Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
chilling effect’daarvan en zij hebben ook grote gevolgen voor de betreffende demonstranten, die daardoor gedurende 5 of 10 jaar niet kunnen vliegen vanaf de luchthaven. Deze sanctie was voor de demonstranten bovendien niet voorzienbaar, omdat de regels onvoldoende duidelijk zijn en omdat zij in de afgelopen jaren meerdere keren hebben gedemonstreerd in het beschermde gebied van de luchthaven, zonder dat dit heeft geleid tot sancties.
1.De procedure
2.De feiten
1. Bij overtreding van een bepaling van deze Schipholregels is de Exploitant bevoegd de volgende sancties op te leggen: (…)
de overtreder te verbieden het Luchthavengebied of bepaalde delen daarvan te betreden voor de duur van maximaal 12 maanden;”
Frequent Flyer-programma van KLM. Daarbij hebben demonstranten zich toegang tot het beperkt toegankelijke en beschermde gebied van de luchthaven verschaft door herhaald gebruik te maken van een beperkt aantal boardingpassen, die zij meermalen scanden bij de toegangspoortjes van de zogenaamde Self Service Boardingpass Check.
demonstreren op niet openbaar toegankelijke gebieden van Schiphol op grond van andere wetgeving niet is toegestaan".
“(pogingen tot) overtreding van het toegangsverbod kunnen worden bestraft met geldboete(s) en/of andere maatregelen.”
3.Het geschil
- Schiphol (ofschoon zij moet worden gezien als overheidsinstantie) niet de officiële routes voor het opleggen van een gebiedsverbod heeft bewandeld, en dat de door Schiphol gekozen route naar de toegangsverboden, die niet is gebaseerd op een wettelijke bevoegdheid en evenmin op de Schipholregels, daarom is uitgesloten;
- er sprake is van een ongeoorloofde inperking van het demonstratierecht en de vrijheid van meningsuiting, omdat de beperking niet bij wet is voorzien, geen legitiem doel dient, en niet voldoet aan het noodzakelijkheidsvereiste;
- de toegangsverboden erin resulteren dat de betreffende demonstranten worden verhinderd naar een land van hun keuze te reizen, zodat ook het recht op vrijheid van beweging wordt beperkt, terwijl ook die beperking niet bij wet is voorzien, geen legitiem doel dient en niet voldoet aan het noodzakelijkheidsvereiste;
- de Stichting een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, omdat van de toegangsverboden een
- de Stichting bij haar vorderingen geen spoedeisend belang heeft, omdat de vermeende reisplannen van één demonstrant niet zijn onderbouwd en er geen sprake is van een
- de Stichting niet voldoet aan de eisen van artikel 3:305a Burgerlijk Wertboek (BW), omdat de Stichting opkomt voor ongelijksoortige belangen, niet voldoet aan het waarborgvereiste (onder meer omdat zij niet representatief is, geen toezichthoudend orgaan heeft, niet voldoet aan de Claimcode en in haar informatievoorziening tekortschiet) en de belangen waarvoor de Stichting opkomt niet vallen onder haar statutaire doelomschrijving;
- de demonstranten tijdens de demonstraties op 8 maart 2025 in strijd hebben gehandeld met de artikelen 10 lid 3 en 17 lid 1 van de Schipholregels en het besluit van de Burgemeester van 7 maart 2025, hetgeen strafbaar is op grond van artikel 62a Luchtvaartwet en artikel 11 lid 1 sub b Wet openbare manifestaties (WOM);
- de toegangsverboden een wettelijke grondslag hebben (artikel 5:1 BW en artikel 8.25a Wet Luchtvaart), rechtmatig zijn (minder vergaande maatregelen hebben onvoldoende effect gehad, de toegangsverboden waren voorzienbaar en de gevolgen ervan beperkt) en geen ontoelaatbare inbreuk opleveren op het demonstratierecht of het recht zich vrijelijk te verplaatsen;
- de belangen van Schiphol bij het handhaven van de toegangsverboden zwaarder wegen dan de belangen van (de achterban van) de Stichting bij opheffing daarvan, onder meer omdat het voor XR mogelijk blijft om te demonstreren in het publieke deel van de luchthaven en de demonstranten aan wie toegangsverboden zijn opgelegd kunnen reizen via alternatieve luchthavens of reismethoden;
- vorderingen III en IV te onbepaald en vergaand zijn;
- de gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad niet gerechtvaardigd is, omdat de belangen van Schiphol zwaarder wegen dat de belangen van Stichting bij onmiddellijke uitvoering van het vonnis.
4.De beoordeling
chilling effect. De Stichting heeft bovendien voldoende toegelicht dat dit
chilling effectblijkt uit het feit dat in voorgaande jaren met regelmaat demonstraties van XR plaatsvonden op de luchthaven, maar dat sinds het opleggen van de toegangsverboden op 21 maart 2025 geen enkele actie van XR meer heeft plaatsgevonden op of rond de luchthaven. Volgens Schiphol is dit het gevolg van een strategische keuze van XR in het kader van dit kort geding, maar dat kan de voorzieningenrechter niet vaststellen. De duur van de toegangsverboden in aanmerking genomen acht de voorzieningenrechter het aannemelijk dat demonstranten worden afgeschrikt om mee te doen aan acties op Schiphol, zelfs wanneer deze niet in het beperkt toegankelijke gebied plaatsvinden. De voorzieningenrechter kent in dit verband mede betekenis toe aan het feit dat de Schipholregels ook de bevoegdheid geven om toegangsverboden op te leggen naar aanleiding van (niet vooraf goedgekeurde) demonstraties in het voor publiek toegankelijke gebied.
chilling effectniet af. Feit is immers dat de Flying Blue-lounge, een focuspunt van het programma waartegen de hier besproken demonstraties zich richten, zich bevindt in het beschermde gedeelte van de luchthaven. De Stichting stel op begrijpelijke gronden dat de XR-demonstranten er belang bij hebben om óók in het beschermde en beperkt toegankelijke deel van de luchthaven te kunnen demonstreren, zodat zij gezien en gehoord kunnen worden door degenen of datgene waartegen ze willen demonstreren (“
within sight and sound”), zonder te hoeven vrezen voor de gevolgen van het schenden van een toegangsverbod of voor het opleggen van nieuwe toegangsverboden.
chilling effectvan de opgelegde en dreigende langdurige toegangsverboden ongedaan te maken. De belangen van de 37 demonstranten aan wie een toegangsverbod is opgelegd, zijn daarom gelijksoortig. Dat geldt ook voor de belangen van de overige XR demonstranten, die willen voorkomen dat aan hen een toegangsverbod wordt opgelegd als zij demonstreren op Schiphol. De omstandigheid dat de specifieke omstandigheden die aanleiding hebben gegeven voor de toegangsverboden (volgens Schiphol) per demonstrant verschillend zijn, doet daaraan niet af. De voorzieningenrechter is namelijk van oordeel dat beoordeling van de vorderingen van de Stichting ook kan plaatsvinden zonder wezenlijke aandacht te moeten besteden aan de individuele omstandigheden van de demonstranten, zoals uit het navolgende zal blijken.
chilling effectvan de toegangsverboden - die er volgens de Stichting toe leidt dat helemaal geen acties meer kunnen worden gevoerd door XR op Schiphol omdat demonstranten dat niet meer durven – ongedaan wordt gemaakt. Daarmee strekken deze vorderingen ertoe de actiebereidheid van de beweging XR te bevorderen. Het lijdt geen twijfel dat dit valt binnen het bereik van de hiervoor omschreven doelstelling.
public authorityin de zin van het EVRM moet worden aangemerkt, zodat zij rechtstreeks gebonden is aan de bepalingen uit het EVRM. Schiphol heeft dat gemotiveerd weersproken. Mede gelet op het beperkte debat hierover kan de voorzieningenrechter niet vaststellen dat Schiphol een
public authorityis in de zin van het EVRM. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat dit in het midden kan blijven, gelet op het navolgende.
nietkan worden aangemerkt als
public authority, rust op de voorzieningenrechter als orgaan van de Staat de positieve verplichting om in horizontale verhoudingen, hier tussen de XR-demonstranten en Schiphol, de rechten uit het EVRM te waarborgen.
private property– een beperking van het demonstratierecht, bijvoorbeeld bestaand uit strafrechtelijke sanctionering daarvan, moet voldoen aan het noodzakelijkheids- en proportionaliteitsvereiste. [5]
- Schiphol is als luchthaven een van de meest complexe en streng beveiligde infratructeren van Nederland, waar het waarborgen van de veiligheid voorop staat, mede gezien het grote aantal bezoekers van de luchthaven (op een gemiddelde zaterdag in maart circa 165.000). Op Schiphol rusten vanuit Europese en Nationale regelgeving harde verplichtingen om maatregelen te treffen tegen veiligheidsrisico’s;
- Schiphol heeft in het kader van de uitoefening van deze verplichtingen de Schipholregels opgesteld, die kenbaar zijn voor en van toepassing zijn op eenieder die zich op de luchthaven begeeft. Schiphol is verplicht die regels te handhaven;
- De 37 demonstranten die op 8 maart 2025 willens en wetens, en niet voor het eerst, zonder werk- of vervoersdoeleinden het beschermde gebied hebben betreden, althans daartoe een poging hebben gedaan, hebben daarmee ernstig in strijd gehandeld met artikel 10 lid 3 en 17 lid 1 van de Schipholregels, terwijl in artikel 14 lid 1 van Schipholregels is bepaald dat Schiphol als sanctie een toegangsverbod kan opleggen. Het handelen van de demonstranten is overigens ook strafbaar gesteld in artikel 62a van de Luchtvaartwet en artikel 11 WOM;
- Het ongeautoriseerd betreden van het beperkt toegankelijke en beschermde gebied brengt aanzienlijke veiligheidsrisico's met zich mee, zoals het verstoren van de zichtlijnen van surveillanten, waardoor schuilmogelijkheden voor personen met kwaadwillende intenties, zoals terroristen, worden gecreëerd, en een verhoogd risico op terroristische aanslagen vanwege de afleiding die dit soort demonstraties veroorzaken en de impact op beschikbaarheid van de SAA en de KMar;
- De toegangsverboden zijn noodzakelijk omdat minder vergaande maatregelen (waaronder het aanpassen van het beveiligingssysteem van de toegangspoortjes en actieve controle door de SAA van de boardingpass, identiteitsbewijs en reisdoel) onvoldoende effectief zijn gebleken om te voorkomen dat de demonstranten zich begeven in het beschermde gebied. Zo hebben de XR-demonstranten ook de door de Burgemeester opgelegde beperking van de demonstratievrijheid met voeten getreden en weigerden zij voorafgaand aan de demonstratie van 8 maart 2025 weigerde informatie te verstrekken aan de Burgemeester;
- Een eerdere demonstratie in november 2022 laat zien dat XR-demonstraties niet onschuldig zijn, omdat toen vernielingen en schade zijn aangericht;
- De Burgemeester (in de demonstratiebeperking), de Minister van Justitie en Veiligheid (in een brief aan de Tweede Kamer van 20 februari 2025) en de NCTV (in een niet overgelegde publicatie) hebben zich uitgesproken tegen de acties van XR-demonstranten op (het beschermde gebied van) de luchthaven;
- Indien Schiphol geen consequenties zou mogen verbinden aan het schenden van de veiligheidsregels, wordt de veiligheid ondermijnd en de indruk gewekt dat de regels niet hoeven te worden nageleefd.
unlawful situation” rechtvaardigt nog niet dat het demonstratierecht wordt beperkt. [6] Deze bescherming geldt alleen als sprake is van een vreedzame actie, hetgeen hier het geval is. De actie van 8 maart 2025 (waarop de toegangsverboden een reactie vormen) was een sit-in actie en is vreedzaam verlopen. Schiphol heeft dat niet weersproken, zodat dat vast staat. Dat volgens Schiphol bij een eerdere actie van XR en Greenpeace in november 2022 schade is veroorzaakt (hetgeen de Stichting overigens betwist) brengt daarin geen verandering.
onacceptabele en levensgroteveiligheidsrisico’s verbonden zijn.
onacceptabelachtte, zoals aandrang op strafvorderlijke follow up. Ook daarvan is het niet gekomen. De Stichting heeft onweersproken aangevoerd dat niemand ter zake is vervolgd, ook niet naar aanleiding van een (andere) demonstratie waarbij men zich toegang via het doorknippen van een hek heeft verschaft en (volgens Schiphol) schade heeft veroorzaakt.
first offenders’worden aangemerkt.
separaatverbod om te demonstreren in het beschermde gebied. Artikel 17 lid 1 bevat een algemeen verbod op gedragingen die de orde of veiligheid verstoren. Artikel 17 lid 3 bevat een verbod op demonstraties zonder toestemming waarin geen onderscheid is gemaakt tussen het voor eenieder toegankelijke deel van de luchthaven en het beschermde gebied. In artikel 10 lid 3 is verder alleen bepaald dat het beschermde gebied alleen toegankelijk is bij “
functionele noodzaak daartoe”. Dat laat zich ook niet lezen als een verbod, maar als een feitelijke weergave van de mogelijkheden, die zich feitelijk concretiseert via de boarding pass. Gelet op de inhoud van het direct daaraan voorafgaande lid 2 van artikel 10, wordt bovendien de indruk gewekt dat ook lid 3 betrekking heeft op medewerkers van de luchthaven en andere houders van een geldige Schipholpas.
public authorityis niet uitgesloten dat zij toegangsverboden oplegt. Dat betekent dat de vorderingen die er toe strekken dat Schiphol wordt verboden om toegangsverboden op te leggen, niet toewijsbaar zijn.
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)