5.27.De door [gedaagden] gevorderde verklaring voor recht is naar zijn aard niet vatbaar voor uitvoerbaarverklaring bij voorraad en zal daarom worden afgewezen.
1. wijst de vordering van [eisers] af;
2. veroordeelt [eisers] hoofdelijk, in die zin dat als de één betaalt de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden] vastgesteld op
€ 1.383,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele betaling;
3. verklaart het vonnis ter zake van voornoemde proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
4. verklaart voor recht dat [gedaagden] door verjaring eigenaar is geworden van de strook grond, gelegen tussen de kadastrale en de feitelijke erfgrens van de percelen [kadaster nummer] en [kadaster nummer] , en dat de vordering van [eisers] tot revindicatie van deze strook grond verjaard is;
5. veroordeelt [eisers] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden] vastgesteld op € 543,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele betaling;
6. verklaart het vonnis ter zake van voornoemde proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
7. wijst het meer of anders gevorderde af;
in conventie en in reconventie
8. veroordeelt [eisers] hoofdelijk in de nakosten, vastgesteld op € 205,00 zonder betekening in conventie en in reconventie tezamen, vermeerderd met € 68,00 in geval van betekening, te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele betaling;
9. verklaart het vonnis voor wat betreft de veroordeling in de nakosten uitvoerbaar bij voorraad;
10. wijst de overigens gevorderde nakosten af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.B. Faber-Siermann en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2019.