ECLI:NL:RBNNE:2025:3991
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor medeplegen van handel in harddrugs en ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
Op 2 oktober 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een 36-jarige vrouw veroordeeld voor het medeplegen van handel in harddrugs. De rechtbank legde haar een voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden en een taakstraf van 240 uren op. Daarnaast werd een betalingsverplichting opgelegd ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van € 181.091,39. De officier van justitie had eerder gevorderd dat de rechtbank het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel zou vaststellen op € 439.161,36, gebaseerd op een rapport van 10 februari 2023. De verdediging stelde echter dat het bedrag gematigd moest worden tot € 18.192,37, met argumenten over de ten laste gelegde periode en de winstmarge. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel had genoten en dat dit voordeel moest worden ontnomen. De rechtbank baseerde haar oordeel op bewijsmiddelen, waaronder het vonnis van 2 oktober 2025 en het rapport van 10 februari 2023. De rechtbank concludeerde dat de veroordeelde een betalingsverplichting van € 181.091,39 aan de staat moest voldoen, met een maximale gijzeling van 1080 dagen indien niet voldaan werd aan deze verplichting.