ECLI:NL:RBNNE:2025:676

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
24 februari 2025
Zaaknummer
11206759 CV EXPL 24-4358
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenovereenkomst en informatieplicht bij aanneming van werk

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 11 februari 2025, gaat het om een geschil tussen een consument en een aannemer over een aanneming van werk. De eiser, een consument, had een overeenkomst gesloten met de gedaagde aannemer voor werkzaamheden aan haar woning, maar stelde dat zij het herroepingsrecht had ingeroepen en de overeenkomst had ontbonden. De gedaagde voerde verweer en vorderde betaling van openstaande facturen. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst niet onder het herroepingsrecht viel, omdat deze niet op afstand of buiten de verkoopruimte was gesloten. De kantonrechter concludeerde dat de overeenkomst tot stand was gekomen op basis van communicatie op afstand en dat de informatieplicht van de aannemer was geschonden. De vordering van de eiser werd afgewezen, maar de kantonrechter besloot de betalingsverplichting van de eiser te verminderen met 25% vanwege de schending van de informatieplicht. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Groningen
Zaaknummer: 11206759 CV EXPL 24-4358
Vonnis van 11 februari 2025
in de zaak van
[eiser in conv. verw. in rec.],
te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conv. verw. in rec.] ,
gemachtigde: ARAG Rechtsbijstand,
tegen
[ged. in conv. eiser in rec.],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [ged. in conv. eiser in rec.] ,
gemachtigde: mr. T.E. Heslinga.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het tussenvonnis van 1 oktober 2024. Bij dit vonnis is een mondelinge behandeling bepaald. Deze mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 8 januari 2025. [eiser in conv. verw. in rec.] is verschenen, bijgestaan door mr. S. Harpman. Aan de zijde van [ged. in conv. eiser in rec.] is [ged. in conv. eiser in rec.] verschenen bijgestaan door mr. J.W. de Vries. Ter zitting is ook F.B. Dijkstra verschenen als tolk Fries (tolknummer 38). Partijen hebben ter zitting hun standpunten (nader) toegelicht, door [ged. in conv. eiser in rec.] deels aan de hand van ingebrachte spreekaantekeningen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat ter zitting is besproken, waarbij hetgeen in de Friese taal is gesproken in die taal is vermeld.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De (verkort weergegeven) feiten

in conventie en in reconventie
2.1.
[ged. in conv. eiser in rec.] exploiteert een bouwbedrijf.
2.2.
[eiser in conv. verw. in rec.] heeft eind maart 2023 online (op Werkspot.nl) een advertentie met betrekking tot haar woning geplaatst waarbij zij aangeeft dat er per 1 mei 2023 onder meer een fundering van een vloer aangebracht moet worden.
2.3.
Naar aanleiding van deze advertentie heeft [ged. in conv. eiser in rec.] [eiser in conv. verw. in rec.] bericht dat hij geïnteresseerd is in de aangeboden klus, waarna [ged. in conv. eiser in rec.] vervolgens bij [eiser in conv. verw. in rec.] thuis is geweest ter bespreking van de werkzaamheden. Op basis daarvan heeft [ged. in conv. eiser in rec.] nadien op 21 april 2023 aan [eiser in conv. verw. in rec.] twee kostenindicaties van € 154.000,00 en € 188.300,00 gestuurd. Deze kostenindicaties zijn toegespitst op de volledige (ver)bouw van de (woon)schuur.
2.4.
Op 17 mei 2023 heeft [eiser in conv. verw. in rec.] [ged. in conv. eiser in rec.] het volgende Whatsappbericht gestuurd: “
Zou je a.s. vrijdag middag langs kunnen komen om nog wat door te spreken?”. [ged. in conv. eiser in rec.] is hierna op 19 mei 2023 bij [eiser in conv. verw. in rec.] thuis geweest.
2.5.
Op 24 mei 2023 heeft [ged. in conv. eiser in rec.] werkzaamheden aan het dak van [eiser in conv. verw. in rec.] verricht. [ged. in conv. eiser in rec.] heeft hiervoor een bedrag van € 1.530,00 bij [eiser in conv. verw. in rec.] in rekening gebracht onder vermelding van ‘
herstel dak/renovatie dak’. [eiser in conv. verw. in rec.] heeft dit bedrag (contant) betaald.
2.6.
Nadien hebben partijen meermaals met elkaar gecorrespondeerd via Whatsapp.
2.7.
Ten aanzien van de verrichte werkzaamheden heeft [ged. in conv. eiser in rec.] bij [eiser in conv. verw. in rec.] de volgende facturen in rekening gebracht:
Factuurnummer
Bedrag
[factuurnummer 1]
2.940,30
[factuurnummer 2]
2.545,54
[factuurnummer 3]
2.940,30
[factuurnummer 4]
2.235,18
[factuurnummer 5]
1.606,28
[factuurnummer 6]
2.872,54
[factuurnummer 7] (credit op [factuurnummer 2]
- 1.255,17
2.8.
[eiser in conv. verw. in rec.] heeft de facturen met nummer [factuurnummer 1] en [factuurnummer 3] (tweemaal een bedrag van € 2.940,30) betaald.
2.9.
Tussen partijen is op enig moment onenigheid ontstaan over de (uitvoering van de) werkzaamheden en de facturatie daarvan. Uiteindelijk heeft (de gemachtigde van) [eiser in conv. verw. in rec.] een beroep op het herroepingsrecht van artikel 6:230o lid 1 jo. lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) gedaan en de overeenkomst ontbonden.
2.10.
Door (de gemachtigde van) [ged. in conv. eiser in rec.] is afwijzend gereageerd op het bericht van de gemachtigde van [eiser in conv. verw. in rec.] , waarna [eiser in conv. verw. in rec.] ten slotte deze procedure is begonnen.

3.De vordering en het verweer

in conventie
3.1.
[eiser in conv. verw. in rec.] vordert – zakelijk weergegeven – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [ged. in conv. eiser in rec.] tot betaling van een bedrag van € 7.410,60, vermeerderd met rente en (incasso- en proces)kosten.
3.2.
[ged. in conv. eiser in rec.] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering van [eiser in conv. verw. in rec.] .
in reconventie
3.3.
[ged. in conv. eiser in rec.] vordert – zakelijk weergegeven – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [eiser in conv. verw. in rec.] tot betaling van een bedrag van € 7.740,78, vermeerderd met rente en kosten.
3.4.
[eiser in conv. verw. in rec.] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering van [ged. in conv. eiser in rec.] .

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Gelet op de nauwe samenhang van de vordering in conventie en de vordering in reconventie, lenen de vorderingen in conventie en reconventie zich naar het oordeel van de kantonrechter voor gezamenlijke behandeling.
4.2.
De centrale vraag in deze procedure is of [eiser in conv. verw. in rec.] de onderhavige overeenkomst heeft (kunnen) herroepen (artikel 6:230o BW) en in het verlengde daarvan, of [eiser in conv. verw. in rec.] de door [ged. in conv. eiser in rec.] gevorderde bedragen moet betalen.
Aanneming van werk
4.3.
De overeenkomst tussen partijen kwalificeert als een van aanneming van werk als bedoeld in artikel 7:750 BW. [ged. in conv. eiser in rec.] heeft zich namelijk verplicht om een werk tot stand te brengen en op te leveren. Hier staat in beginsel de verplichting van [eiser in conv. verw. in rec.] tegenover om hiervoor te betalen. Partijen hebben afgesproken dat [ged. in conv. eiser in rec.] op regiebasis werkzaamheden zou uitvoeren voor [eiser in conv. verw. in rec.] en dat die werkzaamheden betrekking hadden op het herstel van het dak en het (ver)bouwen van een (woon)schuur.
De ambtshalve toets: geen strijd met de goede procesorde
4.4.
De kantonrechter stelt vast dat [eiser in conv. verw. in rec.] een consument is en dat daarom ambtshalve aan het dwingende consumentenrecht moet worden getoetst, waaronder de informatieplichten als bedoeld in afdeling 6.5.2B BW. Het is daarbij aan [ged. in conv. eiser in rec.] als handelaar om te stellen en te onderbouwen dat hij aan die informatieplichten heeft voldaan. [1] Als niet is voldaan aan de informatieplichten, past de kantonrechter ambtshalve een sanctie toe. [2] Het consumentenrecht is recht van openbare orde, zodat de kantonrechter de verplichting heeft ambtshalve te onderzoeken of en hoe hieraan is voldaan. [3] Daarom zal de kantonrechter eerst ambtshalve moeten vaststellen wat voor soort consumentenovereenkomst de onderhavige overeenkomst betreft, ongeacht de stellingen daarover c.q. duiding daarvan van partijen. Het standpunt van (de gemachtigde van) [eiser in conv. verw. in rec.] dat het verweer van [ged. in conv. eiser in rec.] ter zitting ten aanzien van de totstandkoming van de overeenkomst te laat is en in strijd is met de goede procesorde, zal de kantonrechter gelet op de door haar toe te passen ambtshalve toets dan ook passeren. De kantonrechter leest in de conclusie van antwoord van [ged. in conv. eiser in rec.] overigens ook geen erkenning dat op 19 mei 2023 overeenstemming (buiten de verkoopruimte) is bereikt, voor zover [eiser in conv. verw. in rec.] dat heeft bedoeld te betogen.
De informatieplichten
4.5.
Er zijn drie soorten consumentenovereenkomsten waar informatieplichten als bedoeld in afdeling 6.5.2B BW op van toepassing zijn. De bedoeling van de informatieplichten is om consumenten te beschermen door hen voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst goed te informeren (over de rechten en verplichtingen), om zo een weloverwogen beslissing te kunnen maken en zodat zij hun rechten effectief kunnen uitoefenen. De consument heeft niet bij elk van de drie overeenkomsten dezelfde rechten, daarom zijn niet alle informatieplichten (op dezelfde wijze) op de drie overeenkomsten van toepassing. Dit geldt bijvoorbeeld voor het herroepingsrecht.
De overeenkomst op afstand en de overeenkomst buiten de verkoopruimte: een herroepingsrecht
4.6.
Allereerst is er de overeenkomst ‘op afstand’ (artikel 6:230g lid 1 sub e BW). Dit is een overeenkomst waarbij de handelaar en de consument in het kader van een georganiseerd systeem voor verkoop/dienstverlening tot en met het tijdstip waarop de overeenkomst wordt gesloten, uitsluitend gebruik maken van een of meer middelen voor communicatie op afstand (zoals het internet of een telefoon). Daarnaast is er ‘de overeenkomst buiten de verkoopruimte’ (artikel 6:230g lid 1 sub f BW). Dit is in essentie een overeenkomst waarbij de handelaar en de consument tijdens het sluiten van de overeenkomst beide persoonlijk aanwezig zijn op een plaats die niet de verkoopruimte van de handelaar is, oftewel een locatie waar de consument de handelaar in principe niet hoeft te verwachten of de situatie waarbij de consument buiten de verkoopruimte (zoals op straat of bij de consument thuis) wordt aangesproken en de overeenkomst onmiddellijk daarna wordt gesloten in de verkoopruimte of met behulp van een middel voor communicatie op afstand.
4.7.
Alleen bij deze twee overeenkomsten heeft de consument een herroepingsrecht (met een bedenktijd van in beginsel veertien dagen) als bedoeld in artikel 6:230o BW, behoudens de in de wet genoemde uitzonderingsgevallen. [4] De achterliggende gedachte hiervan is dat de consument bij deze overeenkomsten een informatieachterstand heeft, mogelijk psychologische druk ervaart en/of omdat de consument te maken krijgt met een verrassingselement. Het herroepingsrecht met bedenktijd functioneert daarbij als een soort van ‘afkoelingsperiode’ c.q. ‘correctiemechanisme’. [5] Binnen de bedenktijd kan de consument zonder opgaaf van redenen de overeenkomst herroepen.
De overeenkomst anders dan op afstand of buiten de verkoopruimte: geen herroepingsrecht
4.8.
Ten slotte is er nog de anders dan op afstand of buiten de verkoopruimte gesloten overeenkomst (artikel 6:230l BW). Gewoonlijk gaat het dan om een overeenkomst die in de verkoopruimte wordt gesloten. De consument heeft dan geen herroepingsrecht, omdat er in dat geval geen sprake is van een voornoemde onevenwichtige positie - informatie, druk of verrassing - ten aanzien van de consument. Van een overeenkomst als bedoeld in artikel 6:230l BW is echter ook sprake als een handelaar bij een consument thuis komt uitsluitend om op te meten of een kostenraming te geven zonder enige verplichting voor de consument, en de overeenkomst pas op een later tijdstip op basis van de kostenraming van de handelaar wordt gesloten in de verkoopruimte van de handelaar of met een middel voor communicatie op afstand. De consument heeft dan tijd gehad om over de kostenraming van de handelaar na te denken voordat de overeenkomst wordt gesloten. [6]
De consumentenovereenkomst tussen [eiser in conv. verw. in rec.] en [ged. in conv. eiser in rec.]
4.9.
[eiser in conv. verw. in rec.] heeft zich in essentie op het standpunt gesteld dat de onderhavige overeenkomst een overeenkomst buiten de verkoopruimte is als bedoeld in artikel 6:230g lid 1 sub f BW. Volgens [eiser in conv. verw. in rec.] hebben partijen op 19 mei 2023 de overeenkomst bij [eiser in conv. verw. in rec.] thuis (mondeling) gesloten, waarna [ged. in conv. eiser in rec.] op 24 mei 2023 bij [eiser in conv. verw. in rec.] is begonnen met de werkzaamheden. Hierbij heeft [eiser in conv. verw. in rec.] onder meer verwezen naar de whatsappcorrespondentie tussen partijen. [ged. in conv. eiser in rec.] is het hier niet mee eens en hij heeft zich (ter zitting) op het standpunt gesteld dat sprake is van een overeenkomst anders dan op afstand of buiten de verkoopruimte en subsidiair dat sprake is van een (uitzonderings)situatie waarop het herroepingsrecht niet van toepassing is.
4.10.
[eiser in conv. verw. in rec.] heeft desgevraagd ter zitting nader toegelicht dat zij zich niet precies meer kan herinneren wat door partijen is gezegd en/of afgesproken op 19 mei 2023, maar dat het volgens haar wel duidelijk was dat partijen met elkaar ‘verder’ zouden. [eiser in conv. verw. in rec.] was naar eigen zeggen echter verbaasd toen [ged. in conv. eiser in rec.] ‘opeens’ op 24 mei 2023 in haar woning stond voor het verrichten van werkzaamheden, omdat er volgens haar nog zaken te bespreken vielen. [ged. in conv. eiser in rec.] heeft hierover ter zitting verklaard dat hij inderdaad op 19 mei 2023 bij [eiser in conv. verw. in rec.] thuis is geweest om het een en ander nader te bespreken, maar dat [eiser in conv. verw. in rec.] toen heeft aangegeven nog even te willen nadenken over onder meer de prijs. Volgens [ged. in conv. eiser in rec.] heeft hij [eiser in conv. verw. in rec.] daarop gezegd dat zij maar met hem contact moest opnemen zodra zij erover uit was. Het is volgens [ged. in conv. eiser in rec.] dan ook niet zo dat hij uit het niets bij [eiser in conv. verw. in rec.] is begonnen met het verrichten van werkzaamheden. Volgens [ged. in conv. eiser in rec.] heeft [eiser in conv. verw. in rec.] op 24 mei 2023 namelijk telefonisch contact met hem opgenomen en gezegd dat [ged. in conv. eiser in rec.] de opdracht zou krijgen als hij direct aan de slag zou kunnen met het dak van de schuur. Daarbij heeft [eiser in conv. verw. in rec.] volgens [ged. in conv. eiser in rec.] hem gezegd dat het dak van de schuur deels verwijderd/gesaneerd was (vanwege asbest) en zo snel als mogelijk weer weerbestendig moest worden gemaakt, waarna [ged. in conv. eiser in rec.] naar eigen zeggen een andere afspraak heeft verzet en diezelfde middag nog naar [eiser in conv. verw. in rec.] is gegaan. Door [eiser in conv. verw. in rec.] is echter betwist dat zij [ged. in conv. eiser in rec.] op 24 mei 2023 telefonisch heeft benaderd, in die zin dat zij zich op het standpunt stelt dat [ged. in conv. eiser in rec.] op 24 mei 2023 onverwachts voor haar deur stond. Hieruit volgt volgens [eiser in conv. verw. in rec.] dan ook een akkoord van de zijde van [ged. in conv. eiser in rec.] .
4.11.
De kantonrechter kan [eiser in conv. verw. in rec.] niet volgen in haar stelling dat er op 19 mei 2023 bij haar thuis een overeenkomst is gesloten. Daarbij is van belang dat [eiser in conv. verw. in rec.] zich niet meer kan herinneren wat op 19 mei 2023 door partijen is gezegd en/of afgesproken en [ged. in conv. eiser in rec.] gemotiveerd heeft weersproken dat partijen die dag een overeenkomst hebben gesloten.
4.12.
De kantonrechter kan ook niet concluderen dat de overeenkomst bij [eiser in conv. verw. in rec.] thuis op 24 mei 2023 tot stand is gekomen. Partijen hebben op verschillende momenten over verschillende werkzaamheden gesproken, zoals het weerbestendig maken van het dak en het storten van de fundering en het beton, alsmede het plaatsen van vloerverwarming. Ter discussie staat niet dat toen [ged. in conv. eiser in rec.] op 24 mei 2023 ter plaatse kwam, hij direct met het weerbestendig maken van het dak is begonnen. [ged. in conv. eiser in rec.] wist dus gelijk welke werkzaamheden van hem verlangd werden. Dit strookt naar het oordeel van de kantonrechter met zijn stelling dat hij is gebeld door [eiser in conv. verw. in rec.] en dat die heeft gezegd dat de klus voor hem was wanneer hij direct het dak weerbestendig kon maken. De kantonrechter vindt voor deze gang van zaken ook steun in het whatsappbericht van [ged. in conv. eiser in rec.] aan [eiser in conv. verw. in rec.] van 19 juni 2023 dat hij eerder met de werkzaamheden is begonnen omdat het dak ‘
snel dicht moest’. Dat volgens [eiser in conv. verw. in rec.] op dat moment nog zaken vielen te bespreken verzet zich daar ook niet tegen, omdat partijen nadien onder andere via whatsapp nog verdere afspraken hebben gemaakt over bijvoorbeeld de dikte van de isolatie. De kantonrechter concludeert dus dat de overeenkomst om op regiebasis werkzaamheden te verrichten op 24 mei 2023 met behulp van een middel voor communicatie op afstand tot stand is gekomen. Vaststaat ook dat partijen voor en na 24 mei 2023 meermaals op afstand (via de mail en de telefoon) hebben gecommuniceerd en gesproken over de werkzaamheden en te gebruiken materialen. Het hebben van contact op afstand was dus een gebruikelijke manier van communiceren tussen partijen.
4.13.
De kantonrechter kwalificeert de overeenkomst als een overeenkomst anders dan op afstand of buiten de verkoopruimte (artikel 6:230l BW) nu [ged. in conv. eiser in rec.] bij [eiser in conv. verw. in rec.] is langsgegaan zonder enige verplichting voor [eiser in conv. verw. in rec.] en de overeenkomst enige tijd daarna met behulp van een middel voor communicatie op afstand tot stand is gekomen. [7] Het herroepingsrecht (artikel 6:230o BW) is op deze overeenkomst niet van toepassing zodat er ook geen grondslag bestaat om de betaalde aanneemsom op grond daarvan terug te vorderen (als bedoeld in de artikel 6:230r en artikel 6:230s BW). De vordering van [eiser in conv. verw. in rec.] (in conventie) wordt afgewezen.
Betaling van de facturen
4.14.
[eiser in conv. verw. in rec.] heeft geen (inhoudelijk) verweer gevoerd tegen de hoogte van het door [ged. in conv. eiser in rec.] (in reconventie) gevorderde (totaal)bedrag van € 7.740,78 aan gezonden facturen. Zij heeft wel aangevoerd dat er sprake is van een oneerlijke handelspraktijk en dat zij een beroep op vernietiging van de overeenkomst doet.
Informatieplichten
4.15.
Een handelaar moet een consument op duidelijke en begrijpelijke wijze informatie geven over de totale prijs van de zaken of diensten, met inbegrip van alle belastingen, of, als door de aard van de zaak of dienst de prijs redelijkerwijs niet vooraf kan worden berekend, de manier waarop de prijs moet worden berekend (artikel 6:230l onder c BW). Dit betekent dat handelaar de consument informatie over de prijs verstrekt die de consument in staat stelt met de nodige voorzichtigheid zijn beslissing te nemen, voordat de overeenkomst wordt gesloten.
4.16.
[ged. in conv. eiser in rec.] heeft op regiebasis werkzaamheden verricht. Daarbij heeft [ged. in conv. eiser in rec.] [eiser in conv. verw. in rec.] naar het oordeel van de kantonrechter niet voldoende duidelijk en begrijpelijk geïnformeerd over de totale prijs, dan wel de manier waarop de prijs moet worden berekend. Daarmee is de informatieplicht van artikel 6:230l onder c BW geschonden. Voor zover [ged. in conv. eiser in rec.] heeft bedoeld te stellen dat [eiser in conv. verw. in rec.] al voldoende geïnformeerd zou zijn omdat zij kennis heeft genomen van de door hem opgemaakte en gestuurde kostenindicatie, volgt de kantonrechter dit standpunt niet. Partijen hebben immers geen overeenstemming bereikt over de kostenindicatie maar hebben op regiebasis gewerkt zonder dat aan [eiser in conv. verw. in rec.] informatie is verstrekt over de totale prijs van die werkzaamheden of een manier waarop die berekend kon worden (bijvoorbeeld een tijdsinschatting).
4.17.
Verder is de kantonrechter niet gebleken van een (voldoende) ernstige schending van de informatieplichten als bedoeld in artikel 6:230l BW.
Slotsom
4.18.
De kantonrechter zal gelet op het voorgaande de overeenkomst met toepassing van de Sanctierichtlijn gedeeltelijk vernietigen, zodat de betalingsverplichting van [eiser in conv. verw. in rec.] met 25% wordt verminderd. Daarbij wordt (mede) toepassing gegeven aan de artikelen 3:40 lid 2 en 3:41 BW, en aan de artikelen 6:193b, 6:193d, en 6:193j BW, omdat de schending van de informatieplichten ook een oneerlijke handelspraktijk is. Dit betekent dat (in reconventie) een bedrag van (€ 7.740,78 x 0,75) € 5.805,59 aan hoofdsom zal worden toegewezen. De onweersproken gevorderde wettelijke rente is ook toewijsbaar, zij het dat deze zal worden toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding omdat niet is gesteld dat [eiser in conv. verw. in rec.] op de vervaldatum van de factuur in verzuim is.
Proceskosten
4.19.
[eiser in conv. verw. in rec.] zal als de in het ongelijk te stellen partij in conventie en in reconventie in de proceskosten worden veroordeeld zoals hierna in de beslissing is vermeld. De proceskosten aan de zijde van [ged. in conv. eiser in rec.] in conventie worden begroot op een bedrag van € 813,00 (2 punten x tarief € 339,00 + € 135,00) aan salaris gemachtigde en nakosten.
4.20.
Aangezien de vordering in reconventie (grotendeels) voortvloeit uit het verweer van [ged. in conv. eiser in rec.] in conventie, wordt het salaris gemachtigde en de nakosten in reconventie op de helft van de punten in conventie begroot, zijnde een bedrag van € 406,50 (€ 339,00 + € 67,50).

5.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1.
wijst de vordering(en) af;
5.2.
veroordeelt [eiser in conv. verw. in rec.] in de proceskosten aan de zijde van [ged. in conv. eiser in rec.] begroot op een bedrag van € 813,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als niet tijdig aan de veroordeling wordt voldaan en het vonnis daarna wordt betekend;
5.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.4.
veroordeelt [eiser in conv. verw. in rec.] om aan [ged. in conv. eiser in rec.] een bedrag van € 5.805,59 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van de volledige voldoening;
5.5.
veroordeelt [eiser in conv. verw. in rec.] in de proceskosten, aan de zijde van [ged. in conv. eiser in rec.] begroot op een bedrag van € 406,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als niet tijdig aan de veroordeling wordt voldaan en het vonnis daarna wordt betekend;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst voor zover nodig het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Boerlage-van den Bosch en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2025.
48315/GW

Voetnoten

1.Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton, paragraaf 3.5.
2.Richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieplichten.
3.Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677.
4.Zie over de uitzonderingsgevallen artikel 6:230h en 6:230p BW.
5.Zie ook Asser/Hijma 7-I 2024/160.
6.Overweging 21 preambule Richtlijn 2011/83/EU.
7.Overweging 21 preambule Richtlijn 2011/83/EU.