Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 juni 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder
[derde-partij], gevestigd te [plaats] ,
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de toepasselijkheid van de Nederlandse socialezekerheidswetgeving op eiser, die als kapitein op een Rijnvaartschip werkzaam was. Eiser, die de Nederlandse nationaliteit heeft, heeft van 1 mei 2016 tot en met 31 augustus 2018 gewerkt op een schip dat in Nederland is geregistreerd en geëxploiteerd. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had in een eerder besluit vastgesteld dat de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing was op eiser, en had een A1-verklaring afgegeven. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij betoogde dat de Svb ten onrechte had aangenomen dat hij een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden in Nederland had verricht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Svb de toepasselijke wetgeving correct had vastgesteld op basis van de vaartijdenboeken van het schip, waaruit bleek dat eiser in de relevante periode een substantieel percentage van zijn werkzaamheden in Nederland had verricht. De rechtbank oordeelde dat de Svb terecht de Nederlandse wetgeving had toegepast, ook al was het percentage in 2017 lager dan de norm van 25%. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar de vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), die toestaat dat andere omstandigheden, zoals de vestigingsplaats van de eigenaar en exploitant van het schip, in aanmerking worden genomen bij de beoordeling.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, waardoor het besluit van de Svb in stand bleef. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op de maandag na de datum van uitspraak, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.