In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 9 november 2023 een verzoek tot adoptie van een meerderjarige afgewezen. De verzoeker, die in Spanje woont, wilde geadopteerd worden door de moeder van haar ex-partner, met wie zij een sterke band heeft opgebouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker op het moment van indiening van het verzoek 41 jaar oud was, en dat dit niet voldeed aan de wettelijke vereisten voor adoptie van een meerderjarige volgens het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft de procedure ingeleid met een verzoekschrift dat op 10 juli 2023 is ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 oktober 2023 was de verzoeker aanwezig, bijgestaan door haar advocaat, maar de biologische ouders waren niet verschenen. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de traumatische ervaringen van de verzoeker en haar wens om een juridische band met de verzoeker te creëren. Ondanks de emotionele en speciale band tussen de verzoeker en de moeder van haar ex-partner, heeft de rechtbank geoordeeld dat de afwijzing van het verzoek niet in strijd is met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, omdat de wettelijke vereisten voor adoptie niet zijn vervuld. De rechtbank heeft benadrukt dat de afwijzing uitsluitend op juridische gronden is gebaseerd en dat dit niets afdoet aan de persoonlijke band tussen de betrokkenen.