In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, zijn eisers buurtbewoners van gedaagde en hebben zij een geschil over de uitleg van een kwalitatieve verplichting die is opgenomen in de leveringsakte van de woning van gedaagde. Deze verplichting betreft een voetpad dat door eisers wordt gebruikt om toegang te krijgen tot hun garagebox en de openbare weg. In mei 2021 heeft gedaagde een schutting geplaatst die het pad afsluit, wat volgens eisers in strijd is met de kwalitatieve verplichting. Eisers vorderen dat gedaagde de schutting verwijdert en stellen dat er door verjaring een erfdienstbaarheid van overpad is ontstaan. De rechtbank oordeelt dat de kwalitatieve verplichting niet ziet op het afgesloten pad, maar op een ander pad dat nog steeds toegankelijk is. De rechtbank wijst de vorderingen van eisers af, omdat er geen sprake is van verjaring en de kwalitatieve verplichting niet op het afgesloten pad van toepassing is. Gedaagde wordt in het gelijk gesteld en eisers worden veroordeeld in de proceskosten.