Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Alimentatiebeschikking van 1 december 2020 in de zaak van
[de man] ,
[de vrouw] ,
Het procesverloop
De beoordeling
De beoordeling
Arnhem-Leeuwarden.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de man, als niet-verzorgende ouder, verzocht om een wijziging van de door hem te betalen kinderalimentatie. Hij verzocht de rechtbank om de alimentatie met terugwerkende kracht op nihil vast te stellen, met de stelling dat er sprake was van een wijziging van omstandigheden. De man baseerde zijn verzoek op zijn schulden en de veronderstelling dat de vrouw een inkomensstijging had ervaren. De vrouw voerde verweer en concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van de man.
De rechtbank heeft de verzoeken van de man beoordeeld en vastgesteld dat er geen relevante wijziging van omstandigheden was die een herbeoordeling van de alimentatieregeling rechtvaardigde. De schulden van de man waren al bekend ten tijde van de eerdere vaststelling van de alimentatie. Bovendien was de man niet in staat om zijn stelling van een inkomensstijging van de vrouw te onderbouwen. De rechtbank heeft ook de wettelijke bepalingen omtrent wijzigingsverzoeken in overweging genomen, waarbij werd benadrukt dat niet elke wijziging van omstandigheden voldoende is voor een wijziging van de alimentatie.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de man afgewezen, omdat er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om van de gebruikelijke rekenregels af te wijken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de man geen relevante argumenten had aangedragen die de wijziging van de alimentatie konden rechtvaardigen. De beschikking is gegeven door mr. B.R. Tromp, kinderrechter, op 1 december 2020.