Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 5 februari 2014.
2.De feiten
ontvangen en beoordeeld.
een hypothecaire financiering aangevraagd inzake het onderpand [adres] te [woonplaats 1].
3.Het geschil
4.De standpunten van partijen en de beoordeling daarvan
‘indien de wederpartij geen gebruik maakt van zijn recht de overeenkomst te ontbinden en nakoming verlangt'), maar ook uit het slot van artikel 10.3, waarin een voorziening is opgenomen voor het geval nakoming uiteindelijk achterwege blijft en de overeenkomst alsnog wordt ontbonden. In dat laatste geval is op grond van de laatste zin van artikel 10.3 van de koopovereenkomst een boete van drie promille van de koopsom per dag verschuldigd, en wel tot het moment van ontbinding. Deze regeling komt in dat geval - en daarmee in het geval waarin in eerste instantie nakoming wordt gevorderd en de overeenkomst op een later moment alsnog wordt ontbonden - in plaats van de in artikel 10.2 opgenomen regeling, die van toepassing is in het geval (niet eerst voor nakoming, maar direct) voor ontbinding wordt gekozen.
1.788,00(2 punten x tarief € 894,00)
€ 3.358,76