ECLI:NL:RBNNE:2024:4853
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van ouderdomspensioen AOW in geval van geregistreerd partnerschap zonder duurzame samenleving
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 12 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de Sociale Verzekeringsbank (Svb) over de herziening en terugvordering van het ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Eiser, die op 13 november 2023 een geregistreerd partnerschap is aangegaan, betwistte de beslissing van de Svb om zijn pensioen te herzien naar de norm voor gehuwden, omdat hij en zijn partner nooit samen hebben gewoond en geen duurzame samenleving hebben gehad. De Svb had het pensioen van eiser herzien en een bedrag van € 464,99 teruggevorderd, omdat zij van mening was dat eiser niet duurzaam gescheiden leefde van zijn partner.
De rechtbank oordeelde dat de Svb ten onrechte de hoofdregel van gelijkstelling van geregistreerd partnerschap aan huwelijk had toegepast. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een situatie als bedoeld in artikel 1, tweede lid, aanhef en onder d, van de AOW. Eiser en zijn partner hadden geen financiële verwevenheid, geen wederzijdse zorg en leefden ieder hun eigen leven, ondanks het geregistreerd partnerschap. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de Svb en herstelde de situatie door te bepalen dat eiser recht had op een ongehuwdenpensioen vanaf december 2023. Tevens werd de Svb veroordeeld in de proceskosten van eiser.
De uitspraak benadrukt het belang van de feitelijke omstandigheden in de beoordeling van de status van geregistreerd partnerschappen en de toepassing van de AOW-regels. De rechtbank stelde vast dat de intentie van eiser en zijn partner nooit was om samen te leven, wat leidde tot de conclusie dat de herziening van het pensioen onterecht was.