7.1.Naar het oordeel van de rechtbank is het bestreden besluit zorgvuldig tot stand gekomen. Het verzekeringsgeneeskundig onderzoek is gebaseerd op dossieronderzoek en een hoorzitting op 28 december 2023 in aanwezigheid van de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
8. Eiseres is het niet eens met de inhoud van de medische beoordeling. Eiseres stelt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep een verdergaande urenbeperking had moeten aannemen. Eiseres verwijst ter onderbouwing van haar standpunt naar het advies van medisch adviseur, [naam] , van 2 februari 2024. De medisch adviseur stelt – op basis van bestudering van het dossier – dat een urenbeperking van 6 uur per dag en 30 uur per week aan de orde is. Volgens de medisch adviseur wordt in de verzekeringsgeneeskundige rapportage van het Uwv ten onrechte geen, dan wel te weinig rekening gehouden met de bij eiseres aanwezige recuperatiebehoefte. Die recuperatiebehoefte blijkt volgens de medisch adviseur uit het dagverhaal van eiseres, waarin zij aangeeft één tot twee keer week overdag te slapen en past ook bij de ervaring dat veel mensen na een covid-infectie nog lang moe blijven. De medisch adviseur verwijst daarbij naar de multidisciplinaire richtlijn “Langdurige klachten na covid-19” uit 2020, waarin wordt vermeld dat veel mensen na een covid-19 infectie lang moe blijven en energiemanagement van belang is. Ook verwijst hij naar de richtlijn “Chronisch Zieken en Werk” en de multidisciplinaire LCI-richtlijn “Q-koortsvermoeidheidsyndroom”, waarin wordt aanbevolen rekening te houden met de impact op het werkvermogen en een hogere behoefte aan herstel.
9. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in de rapportage van 15 maart 2024 vermeld dat beperkingen zijn aangenomen, uitgaande van klachten van verminderde inspanningstolerantie en recuperatiebehoefte, die passen bij de diagnose post-covid syndroom. Eiseres wordt aangewezen geacht op werkzaamheden die fysiek en mentaal niet overmatig belastend zijn met daarnaast een urenbeperking van 8 uur per dag en 40 uur per week. Daarbij is vermeld dat hierdoor wordt gewaakt voor overbelasting en wordt voorzien in aanvullende recuperatiebehoefte. Zowel door de aanpassing van de zwaarte van het werk (zowel mentaal als fysiek) als de lichte urenbeperking wordt in de FML in voldoende mate rekening gehouden met de vermoeidheidsklachten van eiseres. Een verdergaande urenbeperking kan volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep uit de medische bevindingen niet worden herleid. Een dagverhaal alleen is onvoldoende leidend voor aanname van beperkingen (al dan niet in uren) in arbeid, de beperkingen moeten ook volgen uit objectiveerbare medische gegevens, zo staat in de rapportage vermeld. Uit het dagverhaal is de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen structurele slaapbehoefte gebleken, dit is slechts één tot twee keer per week bij uitbreiding van de eigen activiteiten.
10. Naar aanleiding van wat op zitting is afgesproken, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in de rapportage van 7 februari 2025 onder meer toegelicht dat de zorg voor huishouden en kind bij de beoordeling buiten beschouwing moet worden gelaten. Verder is vermeld dat overwerk de mogelijkheid tot het verkrijgen van voldoende recuperatiemogelijkheden inperkt en wijst de verzekeringsarts bezwaar en beroep erop dat daarom in het geval van eiseres de urenbelastbaarheid enigszins beperkt is aangegeven. De combinatie van psychische, lichamelijke en enigszins beperkte urenbelastbaarheid waakt voor overbelasting in werk en waarborgt voldoende recuperatie na afloop, aldus de reactie van de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
11. In reactie hierop is door de medisch adviseur van eiseres in het medisch advies van 26 februari 2025 verwezen naar de standaard ‘Duurbelastbaarheid in arbeid’ waarin staat vermeld dat ‘de belangrijkste meetinstrumenten voor de beoordeling van de toegenomen recuperatienoodzaak het dagverhaal, de inhoud en constellatie van de medische gegevens en de perceptie en cognitie van het eigen onvermogen van cliënt zijn’. In het geval van eiseres bood het dagverhaal duidelijke aanknopingspunten voor een recuperatiebehoefte, volgens de medisch adviseur.
12. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bij rapportage van 8 april 2025 geconcludeerd dat geen aanleiding bestaat om het standpunt te wijzigen. Daarbij heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gewezen op de eerdere rapportages waarin is uitgelegd dat er onvoldoende medische gegevens zijn om een verdergaande urenbeperking aan te nemen dan 8 uur per dag, mede gezien de overige aangenomen beperkingen in de FML (die reeds zowel in psychisch als lichamelijk opzicht rekening houden met de energetische klachten). Verder is vermeld dat er sprake was van een ingezet klinisch herstel, waaronder herstelde ontstekingswaarden in het bloed en afname hevige menses, dat er geen sprake meer was van structurele dagelijkse slaapbehoefte omdat eiseres slechts één tot twee keer per week overdag gaat slapen, en daarna wel weer in staat is tot het verrichten van activiteiten. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft tot slot vermeld dat is meegewogen dat eiseres alleen stond voor de zorg voor het huishouden, kind (met autisme) en hond, wat als belastende factor in de thuissituatie kan worden gezien, en dat conform de Wet WIA deze zorg buiten beschouwing gelaten moet worden.
13. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep onvoldoende heeft gemotiveerd waarom in het geval van eiseres een urenbeperking van 8 uur per dag, 40 uur per week is aangenomen.
14. De rechtbank acht hiervoor van belang dat vaststaat dat de vermoeidheidsklachten van eiseres zijn ontstaan na twee doorgemaakte covid-infecties. Zoals ook volgt uit de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 28 november 2024is zowel over de oorzaak van het post-covidsyndroom als over een eventuele adequate behandeling nog maar weinig bekend. Bij die stand van zaken komt naar het oordeel van de rechtbank extra gewicht toe aan een zorgvuldige weging van de klachten en belemmeringen op consistentie en plausibiliteit.
14. Eiseres heeft haar klachten en beperkingen uitvoerig en consistent toegelicht. Tijdens het spreekuur met de verzekeringsarts op 4 april 2023 heeft eiseres haar dag- en weekverhaal toegelicht. Daarbij heeft ze verteld dat zij gemiddeld nog één tot twee dagen per week één tot twee uur overdag slaapt. In de bezwaarprocedure is door eiseres, zoals beschreven op pagina vier van de rapportage verzekeringsarts bezwaar en beroep van 2 januari 2024, toegelicht dat ze destijds twee tot drie uur per dag werkte achter de computer en dat is gaan opbouwen, maar daarna weer twee tot drie dagen was uitgeschakeld en dat ze dan moe en niet productief was. Ze kon zich wel zelf aankleden en de noodzakelijke, dagelijkse dingen uitvoeren, maar dan hield het op. De vermoeidheidsklachten van eiseres, zoals hiervoor besproken, worden door de verzekeringsartsen ook niet ontkend. De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om niet uit te gaan van het dag- en weekverhaal van eiseres.
16. De rechtbank kan echter uit de rapportages niet afleiden waarom volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep de urenbeperking van 8 uur per dag passend is bij de klachten en beperkingen van eiseres zoals die uit het dag- en weekverhaal van eiseres blijken. Ook uit de aanvullende motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep valt dat niet op te maken. Dat het dagverhaal alleen onvoldoende leidend is voor aanname van beperkingen (al dan niet in uren) in arbeid, zoals de verzekeringsarts bezwaar en beroep vermeld, omdat de beperkingen ook moeten volgen uit objectiveerbare medische gegevens, brengt daarin geen verandering. De noodzaak tot recuperatie als symptoom van post-covid wordt door de verzekeringsartsen niet weersproken. Dat eiseres belastbaar wordt geacht voor 8 uur per dag en 40 uur per week, is naar het oordeel van de rechtbank daarmee niet verenigbaar. Dat eiseres niet dagelijks overdag slaapt, is onvoldoende om de vastgestelde belastbaarheid te rechtvaardigen. Dat bij 8 uur per dag en 40 uur per week wordt gewaakt voor overbelasting en wordt voorzien in aanvullende recuperatiebehoefte, omdat zowel door de aanpassing van de zwaarte van het werk (zowel mentaal als fysiek) als de lichte urenbeperking in voldoende mate rekening wordt gehouden met de vermoeidheidsklachten van eiseres, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd. Niet valt in te zien, dat met de lichte urenbeperking van een belastbaarheid van 8 uur per dag en 40 uur per week, wordt voorzien in een aanvullende recuperatiebehoefte.
17. De rechtbank is gelet op het hiervoor vermelde van oordeel dat de medische beoordeling van het Uwv in zoverre niet juist is en het bestreden besluit niet berust op een voldoende draagkrachtige motivering.