Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 7 januari 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten, verweerder
: [naam]te [woonplaats] , gemachtigden: mr. J.J.J. de Rooij en mr. J.H.D. Ellings.
Procesverloop
Overwegingen
In BBT 26 zijn enkele standaarden voorgeschreven voor het monitoren van geuremissies.
Op basis van BBT 13 van de BREF intensieve veehouderij is de BBT om een combinatie van de daaronder genoemde technieken gebruiken.
Als bijvoorbeeld sprake is van een bestaande overbelaste situatie, een historie van klachten en/of de geurnorm net niet wordt overschreden, dan is er mogelijk geurhinder bij geurgevoelige objecten te verwachten. Het bevoegd gezag moet onderbouwen of dit het geval is”. Alleen als verweerder denkt dat sprake is van een situatie als bedoeld in BBT 12, dan dient verweerder een nieuw besluit te nemen, na of tegelijkertijd met intrekking van het nu bestreden besluit waarin voorschriften over het opstellen van een geurbeheersplan worden gesteld.