ECLI:NL:RBNNE:2025:4901

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 november 2025
Publicatiedatum
2 december 2025
Zaaknummer
11669577 BU VERZ 25-854
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over verkeersboete voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 13 november 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan de betrokkene was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. N.G.A. Voorbach, had een boete van € 389,00 ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op 16 januari 2024 op de A32 L in Grou. De officier van justitie had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting heeft de kantonrechter de zaak behandeld en de verklaring van de verbalisant, die de overtreding had vastgesteld, in overweging genomen. De kantonrechter oordeelde dat de foto’s in het dossier geen aanleiding gaven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De betrokkene ontkende dat zij een mobiel elektronisch apparaat vasthield, maar de kantonrechter concludeerde dat de beschikbare gegevens voldoende waren om vast te stellen dat de overtreding had plaatsgevonden. De kantonrechter wees erop dat de betrokkene geen alternatieve verklaring had gegeven voor het voorwerp dat zij vasthield.

Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond, waarbij werd benadrukt dat de enkele betwisting van de overtreding en de bevoegdheid van de verbalisant niet voldoende waren om aan de vaststelling van de overtreding te twijfelen. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen redenen waren om deze te matigen. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en het proces-verbaal werd opgemaakt door griffier S.N. Noordenbos.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 263775496
zaaknummer: 11669577 BU VERZ 25-854

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van13 november 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] ,
gemachtigde: mr. N.G.A. Voorbach, Verkeersboete.nl.

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden’, verricht op 16 januari 2024, om 14:17 uur, op de A32 L in Grou, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 389,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 13 november 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was aanwezig als vertegenwoordiger van de officier van justitie mr. R. van der Velde.
1.3
Na afloop van de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. De kantonrechter oordeelt dat het beroep ongegrond is en zal hierna uitleggen hoe zij tot dat oordeel komt.
Standpunten
3. Betrokkene ontkent dat zij een mobiele telefoon vasthield. Er is alleen te zien dat betrokkene een zwart voorwerp vasthad. Op de foto is niet te zien dat het voorwerp een mobiel elektronisch apparaat is. De vorm is ook niet vast te stellen. De agent heeft de vermeende overtreding digitaal vastgesteld. Voor deze overtreding geldt een instructie, waarin wordt beschreven hoe moet worden vastgesteld dat er sprake is van een mobiel elektronisch apparaat. Hoewel door weggebruikers geen rechten kunnen worden ontleend aan de instructie, geeft deze wel aan dat er hoge standaarden gelden voor het vaststellen van de overtreding. Hier wordt niet aan voldaan. De agent stelt op basis van de foto, welke geen uitsluitsel biedt over het voorwerp dat wordt vastgehouden, de verkeersovertreding vast. De agent beschikt over dezelfde foto als de foto die in het dossier aanwezig is. Deze is onvoldoende om de verkeersovertreding vast te stellen. Daarnaast betwist betrokkene de overtreding, de bevoegdheid van de verbalisant en de wettigheid van de gebruikte bewijsmiddelen.
4. De vertegenwoordiger verzoekt het beroep ongegrond te verklaren. De foto is voldoende duidelijk. Er is een zwart voorwerp te zien. Betrokkene kijkt met haar hoofd gericht naar het voorwerp. Dit is voldoende aanleiding om vast te stellen dat het om een mobiele telefoon gaat. Ze heeft bovendien ook niet aangevoerd wat het voorwerp wel kan zijn. Daarnaast is de enkele betwisting van de overtreding, de bevoegdheid van de verbalisant en de wettigheid van de gebruikte bewijsmiddelen onvoldoende om te twijfelen aan de verkeersovertreding.
Overwegingen
5. Betrokkene betwist de verkeersovertreding. In zaken op grond van de Wahv is de verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht in beginsel voldoende voor het vaststellen van de verkeersovertreding, tenzij concrete omstandigheden worden aangevoerd die aanleiding geven tot twijfel.
6. De verbalisant verklaart dat hij op het bedienscherm van het camerasysteem zag dat de bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthield. In het dossier bevinden zich de foto’s van de overtreding. Betrokkene houdt in haar rechterhand naast het stuur, een donkerkleurig, rechthoekig voorwerp vast. Zij zit gedraaid naar het voorwerp te kijken. Gelet op de foto’s in het dossier ziet de kantonrechter geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de ambtenaar. Op basis van de houding van betrokkene en de vorm van het voorwerp, kan worden vastgesteld dat betrokkene een mobiel elektronisch apparaat vasthield. Daarbij betrekt de kantonrechter dat betrokkene geen verklaring heeft gegeven over wat voor voorwerp ze dan wel vast had.
7. Daarbij is de enkele, niet-onderbouwde, betwisting van de bevoegdheid van de verbalisant en de wettigheid van de gebruikte bewijsmiddelen, naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende om te twijfelen aan de gegevens in het zaakoverzicht. Alles overwegende kan op basis van de beschikbare gegevens voldoende worden vastgesteld dat de verkeersovertreding door betrokkene is verricht. In het door de gemachtigde gevoerde verweer zijn geen omstandigheden gelegen die aanleiding geven de boete te matigen. Er is geen sprake van schending van de redelijke termijn. De boete is terecht opgelegd. [1]

Conclusie

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
S.N. Noordenbos, griffier mr. L.E.A. Jonkers-Vellinga, kantonrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.

Voetnoten

1.Hof Arnhem-Leeuwarden, 10 oktober 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:8631.