In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 oktober 2015 uitspraak gedaan over de vraag of een curator persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor onbetaalde proceskosten die voortvloeien uit een arbitrale procedure. De eiser, VISSER & SMIT HANAB INSTALLATIE B.V. (VSH), had de curator van de failliete projectvennootschap Bavin B.V. aangesproken op zijn persoonlijke aansprakelijkheid, omdat de boedel niet in staat was om de proceskosten te voldoen. De curator had een arbitrale procedure aangespannen zonder voldoende financiële dekking voor de proceskosten, wat VSH als onrechtmatig beschouwde.
De rechtbank oordeelde dat de curator niet onrechtmatig had gehandeld door de arbitrale procedure te starten, ondanks het ontbreken van financiële middelen in de boedel. De rechtbank stelde vast dat de curator handelde binnen de grenzen van zijn bevoegdheden en dat er geen sprake was van misbruik van recht. De rechtbank benadrukte dat de curator bij zijn handelen rekening moet houden met de belangen van alle schuldeisers en dat hij niet verplicht is om vooraf voldoende middelen te hebben voor een eventuele kostenveroordeling.
Uiteindelijk wees de rechtbank de vorderingen van VSH af en veroordeelde VSH in de proceskosten van de curator. Dit vonnis bevestigt de bijzondere zorgvuldigheidsnorm die voor curatoren geldt en dat zij in hun rol een ruime mate van vrijheid hebben, mits zij handelen zoals in redelijkheid van een ervaren curator mag worden verwacht.