1.2In het aanvullende boeterapport van 1 juni 2018 heeft inspecteur [inspecteur 2] aangegeven dat op de usb-stick van 4 januari 2017 M-bestanden staan zoals in bijlage 1 staat vermeld en dat op 27 december 2016 ook bestanden zijn ontvangen, zoals in bijlage 2 zijn vermeld.
2. Naar aanleiding van het door de inspecteur opgestelde boeterapport heeft verweerder bij brief van 3 augustus 2017 aan eiseres medegedeeld voornemens te zijn om een boete van in totaal € 331.200,-- aan haar op te leggen wegens een achttal boetefeiten waarbij artikel 4:3, eerste lid, van de Atw is overtreden en een tweetal boetefeiten waarbij artikel 2.5:1, tweede lid, van de Arbeidstijdenbesluit vervoer (de Atbv) juncto artikel 8, tweede lid, van de Verordening is overtreden. Hierbij heeft verweerder aangegeven dat gelet op artikel 5 van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (de Beleidsregel) de boete wordt gemaximeerd naar € 61.500,--.
3. Bij het primaire besluit heeft verweerder aan eiseres een boete opgelegd ten bedrage van € 61.500,--. Hiertoe heeft verweerder de volgende overtredingen vastgesteld:
- chauffeur [chauffeur 1] heeft op 17 tot en met 20 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 1] vervoerswerkzaamheden verricht zonder het voeren van een deugdelijke registratie;
- chauffeur [chauffeur 2] heeft op 6 tot en met 9 en 12 tot en met 18 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 2] vervoerswerkzaamheden verricht zonder het voeren van een deugdelijke registratie;
- chauffeur [chauffeur 3] heeft op 6, 7, 10 tot en met 14 en 16 tot en met 21 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 3] vervoerswerkzaamheden verricht zonder het voeren van een deugdelijke registratie;
- chauffeur [chauffeur 4] heeft op 14 en 15 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 4] en op 17 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 5] vervoerswerkzaamheden verricht zonder het voeren van een deugdelijke registratie;
- chauffeur [chauffeur 5] heeft op 6 tot en met 10, 13 tot en met 16, 20 tot en met 22 en 27 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 5] en van 28 tot en met 30 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 1] vervoerswerkzaamheden verricht zonder het voeren van een deugdelijke registratie;
- chauffeur [chauffeur 6] heeft op 22 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 6] , op 15 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 4] , op 13 juni 2016 en 1 juli 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 1] , op 13, 16 en 28 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 5] , op 8 tot en met 11 en 14 tot en met 17 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 7] en op 28 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 2] vervoerswerkzaamheden verricht zonder het voeren van een deugdelijke registratie;
- chauffeur [chauffeur 7] heeft op 28 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 4] , op 15 tot en met 17 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 1] en op 20 tot en met 23 en 27 juni 2017 met het voertuig met kenteken [kenteken 2] vervoerswerkzaamheden verricht zonder het voeren van een deugdelijke registratie;
- chauffeur [chauffeur 8] heeft op 10 tot en met 16 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 8] vervoerswerkzaamheden verricht zonder het voeren van een deugdelijke registratie;
- chauffeur [chauffeur 9] heeft op 7 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 9] dagelijks minder dan 7 uur rust genomen;
- chauffeur [chauffeur 9] heeft op 16 juni 2016 met het voertuig met kenteken [kenteken 9] dagelijks minder dan 7 uur rust genomen.
4. Ingevolge artikel 4.3, eerste lid, van de Atw voert een werkgever en een persoon als bedoeld in artikel 2:7, eerste lid, een deugdelijke registratie terzake van de arbeids- en rusttijden welke het toezicht op de naleving van deze wet en de daarop berustende bepalingen mogelijk maakt.