Uitspraak
derde-belanghebbendeheeft aan het geding deelgenomen: [belanghebbende] gevestigd te [plaats], derde-belanghebbende,
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 april 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe. De eiser, eigenaar van een nabijgelegen perceel, heeft beroep ingesteld tegen twee besluiten van verweerder, waarbij een last onder dwangsom is opgelegd aan een derde-belanghebbende, die een insectencentrum exploiteert, en een omgevingsvergunning is verleend voor de wijziging van de inrichting. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende procesbelang is aan de zijde van eiser, ondanks het feit dat hij zijn woning had verkocht. De rechtbank oordeelt dat de verleende omgevingsvergunning en de opgelegde last onder dwangsom onvoldoende zijn onderbouwd en dat er sprake is van een onaanvaardbaar niveau van geurhinder. De rechtbank vernietigt beide bestreden besluiten en verplicht verweerder om opnieuw te beslissen op de bezwaren van eiser, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser en dient hij de griffierechten te vergoeden. De zaak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige afwegingen bij het verlenen van omgevingsvergunningen en het handhaven van milieuregels.