ECLI:NL:RBNNE:2021:4508
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenplicht door niet melden van contante gelden en kasstortingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 22 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een bijstandsontvanger, en het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen. Eiser had van 23 maart 2019 tot en met 6 januari 2020 een bijstandsuitkering ontvangen, maar verweerder heeft deze herzien en een bedrag van € 5.043,21 teruggevorderd. Dit gebeurde naar aanleiding van een rechtmatigheidsonderzoek dat was gestart na een melding over de aanschaf van twee auto's. Tijdens dit onderzoek zijn onverklaarbare kasstortingen op de bankrekeningen van eiser en zijn partner ontdekt. Eiser had niet gemeld dat hij beschikte over contante gelden, wat in strijd is met zijn inlichtingenplicht volgens de Participatiewet (PW). Eiser stelde dat de contante gelden afkomstig waren uit geldleningen van zijn broers, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet voldoende had aangetoond dat deze leningen daadwerkelijk bestonden en dat hij de verplichtingen tot terugbetaling had nageleefd. De rechtbank concludeerde dat eiser zijn inlichtingenplicht had geschonden en dat de contante gelden als inkomen moesten worden aangemerkt. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en bevestigde de herziening en terugvordering van de bijstandsuitkering.