4.2.Verzoekers verzoeken de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening te treffen inhoudende dat (gedurende de bezwaarprocedure) niet tot de sluiting van de woning kan worden overgegaan. Er is sprake van een spoedeisend belang. Verzoekers zullen op straat komen te staan. Zij kunnen nergens terecht. Vervangende woonruimte is, gelet op hun financiële situatie, onmogelijk om (op zo’n korte termijn) te vinden. Vlak voor de zitting is een verklaring van de dochter overgelegd. Hierin geeft zij aan dat zij parttime werkt bij een benzinestation en vanwege haar gezondheid niet fulltime kan werken. Zij is dan ook niet in staat om vervangende woonruimte te bekostigen. Zij zal op straat komen te staan en mogelijk op de zwarte lijst van huurders worden gezet. Ter zitting is verder verklaard dat de vader (nog) in voorlopige hechtenis zit. Volgens verzoekers heeft het bezwaar een redelijke kans van slagen. Zij verwijzen daarvoor naar voornoemde bezwaargronden. De belangenafweging dient in hun voordeel uit te vallen.
Verweerschrift
5. Volgens de burgemeester is het doel van de sluiting (nog) niet bereikt. Sluiting dient namelijk ook ter voorkoming van herhaling van dezelfde feiten en herstel van de openbare orde en veiligheid. De bekendheid van het pand als drugspand dient te worden weggenomen. Daarnaast dient sluiting ook als duidelijk signaal naar de buitenwereld.
Voor een minder ingrijpend middel ziet de burgemeester geen aanleiding. Een last onder dwangsom waarborgt beëindiging van de overtreding en het voorkomen van herhaling niet/onvoldoende. Gelet op de aard en hoeveelheid van de aangetroffen middelen kan ook niet worden volstaan met een waarschuwing.
Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan had moeten worden afzien van het sluiten van de woning is de burgemeester niet gebleken.
Is er sprake van een spoedeisend belang?
1. De voorzieningenrechter stelt voorop dat de vader op dit moment geen duidelijk belang heeft bij de verzochte voorziening. Ter zitting is verklaard dat hij momenteel in voorlopige hechtenis zit, zodat van dakloosheid geen sprake is. Verder is niet onderbouwd dat de verhuurder op korte termijn over zal gaan tot ontruiming van de gehuurde standplaats, in die zin dat thans reeds een voorlopige voorziening moet worden getroffen om die reden. Ten aanzien van de dochter is sprake van zeer summiere, niet met stukken onderbouwde, informatie over haar persoonlijke omstandigheden. Er is niet onderzocht of zij over vervangende woonruimte kan beschikken. De voorzieningenrechter ziet, nu partijen daarover niet van mening verschillen, aanleiding om ten aanzien van de dochter een spoedeisend belang aan te nemen.
Heeft het bezwaar een redelijke kans van slagen?
7. In de rechtsoverwegingen 7 t/m 12 van de recente (overzicht) uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van Stateheeft de Afdeling de uitgangspunten gegeven aan de hand waarvan besluiten op grond van artikel 13b van de Opiumwet moeten worden beoordeeld. Daarbij is de Afdeling in het kader van toetsing aan het evenredigheidsbeginsel ook ingegaan op het karakter van deze bevoegdheid en de intensiteit waarmee de bestuursrechter dergelijke besluiten toetst. De voorzieningenrechter beoordeelt het verzoek aan de hand van deze uitgangspunten en het weergegeven toetsingskader.
8. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is niet onaannemelijk dat het bezwaar van verzoekers kans van slagen heeft. Daartoe overweegt zij als volgt.
9. De voorzieningenrechter heeft geen reden om te twijfelen aan de vermelding in de bestuurlijke rapportage dat de politie met een machtiging is binnengetreden. De enkele betwisting is onvoldoende om daaraan te twijfelen. Hetgeen is aangetroffen en is vermeld in deze rapportage kan derhalve in deze procedure worden gebruikt.
10. Het aantreffen van een drugslaboratorium in de schuur als omschreven geeft de burgemeester, gelet op artikel 13b Ow en de Beleidsregels, de bevoegdheid om tot sluiting van het pand over te gaan. Wat is aangetroffen door de politie, de materialen en de omvang daarvan, wijst op drugshandel. De voorzieningenrechter kan volgen dat er een vermoeden bestaat dat de schuur onderdeel uitmaakt van het drugscircuit en daarmee de bekendheid van deze schuur in dit circuit. Ook kan worden gevolgd dat in een geval als het onderhavige vrees bestaat voor represailles en daarmee de noodzaak om het pand te onttrekken aan het drugscircuit. Dit betreft specifiek de schuur waarin het drugslaboratorium en de materialen zijn aangetroffen. Het sluiten van dat pand is, in dit geval, een geschikt middel. Gelet op wat de politie in de schuur heeft aangetroffen is voldoende onderbouwd dat er een noodzaak is tot sluiting.