ECLI:NL:RBNNE:2025:4883

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
1 december 2025
Publicatiedatum
1 december 2025
Zaaknummer
18.063088.25
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor witwassen, heling en bezit van een jammer in vereniging

Op 1 december 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van witwassen, heling en het voorhanden hebben van een jammer. De verdachte, geboren in 1995 en thans gedetineerd, werd bijgestaan door advocaat mr. M. Kuipers, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd werd door mr. P. van der Vliet. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij het verwerven en verhandelen van gestolen voertuigen, waarbij hij opzettelijk handelingen verrichtte die de herkomst van deze voertuigen verhulden. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte medepleger was van zowel witwassen als heling, en dat hij een jammer voorhanden had met het oogmerk om misdrijven te plegen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank oordeelde dat het aangetroffen geldbedrag van 410 euro niet kon worden aangemerkt als afkomstig van een misdrijf, en sprak de verdachte vrij van het witwassen van dit bedrag. De uitspraak benadrukte de ernst van de feiten en de rol van de verdachte binnen een criminele organisatie die zich bezighield met het omkatten en witwassen van voertuigen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18.063088.25
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18.144168.25
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 05.200873.24
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 1 december 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats] ,
thans gedetineerd te [instelling] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 17 november 2025. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M. Kuipers, advocaat te Arnhem. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. P. van der Vliet.
2
De tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Onder parketnummer 18.063088.25
1
hij op of omstreeks 8 januari tot en met 26 februari 2025 te Nieuwe Pekela, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
  • een Land Rover, type Range Rover,
  • een Mercedes, type G63 lang,
  • een Mercedes, type G63 lang Brabus ombouw,
  • een Volkswagen, type Touareg R-line,
  • een Volkswagen, type ID7 Tourer GTX, en/of
  • een Volvo, type XC60 D4,
althans een goed, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2
hij op of omstreeks 8 januari tot en met 26 februari 2025 te Nieuwe Pekela, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
  • een geldbedrag (van in totaal ongeveer 410,-),
  • een Land Rover, type Range Rover,
  • een Mercedes, type G63 lang,
  • een Mercedes, type G63 lang Brabus ombouw,
  • een Volkswagen, type Touareg R-line,
  • een Volkswagen, type ID7 Tourer GTX, en/of
  • een Volvo, type XC60 D4,
althans een voorwerp, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft
omgezet en/of heeft gebruikt, en/of van voorwerpen de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp was, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie een voorwerp voorhanden heeft gehad, door
  • de Land Rover, type Range Rover, te voorzien van valse kentekenplaten,
  • de Mercedes, type G63 lang Brabus ombouw, te voorzien van een vals chassisnummer, althans een chassisnummer dat niet bij dit voertuig hoort,
  • de Volkswagen, type Touareg R-line, te voorzien van een valse kentekenplaat,
  • de Volkswagen, type ID7 Tourer GTX, te voorzien van valse kentekenplaten en/of van een vals chassisnummer, althans een chassisnummer dat niet bij dit voertuig hoort, en/of
  • de Volvo, type XC60 D4, te voorzien van valse kentekenplaten,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), dan wel redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig (eigen)
misdrijf.
Onder parketnummer 18.144168.25
hij op of omstreeks 28 januari 2025 te Schoonebeek, althans in Nederland, met het oogmerk daarmee opzettelijk en wederrechtelijk enig geautomatiseerd werk of enig werk voor telecommunicatie te vernielen, te beschadigen of onbruikbaar te maken, een stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk te veroorzaken, of een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel te verijdelen, een jammer/stoorzender, althans een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt is gemaakt en/of ontworpen tot het plegen van een zodanig bovenomschreven misdrijf, voorhanden heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 januari 2025 te Schoonebeek, althans in Nederland, al dan niet opzettelijk, een of meer radioapparaten, te weten een jammer/stoorzender, heeft aangelegd, geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad en/of heeft gebruikt, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van die radioapparaten geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet.
3
De beoordeling van het bewijs
3.1
Inleiding
Op 26 februari 2025 zagen verbalisanten tijdens een algemene surveillance dat een Volvo XC60 met kenteken [kenteken] een ANPR-melding genereerde, omdat het voertuig in verband werd gebracht met ondermijnende criminaliteit. Verbalisanten volgden de Volvo en kwamen uit bij de parkeerplaats van een hotel te Drachten. Aldaar zagen zij dat een Range Rover met Duits kenteken [kenteken] vanaf ongeveer dezelfde locatie op de parkeerplaats vertrok. Omdat de kentekengegevens niet overeenkwamen met het bouwjaar van het voertuig, besloten de verbalisanten ook dit voertuig te volgen, hetgeen hen bracht bij een terrein met loodsen in Nieuwe Pekela. Op dat terrein troffen de verbalisanten de eerder gevolgde Volvo geparkeerd aan voor één van de loodsen. Vanuit deze loods waren geluiden hoorbaar die duidden op werkzaamheden. De verbalisanten hebben daarop de loods betreden, waar zij vijf van misdrijf afkomstige voertuigen en drie mannen in werkkleding aantroffen.
Deze bevindingen1 vormden het startpunt van het daaropvolgende opsporingsonderzoek. Tijdens dit onderzoek werd ook een vierde verdachte geïdentificeerd, wat leidde tot de ontdekking van een tweede loods in Drachten. In deze loods werd een voertuig aangetroffen dat sinds 26 februari 2025 als gestolen stond geregistreerd.2 De resultaten van het onderzoek hebben uiteindelijk geleid tot de vervolging van onder andere de verdachte ter zake van witwassen, heling en het voorhanden hebben van een jammer.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van parketnummer 18.063088.25 heeft de officier van justitie veroordeling gevorderd voor het onder 1 en onder 2 ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft zij daartoe in het bijzonder aangevoerd dat onder verdachte een geldbedrag van 410,- is aangetroffen en dat hiervoor geen legale bron aan is te wijzen.
Ten aanzien van parketnummer 18.144168.25 heeft de officier van justitie veroordeling gevorderd voor het primair ten laste gelegde.
3.3
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van parketnummer 18.063088.25 heeft de raadsman betoogd dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van hetgeen onder 1 en onder 2 is ten laste gelegd. Ten aanzien van parketnummer 18.144168.25 heeft de raadsman betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 primair ten laste gelegde.
T.a.v. parketnummer 18.063088.25:
Met betrekking tot feit 1 heeft de raadsman primair vrijspraak bepleit voor opzetheling, aangezien uit het dossier niet blijkt dat verdachte wetenschap had van de criminele herkomst van de tenlastegelegde voertuigen. Wat betreft medeplegen stelt de verdediging dat er geen sprake is van bewuste en nauwe samenwerking met medeverdachten. De loods fungeerde als werkplaats waar ieder afzonderlijk werkte. Verdachte was enkel betrokken bij de Range Rover en is verder niet met de medeverdachten waargenomen. De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van schuldheling voor de Range Rover.
Met betrekking tot feit 2 heeft de raadsman eveneens primair vrijspraak bepleit, omdat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte op de hoogte was van de criminele herkomst van de voertuigen. Verder is er geen bewijs waaruit de betrokkenheid van witwashandelingen blijkt. Verdachte heeft, anders dan voor de Range Rover, geen werkzaamheden verricht aan de andere voertuigen en heeft deze niet verworven of verborgen. De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van schuldwitwassen voor de Range Rover.
T.a.v. parketnummer 18.144168.25:
De raadsman verzoekt vrijspraak van het primair ten laste gelegde, aangezien het aantreffen van een netwerkjammer op zichzelf onvoldoende is om te spreken van strafbaar voorhanden hebben. Niet is vastgesteld dat verdachte de jammer voorhanden heeft gehad met het oogmerk om misdrijven te plegen. De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde.
3.4
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak witwassen van een geldbedrag (parketnummer 18.063088.25)
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat het onder verdachte aangetroffen geldbedrag van enig misdrijf afkomstig. De rechtbank leidt uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting af dat bij de aanhouding van verdachte een contant geldbedrag van 410,- is aangetroffen en in beslag genomen. Een geldbedrag van deze grootte acht de rechtbank op zichzelf niet zodanig dat daaruit een vermoeden van witwassen ontstaat. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het witwassen van voornoemd geldbedrag.
Bewezenverklaring feiten 1 en 2 (parketnummer 18.063088.25)
Op grond van het dossier en het ter terechtzitting verhandelde komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van medeplegen van zowel witwassen als heling. Gelet op de omstandigheden waaronder deze gedragingen hebben plaatsgevonden en de nauwe verwevenheid daarvan, acht de rechtbank de feiten aan te merken als een eendaadse samenloop in de zin van artikel 55 Sr. Als gevolg hiervan komen de bewijsmiddelen waarop de rechtbank haar oordeel baseert voor beide bewezen verklaarde feiten in hoge mate overeen en hebben grotendeels betrekking op dezelfde feiten en omstandigheden.
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen,3 het volgende.
Witwassen
Voor een bewezenverklaring van witwassen is vereist dat vast komt te staan dat de voorwerpen waarop de verdenking van witwassen betrekking heeft middellijk of onmiddellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn en dat verdachte dat wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden. Aan verdachte is het medeplegen van het witwassen van zes voertuigen ten laste gelegd. De rechtbank stelt aan de hand van het strafdossier vast dat al deze voertuigen als afkomstig van enig misdrijf kunnen worden aangemerkt.4
Wetenschap
De rechtbank is voorts van oordeel dat het, gelet op de omstandigheden, niet anders kan zijn dan dat verdachte en zijn medeverdachten wisten dat hun handelingen betrekking hadden op voorwerpen die van misdrijf afkomstig waren. Dit vindt steun in de verklaring van verdachte5 en in de bij verdachten aangetroffen grote hoeveelheid valse kentekenplaten, vervalste voertuigidentificatienummers (VIN- nummers), voertuigen met ingeslagen chassisnummers die gestolen of niet (meer) traceerbaar bleken, printplaten en specialistisch gereedschap, alsmede jammers.6
De rechtbank is verder van oordeel dat de handelingen van verdachte en zijn medeverdachten erop waren gericht het zicht te ontnemen op de criminele herkomst van de voertuigen en op de werkelijke rechthebbenden daarvan. Deze handelingen waren ook geschikt om dat doel te bereiken. De voertuigen en onderdelen konden immers enkel na uitgebreid onderzoek onder meer aan de hand van voertuigidentificatienummers worden herleid tot de oorspronkelijke voertuigen.7 De voertuigen waren veelal voorzien van valse kentekenplaten of valselijk aangebrachte of verwijderde chassis/VIN- nummers, waardoor zij zonder nader technisch onderzoek niet meer aan de oorspronkelijke rechtmatige eigenaar konden worden gekoppeld.
Gelet op deze feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang, oordeelt de rechtbank dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte opzet had op het witwassen van de voertuigen, evenals op de samenwerking met zijn mededaders. Van aanwijzingen voor het tegendeel is niet gebleken, hoewel verdachte herhaaldelijk is gevraagd welke legale werkzaamheden hij in de loods zou hebben verricht. Een concreet antwoord daarop is telkens uitgebleven.8 De rechtbank zal hierna toelichten waarom zij van medeplegen uitgaat.
Medeplegen
Voorop staat dat slechts sprake is van medeplegen wanneer bij het plegen van het strafbare feit sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en één of meer anderen, gericht op de totstandkoming van dat feit. Ook indien de samenwerking zich niet kenmerkt door gezamenlijke uitvoering tijdens het delict, kan sprake zijn van medeplegen, mits de door verdachte geleverde bijdrage van voldoende gewicht is.9
Uit het procesdossier en het onderzoek ter terechtzitting volgt dat verdachte op 26 februari 2025, samen met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , is aangetroffen in een loods te Nieuwe Pekela. Alle verdachten droegen op dat moment werkkleding en werk- dan wel latexhandschoen.10 In de loods trof de politie meerdere gestolen of verduisterde voertuigen, valse kentekenplaten, vervalste chassisnummers, gesoldeerde printplaten, specialistisch gereedschap, poets- en veilapparatuur en jerrycans met brandstof aan. De wanden van de loods waren afgeplakt
met zeil en er lagen doeken waarmee de voertuigen konden worden afgedekt.11 De rechtbank leidt uit deze inrichting en de aard van de aangetroffen goederen af dat in de loods sprake was van een professioneel opererende organisatie die zich bezighield met het omkatten en witwassen van gestolen voertuigen.
Op moment van betrapping op heterdaad soldeerde verdachte [verdachte] printplaten, monteerde medeverdachte [medeverdachte 2] valse kentekens op de Volkswagen Touareg, en was medeverdachte [medeverdachte 1] bezig in de deur van de Volkswagen GTX.12 Verdachte heeft zich bij de politie telkens op zijn zwijgrecht beroepen, maar ter terechtzitting heeft hij verklaard dat hij de opdracht had gekregen om in de loods een printplaat te solderen, volgens een voorbeeld op een foto.13 Verdachte heeft ter terechtzitting tevens verklaard dat hij in de garage aanwezig was om zwart werk te doen bij de autos. Naast de betrapping op heterdaad, blijkt ook uit het forensisch onderzoek dat verdachte betrokken was bij de ten laste gelegde feiten. Forensisch onderzoekers hebben het stuur en bedieningsscherm van de in de loods aanwezige grijze Range Rover met kenteken [kenteken] onderzocht op de aanwezigheid van biologische sporen.14 De resultaten van dit onderzoek toonden aan dat het DNA van verdachte werd aangetroffen op het bemonsterde beeldscherm, met een frequentie van voorkomen kleiner dan één op één miljard.15 Dit wijst op een zeer hoge mate van zekerheid dat het DNA op het beeldscherm daadwerkelijk van verdachte afkomstig is. De rechtbank concludeert dan ook dat het DNA op het beeldscherm van de Range Rover van verdachte is. De auto waarop het DNA van verdachte werd aangetroffen, betrof een Range Rover die op 24 februari 2025 werd gestolen.16 Dezelfde Range Rover die op 26 februari 2025 door medeverdachte [medeverdachte 2] van de parkeerplaats van een hotel in Drachten naar de loods in Nieuwe Pekela werd gereden.17
De rechtbank weegt tevens mee dat er een duidelijk verband bestaat tussen verdachte en diens medeverdachten. Dat blijk uit het volgende. Verdachte werd op een eerder moment, op 28 januari 2025, aangehouden terwijl hij in een spookvoertuig reed.18 Na zijn aanhouding hebben verbalisanten de chalet waar hij verbleef doorzocht. In de chalet werd een zwarte EHBO-koffer gevonden, waarin verschillende valse sleutels en een valse identiteitskaart zaten.19 Op 26 februari 2025 onderzocht dezelfde verbalisant de Volvo XC60 die geparkeerd stond voor de loods in Nieuwe Pekela. Deze Volvo behoorde toe aan medeverdachte [medeverdachte 1] . In deze Volvo werd opnieuw een zwarte EHBO- koffer aangetroffen, volgens verbalisant betrof dit dezelfde koffer die een maand eerder in de chalet werd gevonden.20 In de koffer zaten wederom valse autosleutels. Verbalisant stelde vast dat de foto op de valse identiteitskaart, die op 28 januari 2025 in de chalet werd aangetroffen, identiek was aan de foto op het paspoort en rijbewijs van medeverdachte [medeverdachte 2] op het moment van
aanhouding op 26 februari 2025.
De rechtbank leidt uit feiten en omstandigheden die blijken uit bovenstaande bewijsmiddelen af dat sprake is geweest van nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten, gericht op het verhullen van de herkomst van gestolen voertuigen. De verdachten zijn gezamenlijk op heterdaad betrapt in een loods terwijl zij daar werkzaamheden hebben verricht. De gedragingen van de verdachten waren op elkaar afgestemd, met een rolverdeling waarbij ieder een essentieel onderdeel van het omkat- en witwasproces voor zijn rekening nam. Verdachte was actief betrokken bij het solderen van printplaten, een essentiële handeling in het manipuleren van de voertuigen, terwijl de medeverdachten zich bezig hielden met andere aspecten van het proces, zoals het aanbrengen van valse kentekenplaten. Daarmee heeft verdachte een bijdrage geleverd die zowel materieel als intellectueel van voldoende gewicht is om het medeplegen te dragen. Het enkele feit dat niet kan worden vastgesteld welke verdachte aan welke voertuig werkzaamheden heeft verricht, doet hieraan niet af. Zoals volgt uit vaste rechtspraak kan ook degene die niet zelf de uitvoeringshandeling verricht, maar wel een wezenlijke bijdrage levert aan het ten laste gelegde, als medepleger worden aangemerkt. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de raadsman.
Alles afwegend acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte en zijn medeverdachten tezamen en in vereniging met anderen zich hebben schuldig gemaakt aan het witwassen van gestolen dan wel verduisterde voertuigen.
Medeplegen heling
Het rechtbank overweegt hieromtrent - vrijwel conform het reeds overwogene ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde - het volgende.
De rechtbank heeft reeds vastgesteld dat de voertuigen die op de tenlastelegging staan vermeld afkomstig zijn uit enig misdrijf. Voorts stelt de rechtbank vast dat verdachte alle op de tenlastelegging staande voertuigen voorhanden heeft gehad. Dit volgt uit zijn eigen verklaring,21 zijn aanwezigheid in de loods in nabijheid van de van misdrijf afkomstige voertuigen terwijl hij werkzaamheden verrichte aan een printplaat,22 en het aantreffen van het DNA van verdachte in één van de voertuigen.23 Uit deze omstandigheden blijkt dat verdachte zich bewust was van de criminele herkomst van de voertuigen en actief heeft deelgenomen aan het proces waarbij deze herkomst werd verhuld. Gelet hierop, en in aansluiting op de eerdere bewezenverklaring van witwassen, is de rechtbank van oordeel dat sprake is van medeplegen van heling.
Bewezenverklaring feit 1 (parketnummer 18.1441687.25 )
Art. 350d, onder a, Sr. verbiedt - voor zover hier van belang - het met dat oogmerk voorhanden hebben van een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt of ontworpen is voor het verstoren van telecommunicatiesignalen. De term "hoofdzakelijk" houdt in dat het bezit ervan zelfs strafbaar is indien dat hulpmiddel ook een legitiem doel kan dienen, maar dat legitieme doel ondergeschikt is aan het strafbare doel.24 De rechtbank acht op basis van de bewijsmiddelen, in hun onderlinge samenhang, feit 1 primair wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank is van oordeel dat de door de raadsman bepleite vrijspraak wordt weersproken door deze bewijsmiddelen en bewijsvoering.
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat op 26 februari 2025 in de auto van verdachte een jammer is aangetroffen.25 Uit het onderzoek van een inspecteur van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur volgt dat deze uitrusting bestemd is voor het uitzenden van radiosignalen met een grote bandbreedte en is ontworpen om doelgericht frequenties te verstoren die door andere toepassingen waaronder GPS-trackers worden gebruikt.26 Daarmee betreft het een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt is voor het opzettelijk verstoren van telecommunicatie. Het is voorts een feit van algemene bekendheid dat dergelijke jammers in het criminele circuit worden ingezet om de opsporing te frustreren en de ontdekking van misdrijven te voorkomen. Gelet op de overige vastgestelde feiten, waaruit blijkt dat verdachte en zijn mededaders zich bezighielden met het witwassen van gestolen voertuigen, acht de rechtbank het uitgesloten dat de jammer voor enig
legitiem doel werd gebruikt. De jammer is derhalve voorhanden gehad met het oogmerk om misdrijven te plegen in de zin van artikel 350c Sr.

4.De bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1en 2 onder parketnummer 18.063088.25 en feit 1 primair onder parketnummer 18.144168.25 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
parketnummer 18.063088.25
1
hij omstreeks 28 januari tot en met 26 februari 2025 te Nieuwe Pekela tezamen en in vereniging met anderen
  • een Land Rover, type Range Rover,
  • een Mercedes, type G63 lang,
  • een Mercedes, type G63 lang Brabus ombouw,
  • een Volkswagen, type Touareg R-line,
  • een Volkswagen, type ID7 Tourer GTX, en
  • een Volvo, type XC60 D4,
voorhanden heeft gehad terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
2
hij omstreeks 28 januari tot en met 26 februari 2025 te Nieuwe Pekela tezamen en in vereniging met anderen
  • een Land Rover, type Range Rover,
  • een Mercedes, type G63 lang,
  • een Mercedes, type G63 lang Brabus ombouw,
  • een Volkswagen, type Touareg R-line,
  • een Volkswagen, type 1D7 Tourer GTX, en
  • een Volvo, type XC60 D4,
voorhanden heeft gehad, heeft overgedragenen van voorwerpen de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en verhuld, en heeft verborgen en verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp was, en heeft verborgen en verhuld wie een voorwerp voorhanden heeft gehad, door
  • de Land Rover, type Range Rover, te voorzien van valse kentekenplaten,
  • de Mercedes, type G63 lang Brabus ombouw, te voorzien van een vals chassisnummer, althans een chassisnummer dat niet bij dit voertuig hoort,
  • de Volkswagen, type Touareg R-line, te voorzien van een valse kentekenplaat,
  • de Volkswagen, type ID7 Tourer GTX, te voorzien van valse kentekenplaten en van een vals chassisnummer, althans een chassisnummer dat niet bij dit voertuig hoort, en
  • de Volvo, type XC60 D4, te voorzien van valse kentekenplaten,
terwijl hij en zijn mededaders wisten dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
parketnummer 18.144168.25
hij op 28 januari 2025 te Schoonebeek met het oogmerk daarmee opzettelijk en wederrechtelijk een stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk te veroorzaken, een jammer, althans een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt is gemaakt en ontworpen tot het plegen van een zodanig bovenomschreven misdrijf, voorhanden heeft gehad.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Eendaadse samenloop
De rechtbank is van oordeel dat met betrekking tot de feiten 1 en 2 sprake is van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55, eerste lid, Wetboek van Strafrecht. Er is één feitencomplex, waarin de feiten zodanig met elkaar verweven zijn en in elkaar opgaan dat geoordeeld moet worden dat er één wilsbesluit aan ten grondslag ligt waarvan verdachte in wezen één verwijt wordt gemaakt.
Het bewezen verklaarde levert op:
parketnummer 18.063088.25
Eendaadse samenloop van:
medeplegen van opzetheling;
medeplegen van witwassen;
parketnummer 18.144168.25
1. primair. Het met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 350c van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, voorhanden hebben van een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
7
Strafmotivering
7.1
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden (met aftrek).
7.2
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte slechts een beperkte rol heeft gespeeld en dat niet alle voertuigen zonder onderscheid aan hem kunnen worden toegerekend. Mede gelet op die beperkte betrokkenheid, het aanzienlijke tijdsverloop en zijn persoonlijke omstandigheden, acht de verdediging de eis van het openbaar ministerie te hoog. Verzocht is een straf op te leggen die gelijk is aan de tijd die de verdachte heeft doorgebracht in voorarrest.
7.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank stelt voorop dat verdachte zich gedurende ten minste een maand samen met anderen op een geraffineerde en planmatige wijze heeft schuldig gemaakt aan het witwassen en helen van meerdere voertuigen. Deze voertuigen, met een totale waarde van om en nabij de 1,5 miljoen euro, zijn in de loods onder meer voorzien van valse kentekens en chassisnummers. Verdachte heeft daaraan een wezenlijke bijdrage geleverd en fungeerde als een belangrijke schakel binnen een criminele afzetmarkt voor gestolen voertuigen. Door deze handelwijze is aanzienlijke financiële schade veroorzaakt en is het vertrouwen in het handelsverkeer en in voertuigdocumenten ernstig geschaad.
Verdachte heeft ter terechtzitting geen openheid van zaken gegeven, hetgeen erop duidt dat hij geen inzicht toont in het laakbare van zijn handelen of in de schadelijke gevolgen daarvan voor zowel individuele benadeelden als de maatschappij als geheel.
In strafverzwarende zin weegt mee dat verdachte blijkens zijn justitiële documentatie slechts een paar weken eerder onherroepelijk is veroordeeld voor een soortgelijk feit, zonder dat dit hem ervan heeft weerhouden opnieuw dergelijke delicten te plegen. Gelet op de ernst en omvang van de feiten, de professionele werkwijze en het aantal voertuigen dat in het criminele proces is betrokken, acht de rechtbank in beginsel een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend en geboden. Conform de eis van de officier van justitie zal de rechtbank een gevangenisstraf van 24 maanden opleggen met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Anders dan de officier van justitie zal de rechtbank hiervan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren opleggen. Het voorwaardelijke deel dient als een duidelijke waarschuwing aan verdachte zich in de toekomst van soortgelijke strafbare feiten te onthouden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

8.Inbeslaggenomen goederen

8.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de inbeslaggenomen goederen verbeurd te verklaren.
8.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, gelet op de bepleite vrijspraak, op het standpunt gesteld dat het in beslag genomen geldbedrag moet worden teruggegeven aan verdachte.
8.3
Oordeel van de rechtbank
Teruggave geldbedrag aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het in beslag genomen geldbedrag, te weten 410,00, nu dit geldbedrag niet in verband kan worden gebracht met strafbaar handelen en evenmin gronden aanwezig zijn tot verbeurd verklaring.
Bewaring ten behoeve van rechthebbenden
De rechtbank kan op basis van de bewijsmiddelen niet vaststellen dat de voorwerpen met nummer 1 tot en met 5 aan verdachte toebehoren. De rechtbank ziet geen grond voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van deze voorwerpen. De rechtbank gelast daarom de bewaring van deze voorwerpen ten behoeve van rechthebbenden.
de personenauto van het merk Land Rover Range Rover met kenteken [kenteken] ;
de personenauto van het merk Mercedes-Benz, AMG G63, met kenteken [kenteken] ;
de personenauto van het merk Volkswagen, type Touareg, met kenteken [kenteken] ;
de personenauto van het merk Volkswagen, type GTX, met kenteken [kenteken] ;
de personenauto van het merk Mercedes Benz, type Brabus, zonder kentekenplaat;
Vordering na voorwaardelijke veroordeling
Bij onherroepelijk vonnis van 10 februari 2025 van de politierechter in de rechtbank Gelderland te Zutphen, is verdachte veroordeeld tot -onder meer- een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden en 6 dagen waarvan 2 maanden voorwaardelijk met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht en een proeftijd van 3 jaren. De proeftijd is ingegaan 25 februari 2025. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft bij vordering van 11 juni 2025 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten 1 en 2 onder parketnummer 18.063088.25 heeft begaan voor het einde van de proeftijd, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van deze voorwaardelijke straf.

9.Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 55, 57, 350d, 416, 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
Verklaart feit 1 en feit 2 onder parketnummer 18.063088.25 ten laste gelegd en feit 1 primair onder parketnummer 18.144168.25 ten laste gelegd bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en
verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Bepaalt dat (van) deze gevangenisstraf (
een gedeelte, groot 6 maanden), niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaar, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gelast de teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag ad 410,00.
Gelast de bewaringvan de volgende in beslag genomen voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende(n):
de personenauto van het merk Land Rover Range Rover met kenteken [kenteken] (goednummer PL0100-2025051142-1805645);
de personenauto van het merk Mercedes-Benz, AMG G63, met kenteken [kenteken] (goednummer PL0100-2025051142-1805647);
de personenauto van het merk Volkswagen, type Touareg, met kenteken [kenteken] (goednummer PL0100-2025051142-1805649);
de personenauto van het merk Volkswagen, type GTX, met kenteken [kenteken] (goednummer PL0100-2025051142-1805651);
de personenauto van het merk Mercedes Benz, type Brabus, zonder kentekenplaat (goednummer PL0100-2025051142-1805653).
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 05-200873-24:
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de van de politierechter in de rechtbank Gelderland te Zutphen van 10 februari 2025, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden en 6 dagen waarvan 2 maanden voorwaardelijk met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Wolters, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. C. Brouwer, rechters, bijgestaan door mr. M. Raven, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 december 2025.
1. Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 27 februari 2025, p. 29 e.v.
2 Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 27 februari 2025, p. 325 e.v.
3 De processen-verbaal waarnaar wordt verwezen, zijn opgenomen in het dossier van de Politie Noord-
Nederland met nummer 2025051277 d.d. 22 april 2025. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
4 p. 127- p. 129 en de daarbij behorende bijlagen.
5 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 november 2025.
6 p. 40.
7 P. 127 p. 128 en de daarbij behorende bijlagen.
8 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 november 2025.
10 p. 31.
11 p. 40.
12 p. 31.
13 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 november 2025.
14 p. 158.
15 p. 165.
16 p. 128 p. 129.
17 p. 30
18 p. 380 e.v.
19 p. 374.
20 p. 72 p. 73.
21 De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 november 2025.
22 p. 31.
23 p. 165.
24
Kamerstukken I2005/06, 26671 en 30036 (R1784), D, pagina 13.
25 p. 380.
26 p. 389 - p. 394.