ECLI:NL:RBOBR:2019:4848
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor arbeid
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 19 augustus 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde A. Werner, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder waarin werd vastgesteld dat hij per 13 juni 2018 weer arbeidsgeschikt was. Dit besluit volgde op een eerdere aanvraag van eiser voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en een daaropvolgende afwijzing van zijn bezwaar. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail uiteengezet, waarbij eiser zijn klachten over duizeligheid en andere gezondheidsproblemen naar voren heeft gebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts voldoende zorgvuldig onderzoek heeft gedaan en dat de medische beperkingen van eiser niet objectief konden worden onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat eiser geschikt was voor de geduide functies, ondanks zijn klachten. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.