ECLI:NL:RBNNE:2014:653
Rechtbank Noord-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Recht op loondoorbetaling tijdens situatieve arbeidsongeschiktheid; niet meewerken aan re-integratie; volledige loonstop
In deze zaak heeft eiseres [A] een kort geding aangespannen tegen haar werkgever [B] en de vennoten [C] en [D] vanwege de stopzetting van haar salaris per 28 oktober 2013. [A] is sinds 15 augustus 1998 werkzaam bij [B] als Apotheekhulp, maar heeft zich op 5 maart 2013 ziek gemeld. De bedrijfsarts heeft beperkingen vastgesteld met betrekking tot staan en lopen, en er zijn verschillende rapporten opgesteld door zowel de bedrijfsarts als een arbeidsdeskundige. Ondanks dat [A] haar werkzaamheden gedeeltelijk heeft hervat, heeft zij zich op 17 juni 2013 volledig ziek gemeld. De werkgever heeft [A] meerdere keren uitgenodigd voor gesprekken over haar re-integratie, maar zij heeft deze uitnodigingen genegeerd. De werkgever heeft uiteindelijk besloten om de loonbetaling stop te zetten, omdat [A] niet bereid was om passende arbeid te verrichten.
De kantonrechter heeft in zijn oordeel overwogen dat [B] gerechtigd was om de loonbetaling te stoppen op basis van artikel 7:629 BW, omdat [A] niet meewerkte aan haar re-integratie. De rechter heeft vastgesteld dat er geen medische beperkingen waren die het voor [A] onmogelijk maakten om haar werkzaamheden te hervatten, en dat de oorzaak van het arbeidsconflict voornamelijk bij [A] lag. De vordering van [A] tot betaling van achterstallig loon is afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van [B].