ECLI:NL:RBNNE:2015:5586

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 december 2015
Publicatiedatum
7 december 2015
Zaaknummer
C/18/156937 / HA ZA 15-120
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van verzekeraar voor gebrekkige rechtsbijstand bij schadevergoeding

In deze zaak vordert eiser, eigenaar van een pleziervaartuig, betaling van schadevergoeding van Anker Verzekert, die hij beschuldigt van gebrekkige rechtsbijstand. Eiser stelt dat hij door het advies van Anker Verzekert niet in staat was om de jachtwerf aansprakelijk te stellen voor de schade die hij had geleden door een defecte motor. De rechtbank heeft vastgesteld dat Anker Verzekert niet de juiste partij is die aansprakelijk kan worden gesteld, omdat de rechtsbijstand werd verleend door Anker Rechtshulp, niet door Anker Verzekert zelf. De rechtbank benadrukt dat een vonnis alleen kan worden gewezen over een rechtsverhouding die tussen de juiste partijen bestaat, en dat de procedure moet kunnen leiden tot een uitvoerbaar vonnis tegen de juiste (rechts)persoon. Eiser heeft niet aangetoond dat hij de juiste partij heeft gedagvaard, waardoor zijn vordering niet ontvankelijk is. De rechtbank heeft de zaak naar de rol verwezen om partijen de gelegenheid te geven zich hierover uit te laten. De beslissing is op 2 december 2015 genomen door de rechtbank in Groningen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Zittingsplaats Groningen
zaaknummer / rolnummer: C/18/156937 / HA ZA 15-120
Vonnis van 2 december 2015
in de zaak van
[voornaam] [eiser],
die woont in Leiden,
eiser,
advocaat mr. drs. J. Hemelaar, die kantoor houdt in Leiden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ANKER VERZEKERT B.V.,
gevestigd te Groningen,
gedaagde,
advocaat mr. M.J.G. Boender-Lamers, die kantoor houdt in Rotterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Anker Verzekert genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 5 augustus 2015;
  • de akte van [eiser] van 18 november 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van het geschil uit van de volgende feiten die tussen partijen vaststaan, omdat die feiten enerzijds zijn gesteld en anderzijds niet of niet voldoende zijn weersproken.
2.2.
[eiser] is eigenaar van een pleziervaartuig.
2.3.
Anker Verzekert is een verzekeraar.
2.4.
Anker Rechtsbijstandverzekeringen N.V. (hierna: "Anker Rechtsbijstandverzekeringen") is met ingang van 1 februari 2006 de rechtsbijstandsverzekeraar van [eiser] .
2.5.
Wanneer een verzekerde van Anker Rechtsbijstand op grond van de toepasselijke polis recht heeft op rechtsbijstand, wordt de rechtsbijstand in opdracht van Anker Rechtsbijstandverzekeringen verleend door Anker Rechtshulp B.V. (hierna: "Anker Rechtshulp").
2.6.
In september 2009 heeft [eiser] zich tot een jachtwerf gewend in verband met problemen met de in zijn pleziervaartuig geplaatste dieselmotor. De jachtwerf heeft vervolgens in opdracht en voor rekening van [eiser] de dieselmotor gereviseerd.
2.7.
Op 16 mei 2010 is de gereviseerde motor uitgevallen. [eiser] heeft in verband hiermee een beroep gedaan op zijn rechtshulpverzekering. Op grond van zijn polis is dekking verleend en heeft Anker Rechtshulp [eiser] geadviseerd om de jachtwerf schriftelijk aansprakelijk te stellen voor de schade die hij als gevolg van het uitvallen van de motor lijdt.
2.8.
Dat advies is telefonisch gegeven. Van het advies is door Anker Rechtshulp een telefoonnotitie gemaakt. Die luidt, voor zover hier van belang:
ik bel vde en we bespreken de zaak nogmaals. ik geef aan dat de vde contact kan opnemen met avoirt om exp. rapport op te laten stellen inzake de vraag of kw toerekenbaar tekort is geschoten en of het raadzaam was om te reviseren daar de kosten voor een nieuwe motor 12000e zijn. rapport moet op naam van de vde maar anker betaalt de kosten. daarnaast vde gezegd dat hij kw en [onderaannemer] , de onderaannemer, vandaag zsm aansprakelijk moet stellen ivm algemene voorwaarden tijdig reclameren. vde zal dat per mail doen en ons kopie mailen. vde gaat bellen met avoirt voor afspraak.
2.9.
Op 18 mei 2010 heeft [eiser] in overeenstemming het aan hem gegeven advies, de jachtwerf aansprakelijk gesteld voor de schade die hij lijdt door de problemen die hij met de gereviseerde motor ondervond.
2.10.
Op of omstreeks 25 mei 2010 heeft [eiser] besloten de gereviseerde motor te vervangen voor een nieuwe. Hij heeft daartoe opdracht gegeven aan een Belgische jachtwerf, die de gereviseerde motor heeft uitgebouwd en een nieuwe motor heeft ingebouwd.
2.11.
Op 18 april 2012 heeft [eiser] de jachtwerf gedagvaard tot vergoeding van de eertijds gemaakte revisiekosten, de kosten gemoeid met het uitbouwen van oude en het inbouwen van een nieuwe motor en andere kosten die zijn gemaakt als gevolg van het uitvallen van de gereviseerde motor. De jachtwerf heeft tot haar verweer aangevoerd dat zij niet in gebreke is gesteld, zodat zij niet gehouden is om eventuele schade te vergoeden. Dat verweer heeft doel getroffen. De rechtbank Amsterdam heeft in haar vonnis van 17 juli 2013, tussen partijen gewezen onder rol- en zaaknummer 5154944 / HA ZA 12-30 in rov. 5.12. overwogen, voor zover hier van belang:
Het voorgaande dat het verweer van [naam jachtwerf, rb.] dat zij niet per e-mail van 18 mei 2010 in gebreke is gesteld, slaagt. Nu niet is gebleken dat [naam jachtwerf, rb.] op andere wijze in verzuim zou zijn gekomen, kan de primaire grondslag van [eiser] schadevergoedingsvorderingen, voor zover deze op meer zien dat de schade als gevolg van de blijvende onmogelijkheid (zie r.o. 5.4.), gelet op het bepaalde in art. 6:74 lid 2 BW, niet dragen. In zoverre zullen zijn [bedoeld wordt [eiser] , rb.] vorderingen dan ook worden afgewezen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, verkort weergegeven, veroordeling van Anker Verzekert tot betaling van € 35.190,08, vermeerderd met rente en kosten. Daartoe stelt [eiser] , samengevat weergegeven, dat Anker Verzekert tekort is geschoten in de aan hem verleende rechtsbijstand, door hem gebrekkig te adviseren. [eiser] stelt dat Anker Verzekert over het hoofd heeft gezien dat aan de aansprakelijkstelling van de jachtwerf een ingebrekestelling vooraf had moeten gaan omdat het ging om een tekortkoming aan de door de jachtwerf gereviseerde motor die nog kon worden hersteld. Volgens [eiser] heeft een en ander ertoe geleid dat hij de schade die hij lijdt als gevolg van de niet goed gereviseerde motor, niet op de jachtwerf kan verhalen.
3.2.
Anker Verzekert voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , althans tot afwijzing van zijn vordering en veroordeling van [eiser] in de (na)kosten van deze procedure. Daartoe voert Anker Verzekert aan, samengevat weergegeven, dat [eiser] de verkeerde rechtspersoon heeft gedagvaard, omdat niet zij maar Anker Rechtshulp de rechtsbijstand heeft verleend waarop [eiser] zijn vordering grondt. Anker Verzekert stelt in dit verband dat zij ook niet de rechtsbijstandsverzekeraar van [eiser] is, zodat [eiser] geen belang heeft bij deze procedure. Anker Verzekert voert verder aan dat als hieraan voorbij wordt gegaan, uit het dossier van Anker Rechtshulp volgt dat in dit geval aan de aansprakelijkstelling geen ingebrekestelling vooraf hoorde te gaan. Het advies dat door Anker Rechtshulp is gegeven om de jachtwerf aansprakelijk te stellen was ingegeven door de toepasselijke algemene voorwaarden die op een revisie als de onderhavige van toepassing zijn en die met zich brengen dat tijdig moet worden gereclameerd. Op het moment dat het advies werd gegeven en de aansprakelijkstelling werd verzonden, was onduidelijk wat er met de gereviseerde motor aan de hand was en was het daarom ook onduidelijk of er sprake was van een tekortkoming door de jachtwerf die zich al dan niet voor herstel leende. Volgens Anker Verzekert bracht de omstandigheid dat [eiser] inmiddels kosten had moeten maken zoals sleep- en onderzoekskosten ook niet met zich dat een ingebrekestelling moest worden verzonden. Dit betrof gevolgschade waarvoor de verzuimregeling niet geldt. Vervolgens is buiten Anker Rechtshulp om besloten niet eerst een expertiserapport af te wachten, maar een nieuwe motor in het pleziervaartuig te plaatsen. Op grond van deze feiten en omstandigheden moet de vordering van [eiser] worden afgewezen, zo stelt Anker Verzekert. Anker Verzekert doet op grond van deze feiten en omstandigheden een beroep op eigen schuld van [eiser] , omdat de schade die hij stelt te lijden het gevolg is van zijn eigen keuze om geen expertise af te wachten en direct een nieuwe motor te laten inbouwen. Anker Verzekert betwist verder op uiteenlopende gronden de omvang van de gestelde schade.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
Het gaat in deze zaak, samengevat weergegeven, om het volgende. [eiser] houdt Anker Verzekert aansprakelijk voor de schade die hij stelt te lijden als gevolg van een tekortkoming in de rechtsbijstand die aan hem is verleend. Anker Verzekert wijst die aansprakelijkheid af, op de grond dat [eiser] de verkeerde rechtspersoon heeft gedagvaard, maar ook op uiteenlopende inhoudelijke gronden. Gelet op het door Anker Verzekert gevoerde verweer staat in de eerste plaats te beoordelen of [eiser] in zijn vordering kan worden ontvangen.
4.2.
De rechtbank stelt voorop dat in een procedure uitgangspunt moet zijn dat geen vonnis moet worden gewezen over een rechtsverhouding die tussen partijen niet bestaat en dat een procedure moet kunnen leiden tot een vonnis dat geëxecuteerd kan worden tegen de juiste (rechts)persoon. Er dient uiteindelijk beslist te kunnen worden ten opzichte van de werkelijk belanghebbende partijen (zie: de conclusie van A-G Asser voor HR 5 juni 1992, ECLI:NL:PHR:2002:AE9242, rov. 2.4).
4.3.
Wat [eiser] tot zover aan zijn vordering ten grondslag heeft gelegd, kan niet leiden tot toewijzing van de vordering tegen Anker Verzekert. Laatstgenoemde rechtspersoon is niet de rechtsbijstandsverzekeraar van [eiser] en evenmin de rechtspersoon aan wie hij het verwijt maakt dat deze tekort is geschoten in de aan [eiser] verleende rechtsbijstand. De vordering - voor zover op inhoudelijk gronden toewijsbaar - zal ook niet kunnen worden geëxecuteerd tegen de juiste rechtspersoon.
4.4.
Onder deze omstandigheden kan het [eiser] niet baten dat hij in zijn akte stelt dat partijen overleg met elkaar hebben gevoerd en dat dit overleg erin heeft geresulteerd dat Anker Verzekert zich niet langer op het standpunt stelt dat [eiser] de verkeerde partij heeft aangesproken. Als veronderstellenderwijs ervan wordt uitgegaan dat partijen daarover afspraken hebben gemaakt, heeft [eiser] daarmee nog geen feiten aan zijn vordering ten grondslag gelegd die zijn vordering kunnen dragen. De enkele omstandigheid dat Anker Verzekert mogelijk - een bevestiging hiervan harerzijds ontbreekt vooralsnog - een verweer prijsgeeft, maakt dat niet anders. Daarmee is nog geen rechtsverhouding aan de vordering ten grondslag gelegd die tot toewijzing van de vordering tegen Anker Verzekert kan leiden. Ook brengt het prijsgeven van het gevoerde verweer niet met zich dat een eventueel veroordelend vonnis wel kan worden geëxecuteerd tegen de rechtspersoon waarmee die rechtsverhouding wel bestaat. Een "voldoende belang voldoende belang bij inhoudelijke beoordeling vordering" als bedoeld in HR 11 januari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BX9762 kan onder zodanige omstandigheden naar het oordeel van de rechtbank niet worden aangenomen.
4.5.
Een en ander brengt de rechtbank tot het voorshandse oordeel dat [eiser] niet in zijn vordering kan worden ontvangen. Partijen worden in de gelegenheid gesteld om zich hierover uit te laten.
4.6.
Gelet op al het voorgaande en mede gelet op art. 132 Rv, zal de rechtbank de zaak naar de rol verwijzen, teneinde partijen in de gelegenheid te stellen te re- en dupliceren.

5.De beslissing

De rechtbank
1. verwijst de zaak naar de rol van
woensdag 6 januari 2016teneinde [eiser] in de gelegenheid te stellen te repliceren,
2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2015. [1]

Voetnoten

1.type: