Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
- die [slachtoffer] met beide handen tegen zijn borst aan geduwd waardoor die [slachtoffer] met zijn hoofd tegen de muur aan is gekomen en/of
- die [slachtoffer] vast te hebben gepakt en/of
- op een dreigende manier de woorden "je weet wel waarom, we willen 2k van je krijgen" en/of "je weet wel waarom, pedo" toe te hebben gevoegd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
- die [slachtoffer] met beide handen tegen zijn borst aan geduwd waardoor die [slachtoffer] met zijn hoofd tegen de muur aan is gekomen,
- die [slachtoffer] vast te hebben gepakt en/of
- op een dreigende manier de woorden "je weet wel waarom, we willen 2k van je krijgen" en/of "je weet wel waarom, pedo" toe te hebben gevoegd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Beoordeling van het bewijs
oogmerkniet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Daarnaast is door de raadsman aangevoerd dat het geldbedrag waar verdachte in het gesprek met aangever om heeft verzocht, loon betreft dat verdachte nog van aangever tegoed heeft. Nu aangever voorts heeft aangegeven dat verdachte dit geldbedrag zelf bij hem diende te komen ophalen, is er geen sprake van het oogmerk van
wederrechtelijkebevoordeling. Tot slot is door de raadsman aangevoerd dat door verdachte geen geweld is toegepast als middel om aangever te dwingen tot afgifte van het geldbedrag. Het duw- en trekwerk heeft plaatsgevonden bij het naar buiten dirigeren van verdachte en de medeverdachte door aangever en zijn partner. Ook is er geen sprake geweest van bedreiging met geweld. Verdachte heeft aangever niet bedreigd. Ook de uiterlijke verschijningsvorm van het handelen van verdachte levert geen bedreiging met geweld op. Verdachte heeft aangebeld bij de woning van aangever en nadat aangever de deur open deed, is hij achter aangever aan naar de bijkeuken gelopen. Daar vindt een gesprek plaats waarbij niet is gedreigd of geschreeuwd, geen geweld of een wapen is gebruikt én het voor aangever bovendien, ondanks het masker, volstrekt helder was dat hij in gesprek was met verdachte.
wederrechtelijkebevoordeling. Dit oogmerk is aanwezig indien verdachte moet hebben beseft dat hij door zijn handelwijze de grenzen van het maatschappelijk betamelijke verre overschreed (HR 9 februari 1971, ECLI:NL:HR:1971:AB4227). Door, zoals uit de bewijsmiddelen blijkt, s avonds laat, met een ander en onaangekondigd, in het zwart gekleed, met handschoenen aan en een masker voor het gezicht om niet herkend te worden, tegen aangever -in zijn eigen woning- te zeggen dat hij een bedrag van 2.000,- van hem wil hebben, heeft verdachte zonder meer de grenzen van het maatschappelijk betamelijke in vergaande mate overschreden. Verdachte moet dit ook hebben beseft. Dat verdachte meende recht te hebben op het geld, maakt dit niet anders.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
- 3 maanden jeugddetentie, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd;
- een werkstraf van 100 uren te vervangen door 50 dagen jeugddetentie indien de werkstraf niet of niet naar behoren is verricht.
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een jeugddetentie voor de duur van twee maanden.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.