ECLI:NL:RBNNE:2025:4396

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 augustus 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
11273174 BU VERZ 24-2021
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften met betrekking tot een niet-verzekerd motorrijtuig

In deze zaak is aan betrokkene een boete opgelegd van € 409,00 wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. De overtreding vond plaats op 19 april 2023. Betrokkene heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. De kantonrechter heeft het beroep op 2 juli 2025 behandeld, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was. Na de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De kantonrechter oordeelt dat het beroep gegrond is en matigt de boete met 25% tot € 309,00, omdat de redelijke termijn is geschonden. De kantonrechter overweegt dat de argumenten van de gemachtigde, dat het voertuig volledig gedemonteerd is en dat de boete buitenproportioneel is, onvoldoende aanleiding geven om de boete te wijzigen. De kantonrechter concludeert dat de extra vermenigvuldigingsfactor niet van toepassing is in deze zaak, omdat de werkwijze van de gemachtigde niet voldoet aan de kenmerken van een kantoor dat werkt op basis van 'no cure no pay'. De officier van justitie wordt veroordeeld in de proceskosten van betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Assen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 258249799
zaaknummer: 11273174 BU VERZ 24-2021

uitspraak van de kantonrechter van 28 augustus 2025

in de zaak van

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

die woont in [woonplaats] ,
gemachtigde: M.J.M. Bergers, Boete.nu.

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De overtreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden’, verricht op 19 april 2023, om 17:03, volgens de RDW Veendam, met een motorfiets met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 409,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 2 juli 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was aanwezig: de vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. R.A. van der Velde.
1.3.
Na afloop van de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Hij oordeelt dat het beroep gegrond is en zal de boete matigen met 25%. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom hij dat doet.
Standpunten
3. Gemachtigde voert aan dat de motor volledig gedemonteerd is en stelt dat de boete in strijd is met het evenredigheidsbeginsel vanwege de omstandigheden van het geval. Gemachtigde verwijst hierbij naar vergelijkbare jurisprudentie. Gemachtigde voert aan dat de motor enkel nog bestaat uit onderdelen en heeft foto’s daarvan bijgevoegd. Gemachtigde stelt daarnaast dat de hoogte van de boete buitenproportioneel is, nu volgens de LOVS-richtlijnen een boete van 400 euro op mishandeling staat. In aanvullende gronden voert gemachtigde aan dat er sprake is van een bijzonder geval als bedoeld in artikel 13a lid 2 Wahv. Gemachtigde stelt dat Boete.nu niet voldoet aan de door de Hoge Raad in het arrest van 24 juni 2025 (ECLI:NL:HR:2025:985) genoemde drie kenmerken voor een kantoor met bedrijfsmodel op basis van ‘no cure no pay’. Boete.nu werkt met een instapvergoeding waartoe factuur en bewijs van betaling zijn overgelegd. Daarnaast stelt gemachtigde dat Boete.nu geen gebruik maakt van gestandaardiseerde tekstblokken en dat zij in deze procedure de ingediende stukken hebben onderbouwd met foto’s.
4. De vertegenwoordiger stelt ter zitting dat het kenteken geschorst was tot 22 maart 2023 en pas vanaf 15 juni 2023 weer verzekerd was. Daarnaast stelt de vertegenwoordiger dat zij de nieuwe verzekering niet kan rijmen met het gedemonteerd zijn van het voertuig. Wel verzoekt de vertegenwoordiger aan de kantonrechter de boete te matigen met 25%, nu sprake is van een schending van de redelijke termijn. Ten aanzien van de proceskostenvergoeding heeft de vertegenwoordiger ter zitting een schriftelijk standpunt overgelegd. Daarin staat dat de vraag of de werkwijze van gemachtigde aan de bedoelde kenmerken van een kantoor met bedrijfsmodel ‘no cure no pay’ voldoet, moet worden beoordeeld naar de situatie van het moment waarop het rechtsmiddel is aangewend. Gesteld wordt dat het daarbij niet specifiek gaat om de werkzaamheden die gemachtigde heeft verricht in deze procedure, maar om het bedrijfsmodel in het algemeen. Volgens de procesvertegenwoordiger valt Boete.nu aan te maken als kantoor met zodanige werkwijze en daarmee in wezen overeenkomt en op 1 lijn kan worden gesteld ( ECLI: HR:2025:670). Dat op de zaak toegespitste gronden worden aangevoerd, sluit dat niet uit. De extra vermenigvuldigingsfactor kan dan ook worden toegepast, aldus de procesvertegenwoordiger.
Overwegingen
5. De overtreding kan worden vastgesteld. Uit de beschikbare gegevens blijkt dat de trekker op 19 april 2023 niet verzekerd was en evenmin geschorst bij de RDW.
6. In de beroepsgronden van betrokkene ziet de kantonrechter onvoldoende aanleiding om de boete te wijzigen. De kantonrechter volgt het standpunt van de vertegenwoordiger dat het voertuig na drie maanden pas weer verzekerd is en dat dit niet strookt met de aangevoerde omstandigheid dat het voertuig volledig gedemonteerd is. Daartoe overweegt de kantonrechter dat uit de bijgevoegde foto’s niet blijkt dat deze van het betreffende voertuig zijn, mede omdat een datering ontbreekt.
7. De kantonrechter zal de boete matigen met 25% tot € 309,00 (inclusief administratiekosten), omdat de redelijke termijn is geschonden. [1] In deze zaak is namelijk meer dan twee jaar verstreken tussen het moment waarop betrokkene kon verwachten dat hij een boete zou krijgen en deze uitspraak.
8. Omdat de kantonrechter het beroep gedeeltelijk gegrond zal verklaren in verband met de schending van de redelijke termijn, zal hij de officier van justitie veroordelen in de proceskosten van betrokkene in de kantonfase.
8.1.
Op 24 juni 2025 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de extra vermenigvuldigingsfactor uit artikel 13a, tweede lid, van de Wahv toelaatbaar is. [2] Deze vermenigvuldigingfactor wordt toegepast bij kantoren die werken op basis van ‘no cure no pay’, waarbij zodanige afspraken met de cliënten worden gemaakt dat het bedrag van eventuele proceskostenvergoedingen aan de gemachtigde of aan het kantoor wordt afgedragen, en de procedures op een zodanige wijze worden gevoerd dat de daarin toegekende proceskostenvergoedingen de in redelijkheid gemaakte kosten in vergaande mate overtreffen. Kantoren met een grondslag die in wezen overeenkomt met een ‘no cure no pay’ kantoor kunnen daarmee op één lijn worden gesteld. [3]
8.2.
Het bureau van gemachtigde, Boete.nu, werkt met algemene voorwaarden die onderdeel uitmaken van de behandelovereenkomst met de client. Uit de algemene voorwaarden blijkt dat voor het behandelen van de beroepsprocedure tegen de boete, voor alle fasen, een betrekkelijk geringe instapvergoeding worden gevraagd zonder dat verdere kosten in rekening worden gebracht bij de cliënt. Daarentegen dienen de eventueel toe te kennen proceskostenvergoedingen aan Boete.nu toe te vallen, aldus artikel 2.3 lid 6 van de algemene voorwaarden van Boete.nu. Daarmee komt de werkwijze van Boete.nu in overwegende mate overeen met een ‘no cure no pay’ kantoor.
8.3.
Het argument dat Boete.nu in haar beroepschriften werkt met op de casus toegesneden argumentatie en niet met (een veelheid van) algemene beroepsgronden, gaat ook niet op. De beroepschriften zijn standaardmatig geformuleerd. Uit een menukaart van (eerder gebruikte) beroepsgronden wordt een keuze gemaakt die met behulp van tekstverwerking in een beroepschrift worden geplaatst. Dat vraagt niet veel meer dan een geringe inspanning van de behandeld jurist/gemachtigde. De kantonrechter houdt het er dan ook op dat de procedure zodanig wordt gevoerd dat de daarin toegekende proceskostenvergoeding de in redelijkheid gemaakte kosten niet ver overtreffen. [4] Vrijwel het enige wat gemachtigde heeft gedaan is een foto, gemaakt door betrokkene, doorsturen aan de rechtbank. Er is dan ook geen aanleiding om te oordelen dat er in deze zaak sprake is van een bijzonder geval, waardoor de extra vermenigvuldigingsfactor niet van toepassing zou zijn. Daarom past de kantonrechter de vermenigvuldigingsfactor van 0,25 toe in deze zaak. Hij zal de officier van justitie veroordelen in de kosten van
€ 113,38.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • wijzigt de inleidende beschikking en matigt de sanctie tot € 309,00;
  • bepaalt dat betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt;
  • veroordeelt de officier van justitie in de proceskosten van betrokkene van € 113,38.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. R. Krikke, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2025.
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.

Voetnoten

1.Artikel 6, eerste lid, van het EVRM.
2.HR 24 juni 2025, ECLI:NL:HR:2025:985.
3.HR 25 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:670.
4.HR 25 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:670.