2.8.2.Omvang en verdeling
een woning gelegen aan de [adres] ;
de rechten op een aan de hypotheek verbonden beleggingsverzekering (effectendepot) bij de ING bank met nummer [nummer] ;
inboedel;
het saldo op verschillende bankrekeningen;
de rechten op verzekeringspolissen bij ASR:
a. met nummer [nummer] t.n.v. de man;
b. met nummer [nummer] t.n.v. de vrouw;
6. de aandelen t.n.v. de man in de besloten vennootschap [BV_1] .
7. een schuld onder hypothecair verband aan de ING bank met nummer [nummer] ;
8. een schuld in rekening-courant aan de besloten vennootschap [BV_1] .
1. Een woning gelegen aan de [adres]
Partijen zijn op zitting overeengekomen dat de vrouw aan de man binnen zes weken na de datum van de in deze procedure te wijzen eindbeschikking zal laten weten of zij de woning kan en wil overnemen. Partijen zullen in dat geval, zo hebben zij ter zitting verklaard, in onderling overleg de waarde van de woning bepalen. Indien de vrouw de woning niet overneemt, zal de woning worden verkocht aan een derde.
2. De rechten op een aan de hypotheek verbonden beleggingsverzekering (effectendepot) bij de ING bank met nummer [nummer]
Deze beleggingsverzekering is gekoppeld aan de hypotheek en zal door partijen worden betrokken bij de overname van de woning door de vrouw of bij de verkoop van de woning.
3. Inboedel
Partijen gaan ervan uit dat zij in staat zijn om over de verdeling van de inboedelgoederen in onderling overleg overeenstemming te bereiken. De rechtbank hoeft hierover geen beslissing te nemen.
4. Het saldo op verschillende bankrekeningen:
Van Lanschot, onder nummer [nummer] t.n.v. beide partijen;
Van Lanschot, onder nummer [nummer] t.n.v. beide partijen;
Van Lanschot, onder nummer [nummer] t.n.v. beide partijen;
ING, onder nummer [nummer] t.n.v. beide partijen;
ING, onder nummer [nummer] t.n.v. beide partijen;
ING, onder nummer [nummer] t.n.v. beide partijen;
ING (effectendepot), onder nummer [nummer] t.n.v. beide partijen;
Partijen zijn het er over eens dat de gezamenlijke rekeningen zullen worden opgeheven en dat het saldo van de bankrekeningen op de peildatum bij helfte zal worden verdeeld. Indien er sprake is van een negatief saldo op de peildatum, is elk van partijen voor de helft draagplichtig.
De bankrekeningen ten name van de kinderen horen niet tot de huwelijksgoederengemeenschap. De vrouw heeft ter zitting ingestemd met het voorstel van de man om deze rekeningen van de kinderen te wijzigen in en/en rekeningen.
5. De rechten op verzekeringspolissen bij ASR:
met nummer [nummer] t.n.v. de man;
met nummer [nummer] t.n.v. de vrouw;
Partijen zijn op zitting overeengekomen dat de rechten op de polis ten name van de vrouw aan haar zullen worden toebedeeld, dat de rechten op de polis ten name van de man aan hem zullen worden toebedeeld en dat 75% van het waardeverschil op 3 juni 2016 tussen partijen bij helfte zal worden verdeeld.
6. De aandelen t.n.v. de man in de besloten vennootschap [BV_1] .
De man is DGA van [BV_1] . Tussen partijen is niet in geschil dat de aandelen van deze BV in de huwelijksgoederengemeenschap vallen. Ook zijn partijen het erover eens dat de aandelen kunnen worden toebedeeld aan de man, waarbij de helft van de waarde van de aandelen aan de vrouw toekomt.
Partijen verschillen van mening over de te hanteren peildatum voor de waarde van de aandelen. De man stelt zich op het standpunt dat uitgegaan moet worden van de datum van feitelijke toedeling van deze aandelen. De vrouw stelt dat uitgegaan moet worden van 29 juni 2015, de datum waarop het echtscheidingsverzoek is ingediend. De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende.
Bij de verdeling van tot een gemeenschap behorende goederen moet ter bepaling van hun waarde in beginsel worden uitgegaan van de waarde ten tijde van de verdeling, te weten de dag waarop in de onderhavige zaak uitspraak wordt gedaan (kanttekening hierbij is dat een ten behoeve van deze beslissing uitgebracht deskundigenrapport niet exact met deze datum zal kunnen samenvallen).
Van dit uitgangspunt kan echter worden afgeweken op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid. De vrouw heeft hierop een beroep gedaan. Zoals in het voorgaande reeds uitvoerig aan de orde is gekomen, heeft de vrouw betoogd – samengevat – dat de wijze waarop de financiële positie van de vennootschap en de dochtervennootschappen door (de accountant van) de man wordt geschetst, niet kan worden gevolgd. Ook twijfelt zij aan de noodzaak van de faillissementaangiftes die door de man zijn gedaan.
Het gaat er hier om of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid aanvaardbaar is dat de waarde van de aandelen bepaald wordt op een moment gelegen lang nadat partijen feitelijk uit elkaar zijn gegaan. De rechtbank acht daarbij van belang dat het hier gaat om een goed waarvan de waarde in de periode die daarop volgde kan zijn beïnvloed en de vraag is dan ook tot welk moment nog aanvaardbaar is dat de ondernemingsactiviteiten – met inbegrip van de faillissementsaangiftes van de dochtervennootschappen – die daarbinnen plaatsvonden, nog van invloed kunnen zijn op de huwelijksgoederengemeenschap.
De arbeidsovereenkomst tussen de vrouw en [BV_1] is met ingang van 1 juli 2015 beëindigd en vaststaat dat in ieder geval vanaf dat moment de vrouw, zoals zij onweersproken heeft gesteld, niet meer tot het bedrijf waar zij tot dan had gewerkt, werd toegelaten en uitsluitend de man de onderneming(en) dreef. De rechtbank acht het ook mede hierom redelijk dat vanaf een moment gelegen vóór de datum van toedeling van de aandelen aan de man, de ondernemingsactiviteiten die binnen de vennootschap(pen) plaatsvonden niet meer toegerekend worden aan de huwelijksgoederengemeenschap en de man het risico draagt voor mogelijke wijzigingen in de waarde van het bedrijfsvermogen. De rechtbank is van oordeel dat hiervoor, alle omstandigheden in aanmerking genomen, het meest in de rede ligt het moment van ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap. Dit betekent dat voor de bepaling van de waarde van de aandelen in [BV_1] uitgegaan dient te worden van de datum van de indiening van het echtscheidingsverzoek, te weten 29 juni 2015.
Partijen verschillen eveneens van mening over de waarde van de aandelen. Zoals is besproken op de zitting zal de rechtbank een deskundige benoemen die de rechtbank dient te informeren omtrent de waarde van de aandelen. Partijen waren het ter zitting over eens dat volstaan kan worden met één deskundige aan wie de vraag zal worden voorgelegd wat de waarde is van de aandelen van [BV_1] op de peildatum die, zoals hiervoor is overwogen, is bepaald op 29 juni 2015. De vrouw heeft een voorkeur voor een registeraccountant als deskundige, de man voor een register valuator of een accountant/register valuator.
De rechtbank heeft partijen in kennis gesteld van haar voornemen om de heer [voorletters deskundige] . [deskundige] van [deskundigeburo] BV tot deskundige te benoemen. De heer [deskundige] is werkzaam als registeraccountant en register valuator. De deskundige heeft zijn kosten begroot op € 11.737,00 (inclusief BTW). Over deze begroting is met partijen overleg gevoerd. De vrouw heeft tegen dit bedrag geen bezwaren aangevoerd. De man heeft met name tegen het aantal door de deskundige begrote uren bezwaar aangevoerd. Nu de man daarbij kennelijk is uitgegaan van een andere peildatum dan die waartoe de rechtbank in het voorgaande heeft besloten zal de rechtbank deze bezwaren passeren. Voor het bedrag van € 11.737,00 zal – gelet op de aard van deze procedure – aan elk van partijen een voorschot worden opgelegd van de helft van dit bedrag.
De rechtbank zal de deskundige de volgende vragen voorleggen:
welke waarde kent u toe aan [BV_1] per 29 juni 2015?
heeft u nog overige opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?
De rechtbank zal de verdere behandeling en beslissing aanhouden in afwachting van het deskundigenonderzoek.
7. Een schuld onder hypothecair verband aan de ING bank met nummer [nummer]
Indien de woning door de vrouw zal worden overgenomen, zullen partijen bewerkstelligen dat de man wordt ontslagen uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid met betrekking tot de hypothecaire geldlening, doordat de geldlening worden afgelost of doordat de bank hiertoe een verklaring afgeeft.
Indien de woning zal worden verkocht aan een derde, dan zal met de verkoopopbrengst de hypothecaire geldlening worden afgelost. Partijen zijn ieder voor de helft draagplichtig voor een eventuele resterende schuld.
8. Een schuld in rekening-courant aan de besloten vennootschap [BV_1] .
Tussen partijen is niet in geschil dat er sprake is van een schuld in rekening-courant aan [BV_1] en dat zij ieder voor de helft draagplichtig zijn voor deze schuld.
Partijen verschillen van mening over de te hanteren peildatum. De man stelt zich op het standpunt dat uitgegaan moet worden van de datum van deze beschikking. De vrouw stelt dat uitgegaan moet worden van 31 december 2014, partijen zijn toen feitelijk uit elkaar gegaan.
De rechtbank overweegt als volgt.
Partijen zijn ieder voor de helft draagplichtig voor deze schuld, maar uitsluitend voor het bedrag waarvoor deze schuld bestond toen de huwelijksgoederengemeenschap werd ontbonden, op 29 juni 2015. Voor hetgeen partijen op dit punt bepleiten kan geen aansluiting worden gevonden in het recht.