In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om vergoeding van waardedaling van zijn woning als gevolg van mijnbouwactiviteiten. De aanvraag werd door het Instituut Mijnbouwschade Groningen op 10 juni 2021 afgewezen, omdat de woning van eiser buiten het vastgestelde waardedalingsgebied ligt. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar het Instituut bleef bij de afwijzing. De rechtbank heeft het beroep op 11 juli 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigden van het Instituut.
De rechtbank concludeert dat het Instituut bevoegd is om schade te vergoeden die is ontstaan door mijnbouwactiviteiten, maar dat eiser niet heeft aangetoond dat de daling van de WOZ-waarde van zijn woning het gevolg is van deze activiteiten. De rechtbank oordeelt dat de gehanteerde methode van Atlas voor gemeenten een geschikte manier is om waardedaling vast te stellen en dat de afbakening van het waardedalingsgebied voldoende is onderbouwd. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat de waardedaling van zijn woning het gevolg is van het risico op aardbevingen door mijnbouwactiviteiten. De rechtbank wijst het beroep van eiser af, waardoor de afwijzing van het Instituut in stand blijft.
De rechtbank benadrukt dat de vergoeding voor waardedaling enkel betrekking heeft op waardedaling als gevolg van het risico op aardbevingen en niet op fysieke schade aan de woning. Eiser heeft niet aangetoond dat er een causaal verband bestaat tussen de waardedaling en de mijnbouwactiviteiten, waardoor de aanvraag terecht is afgewezen. De uitspraak is gedaan door rechter L.E.A. Jonkers-Vellinga en is openbaar uitgesproken op 18 augustus 2023.