ECLI:NL:RBNNE:2016:5692
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Waarde onroerende zaak vastgesteld door de rechtbank in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ)
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 20 december 2016 uitspraak gedaan in een geschil over de waarde van een onroerende zaak, een kantoorgebouw met een in aanbouw zijnde parkeergarage en fietsenstalling, gelegen in Groningen. De waarde was vastgesteld door de heffingsambtenaar van de Gemeente Groningen op € 96.629.000 per waardepeildatum 1 januari 2012. Eiser, eigenaar van de onroerende zaak, heeft bezwaar aangetekend en stelde een lagere waarde van € 58.750.000 voor. De rechtbank heeft vastgesteld dat beide partijen niet in hun bewijslast zijn geslaagd om hun voorgestelde waarden aannemelijk te maken. De rechtbank heeft de waarde van de onroerende zaak uiteindelijk vastgesteld op € 80.000.000, rekening houdend met de huurwaardekapitalisatiemethode voor het kantoorgebouw en de vervangingswaarde voor de in aanbouw zijnde parkeergarage en fietsenstalling. De rechtbank oordeelde dat de onroerende zaak als een courant object kan worden beschouwd, ondanks de argumenten van verweerder dat het een incourante onroerende zaak betreft. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser.