Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres
de heffingsambtenaar van de gemeente Menterwolde, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
In het verbreed Gemeentelijk rioleringsplan is een meerjarige calculatie gemaakt van de kosten van onderhoud en instandhouding van de gemeentelijke riolering en daaraan gekoppeld de ontwikkeling van het tarief van het rioolrecht.
verbreed Gemeentelijk rioleringsplan 2011-2015”(vGRP) vastgesteld. Hierbij heeft de gemeenteraad onder meer het volgende besloten:
7.2 Financieel” staat onder meer het volgende vermeld:
7.2.3 Scenario 3- Huidige systematiek met constante heffing” onder meer het volgende vermeld:
Bij dit scenario is het tarief binnen vier jaar (2014) op een zodanig (kostendekkend) niveau dat het de overige rekenperiode (tot 2071) niet meer verhoogd hoeft te worden.”.
Aanvullende notitie mbt het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan” (Aanvullende notitie vGRP) is vermeld dat er nog een vierde en vijfde scenario zijn uitgewerkt. Bij scenario 4 wordt ten opzicht van scenario 3 uitgegaan van een kortere afschrijvingstermijn. Op pagina 5 staat vermeld:
Het voorstel van het college is om te kiezen voor scenario 4 (de grijze lijn), met een invoeringstermijn van vier jaar. De keuze van het college is gelegen in het feit dat:
d. de jaarlijkse storting/onttrekking met het egalisatiefonds
De systematiek blijft dus verslaggevingstechnisch wel eenzelfde: de heffing zal moeten aansluiten op de gemeentelijke begroting en is net als het oude rioolrecht maximaal kostendekkend. Het blijft mogelijk om zowel een egalisatiebijdrage voor toekomstig groot onderhoud in de heffing mee te nemen als een spaarbijdrage voor toekomstige vervangingsinvesteringen.”.
Als een gemeente eenkostendekkendtarief in rekening brengt en de egalisatievoorziening voor groot onderhoud dus wordt gevormd uit het riooltarief dan krijgt deze onderhoudsvoorziening –net als de voorziening ‘vervanging riolering’ die is gevormd uit de (via het tarief geïnde) spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen- het karakter van een artikel 44,2-voorziening. De geplande toevoegingen voor het egaliseren van groot onderhoud moeten ook voor dat bedrag in de rekening worden verwerkt.”
Onder paragraaf 3.1, pagina 16, onder het kopje “Samenvattend”:
Uit oogpunt van transparantie en ten behoeve van de periodieke bijstelling van het GRP is van belang dat de voorziening onderhoud resp. vervanging zodanig in de begroting en in de jaarrekening wordt toegelicht dat de relatie is te leggen met het GRP en inzicht kan worden geboden in het onderscheid onderhoud cq spaarcomponent vervangingsinvesteringen.”.
Normaal gesproken moet een onvoldoende onderbouwde voorziening vrijvallen en wordt deze doorgaans omgezet in een reserve. Via de rioolheffing geïnd geld moet echter altijd voor het rioleringsdoel worden aangewend en blijft in een voorziening (artikel 44, lid 1c BBV wordt dan omgezet in een artikel 44, lid 2 BBV voorziening). Deze voorziening kan worden samengevoegd met die van artikel 44 lid 1d BBV.Dit om duidelijk te maken dat het om gelden gaat die ook bij de burger zijn opgehaald voor de taak riolering. Uitzondering op deze regel betreffen efficiency- en aanbestedingsvoordelen, welke wel aan een bestemmingsreserve kunnen worden toegevoegd (zie paragraaf 3.4).”.
Onder paragraaf 3.1, pagina 15, onder het kopje “Samenvattend”:
€ 155.560 en € 306.110.