ECLI:NL:RBNNE:2019:2074
Rechtbank Noord-Nederland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten bewindvoering door de Groningse Kredietbank als voorliggende voorziening
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 15 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering. Eiser, die onder bewind was gesteld vanwege problematische schulden, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand om de kosten van zijn bewindvoerder te dekken. De gemeente Groningen, als verweerder, had deze aanvraag afgewezen, stellende dat de Groningse Kredietbank (GKB) als een passende en toereikende voorliggende voorziening kon worden gezien, aangezien deze kosteloze bewindvoering aanbiedt. Eiser was van mening dat de GKB niet voldeed aan zijn behoeften en dat de kantonrechter zijn voorkeur voor zijn huidige bewindvoerder diende te respecteren.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente zich terecht op het standpunt had gesteld dat er geen recht op bijzondere bijstand bestond, omdat de GKB een kosteloze en adequate voorziening bood. De rechtbank benadrukte dat het aan eiser was om aan te tonen dat de GKB niet voldeed aan zijn behoeften, wat hij niet had gedaan. De rechtbank verwierp ook de stelling van eiser dat de beslissing van de kantonrechter over de benoeming van de bewindvoerder niet ter discussie gesteld kon worden door de gemeente. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag voor bijzondere bijstand terecht was en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt de rol van voorliggende voorzieningen in het bestuursrecht en de verplichting van aanvragers om aan te tonen dat deze voorzieningen niet toereikend zijn. De rechtbank bevestigde dat de gemeente niet verplicht was om bijzondere bijstand toe te kennen voor kosten die al door een voorliggende voorziening gedekt werden. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.