar rustende (pre)contractuele informatieplichten. De eisende partij heeft immers nagelaten een leesbare versie over te leggen van de tussen partijen gesloten overeenkomst over te leggen. Weliswaar heeft de eisende partij de overeenkomst overgelegd als productie 1, maar deze productie is dusdanig slecht leesbaar dat de kantonrechter niet kan toetsen of de eisende partij aan de op haar rustende (pre)contractuele verplichtingen heeft voldaan.
Wat is hiervan het gevolg?
2.4.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet de dagvaarding de eis en de gronden daarvan vermelden en op grond van artikel 21 Rv moet de eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aanvoeren.
2.5.
De eisende partij heeft niet aan deze eisen voldaan. Daarom wordt de vordering afgewezen.
2.6.
De proceskosten komen voor rekening van de eisende partij, omdat hij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt de eisende partij tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de gedaagde partij worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter