ECLI:NL:RBNNE:2025:4974
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- F. Sijens
- O.J.J.C. Koopmans
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening IOAZ-uitkering wegens niet voldoen aan urencriterium
Op 4 december 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor een IOAZ-uitkering, welke door het college op 4 september 2025 was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het niet voldoen aan het urencriterium, aangezien verzoekster in de drie jaren voorafgaand aan de aanvraag minder dan 1225 uur had gewerkt in haar eigen bedrijf. Verzoekster was het niet eens met deze afwijzing en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 19 november 2025 werd het verzoek behandeld. Verzoekster, haar ambulant begeleider en de gemachtigde van het college waren aanwezig. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening moest worden afgewezen. Hij concludeerde dat de afwijzing van de IOAZ-uitkering niet evident onrechtmatig was. De voorzieningenrechter benadrukte dat verzoekster de bewijslast had om aan te tonen dat zij voldeed aan het urencriterium, wat zij niet had gedaan. Bovendien was het niet doorslaggevend dat de aanvraag was ingediend nadat verzoekster haar bedrijf had uitgeschreven, aangezien het college haar eerder had geadviseerd om dit te doen.
De voorzieningenrechter wees het verzoek af, wat betekent dat er geen voorlopige voorziening werd getroffen gedurende de bezwaarprocedure. Er was geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 4 december 2025 en er stond geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.