Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- bepaalt dat de sluiting ingaat per dinsdag 21 juli 2020, 11:00 uur.
Rechtbank Noord-Nederland
Op 17 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak over een voorlopige voorziening betreffende de sluiting van een woning. De zaak betreft verzoekster, een eigenaar van een woning in Winschoten, die bezwaar heeft gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Oldambt. Dit besluit, genomen op 2 juni 2020, hield in dat de woning voor een periode van zes maanden gesloten zou worden na het aantreffen van een hennepkwekerij in een opslagruimte van het pand. De voorzieningenrechter heeft op 13 juli 2020 een zitting gehouden, waarbij verzoekster zich liet vertegenwoordigen door haar gemachtigde en een andere persoon, terwijl de burgemeester werd vertegenwoordigd door meerdere gemachtigden.
De voorzieningenrechter overwoog dat de burgemeester bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen op basis van artikel 13b van de Opiumwet, gezien het aantreffen van hennepplanten in de woning. De rechter concludeerde dat de sluiting van het gehele pand gerechtvaardigd was, omdat de opslagruimte niet als een functionele eenheid van de woning kon worden gezien. Bovendien werd opgemerkt dat verzoekster waarschijnlijk op de hoogte was van de hennepkwekerij, gezien de betrokkenheid van haar familieleden bij het pand.
De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, maar bepaalde dat de sluiting niet eerder ingaat dan 21 juli 2020. De rechter oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de beleidsregel rechtvaardigden, en dat het tijdsverloop tussen de inval en de sluiting niet zodanig was dat de maatregel niet meer effectief zou zijn. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.