Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Rush Safety Services B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak is de kernvraag of de samenwerking tussen de verzoeker en Rush Safety Services B.V. moet worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst of als een overeenkomst van opdracht. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. De verzoeker, een beveiliger, had een overeenkomst met Rush waarin hij beveiligingsdiensten verleende. Rush beëindigde de samenwerking op 6 februari 2025, wat door de verzoeker werd betwist als een onterecht ontslag op staande voet. De kantonrechter concludeert dat het ontslag niet rechtsgeldig was, omdat de redenen voor het ontslag te vaag waren en niet voldeden aan de eisen voor een ontslag op staande voet. De verzoeker heeft recht op een gefixeerde schadevergoeding en een transitievergoeding, omdat de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever is beëindigd. Daarnaast heeft de verzoeker recht op 138 vakantie-uren per kalenderjaar. De kantonrechter wijst de verzoeken van de verzoeker toe, met uitzondering van de verzoeken die betrekking hebben op de betaling van niet-genoten vakantie-uren, omdat de exacte omvang daarvan niet kon worden vastgesteld. De proceskosten worden toegewezen aan de verzoeker, omdat Rush overwegend ongelijk heeft gekregen.