In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het verzoek om schadevergoeding van verzoekster beoordeeld. Verzoekster heeft op 27 september 2021 een verzoek ingediend in verband met een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerwolde, dat op 6 september 2019 is genomen. Dit besluit betrof de terugvordering van bijstandsuitkeringen die verzoekster had ontvangen over de periode van 22 oktober 2016 tot en met 30 april 2017. Het college heeft vastgesteld dat verzoekster en haar gemachtigde recht hadden op een Ziektewetuitkering, waardoor de bijstandsuitkering met terugwerkende kracht moest worden verrekend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek om schadevergoeding niet kan worden toegewezen, omdat het besluit van 6 september 2019 in rechte vaststaat en er geen onrechtmatig besluit ten grondslag ligt aan het verzoek. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat verzoekster niet voldoende heeft onderbouwd dat er sprake is van schade als gevolg van het besluit. Daarnaast heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om te oordelen over andere civielrechtelijke kwesties die verzoekster heeft aangevoerd.
De rechtbank heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage-van den Bosch en is openbaar uitgesproken op 15 juli 2022. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.