Uitspraak
derde-partijheeft aan het geding deelgenomen: [vergunninghouder]
Rechtbank Noord-Nederland
Op 24 juli 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers en het college van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân over een natuurvergunning voor de wijziging van een geitenmelkveehouderij. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit van 16 oktober 2021, waarbij de vergunning werd verleend, niet onbevoegd was genomen. Eisers betoogden dat de ondertekening door A.J. Tack niet rechtsgeldig was, maar de rechtbank concludeerde dat Tack bevoegd was volgens het Bevoegdhedenstatuut van de provincie Fryslân. De rechtbank behandelde ook de vraag of het relativiteitsvereiste in de weg stond aan de vernietiging van het besluit. Dit vereiste houdt in dat een eiser alleen kan opkomen voor belangen die door de wet worden beschermd. De rechtbank oordeelde dat de afstand van de woning van eisers tot het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied, de Waddenzee, en het ontbreken van zicht daarop, betekende dat de betrokken normen niet strekten tot bescherming van hun belangen. Daarom kon de beroepsgrond van eisers niet slagen. De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond en bevestigde de verleende vergunning. Tevens oordeelde de rechtbank dat zij niet bevoegd was om te oordelen over de door eisers gevraagde schadevergoeding, aangezien het gevraagde bedrag de wettelijke grens overschreed. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Hardenberg, met mr. H.L.A. van Kats als griffier.