In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiseres, de eigenaresse van de coffeeshop de Driemaster, tegen het besluit van de burgemeester van Groningen om de coffeeshop voor vier maanden te sluiten. De sluiting is opgelegd vanwege het aantreffen van een te grote hoeveelheid softdrugs, die de toegestane hoeveelheid van 500 gram overschreed. De burgemeester had eerder op 28 november 2022 besloten tot sluiting, en dit besluit werd bevestigd in een bestreden besluit op 21 februari 2023. De rechtbank heeft het beroep op 21 november 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiseres als de burgemeester aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de burgemeester bevoegd was om de sluiting op te leggen op basis van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet. De rechtbank stelt vast dat er tijdens een doorzoeking in de Driemaster 11.383 gram wiet en 6.689 gram hasj is aangetroffen, wat ruimschoots meer is dan de toegestane hoeveelheid. Eiseres betoogde dat de burgemeester niet bevoegd was tot sluiting omdat het gewicht van de softdrugs samen met het verpakkingsmateriaal was gewogen, maar de rechtbank oordeelt dat de burgemeester op basis van de bestuurlijke rapportages voldoende bewijs had om de sluiting te rechtvaardigen.
De rechtbank concludeert dat de sluiting van de Driemaster noodzakelijk was om de openbare orde te herstellen en dat de burgemeester de evenredigheid van de maatregel voldoende heeft gemotiveerd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de sluiting van de coffeeshop voor vier maanden rechtmatig is. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.