Een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
1. de veroordeelde verleent, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan;
2. de veroordeelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
3. de veroordeelde werkt mee aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in dat de veroordeelde:
- zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
- zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
- meewerkt aan huisbezoeken;
- de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met veroordeelde, als dat van belang is voor het toezicht;
4. de veroordeelde werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of Forensische Psychiatrische Kliniek (FPK) of een andere soortgelijke instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
5. de veroordeelde zich laat opnemen in de Forensische Psychiatrische Kliniek (FPK) van GGZ Drenthe te Assen, of een soortgelijke instelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
6. de veroordeelde verblijft in een, door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing te bepalen, instelling voor beschermd wonen. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
7. de veroordeelde laat zich, aansluitend aan de klinische behandeling, behandelen door een ambulante forensische behandelinstantie te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering en behandelaar dat nodig vinden. Veroordeelde houdt zich aan de (huis)regels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. 8. de veroordeelde gebruikt geen zolang de reclassering dit nodig vindt, en werkt mee aan urine-, bloed- en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe wordt veroordeelde wordt gecontroleerd;
9. de veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met de slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
10. de veroordeelde werkt mee aan bewindvoering of budgetbeheer. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en eventuele schulden;
11. de veroordeelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Veroordeelde bevindt zich niet in een ruimte met minderjarigen en houdt zich niet op met minderjarigen zonder aanwezigheid van andere volwassenen. Een en ander met uitzondering van zijn dochter [naam 1], geboren op [geboortedatum] 2006.
12. de veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Het toezicht op deze voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van computers en andere apparatuur. Veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek.
Draagt de reclassering op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Verklaart onttrokken aan het verkeerde in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- goed 001, goednummer 1231911, computer, merk Acer;
- goed 1-001, goednummer 1231911, harddisk, merk Hitachi;
- goed 002, goednummer 1231912, computer, merk HP;
- goed 004, goednummer 1231910, fotocamera, merk Canon;
- goed 4-001, goednummer 1231909, geheugenkaart, merk Agfa 4 GB;
- goed 005, goednummer 1231894, telefoon, merk LG;
- goed 006, goednummer 1231896, telefoon, merk Huawei;
- goed 6-001, goednummer 1231896, geheugenkaart, merk AH;
- goed 007, goednummer 1231898, telefoon, merk LG;
- goed 008, goednummer 1231900, telefoon, merk Acer;
- goed 009, goednummer 1231902, telefoon, merk Huawei;
- goed 010, goednummer 1231903, telefoon, merk Samsung;
- goed 011, goednummer 1231904, telefoon, merk Samsung;
- goed 012, goednummer GEEN, telefoon, merk Apple iPhone.
Ten aanzien van feit 1 en ad informandum 1 (
[slachtoffer 1]):
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 10.385,00(zegge: tienduizend driehonderdvijfentachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2016. Dit bedrag bestaat uit € 385,00 aan materiële schade en
€ 10.000,00 aan immateriële schade.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 1]te betalen een bedrag van
€ 10.385,00(zegge: tienduizend driehonderdvijfentachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2016, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 86 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 385,00 aan materiële schade en
€ 10.000,00 aan immateriële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 1]daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien feit 2, 3, 4 subsidiair en 5 (
[slachtoffer 2]):
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 22.472,29(zegge: tweeëntwintigduizend vierhonderdtweeënzeventig euro en negenentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 december 2019. Dit bedrag bestaat uit € 472,29,00 aan materiële schade en € 22.000,00 aan immateriële schade.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij
[slachtoffer 2]gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op
€ 30,74(zegge: dertig euro en vierenzeventig cent).
Verklaart de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2]voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 2]te betalen een bedrag van
€ 22.472,29(zegge: tweeëntwintigduizend vierhonderdtweeënzeventig euro en negenentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf [geboortedatum] 2019, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 147 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 472,29,00 aan materiële schade en € 22.000,00 aan immateriële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 2]daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. W.S. Sikkema en mr. J.Y.B. Jansen, rechters, bijgestaan door mr. R.G. Bakker-Dees, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 november 2020.