Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
Algemene Voorwaarden van de Branchevereniging Gecertificeerde Nederlandse Uitvaartondernemingen(hierna: de algemene voorwaarden).
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 juli 2025 uitspraak gedaan in een bodemzaak tussen Dela Uitvaartverzorging N.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 9.540,77, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proceskosten. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, gesloten buiten de verkoopruimte. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of de eisende partij heeft voldaan aan de (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.
De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij niet voldoende had aangetoond dat aan de informatieplichten was voldaan, met name met betrekking tot het herroepingsrecht van de consument. De rechter stelde vast dat de consument geen ontbindingsrecht had, omdat de dienstverlener de overeenkomst volledig had nagekomen binnen de ontbindingstermijn, maar dat er niet was voldaan aan de voorwaarden van artikel 6:230p BW. Hierdoor werd de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd, met een sanctie van 10%.
De kantonrechter heeft ook de contractuele informatieplicht en de algemene voorwaarden van de eisende partij beoordeeld. De vordering werd grotendeels toegewezen, met een toewijsbare hoofdsom van € 8.586,69. De gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.